Ieder kind heeft wel eens een woede-uitbarsting, dat is heel normaal. Maar wat doe je als een kind een driftbui heeft? Wat helpt juist wel en wat niet in zo’n geval. Soms zeg je net dingen die het erger maken. Een paar tips die kunnen helpen wanneer een kind een driftbui heeft!

1. Stop met dingen gooien!

Zeg in dit geval liever: “Waarom ben je met je speelgoed aan het gooien? Vind je het niet leuk om ermee te spelen of is er iets anders aan de hand?”

Op deze manier bied je een kind een luisterend oor. Een kind voelt dat je oprecht geïnteresseerd bent. Een kind leert zijn gevoelens te uiten op een rustige manier in plaats van door kwaad te worden.

2. Je bent echt te oud voor dit gedrag!

Iedereen, ook grote kinderen (en volwassen) zijn soms verdrietig of boos. Heel normaal. Door te zeggen dat een kind hier te oud voor is, krijgt een kind het idee dat dit niet zo is en dat hij zijn emoties moet weg stoppen. Iets wat zeker niet waar is.

3. Hou op, niet slaan!

Soms loopt de emotie hoog op en wordt er geslagen door een kind. Er ken de emotie van een kind, maar help hem deze op een andere manier te uiten. “Het is niet erg om boos te zijn, maar je mag niet slaan. Zo kun je iemand pijn doen of iets kapot maken.”

4.  Stop met zeuren!

Probeer het gesprek aan te gaan: “Ik hoor je. Hoe kunnen we dit oplossen, denk je? Ook hier leg je de verantwoordelijkheid voor een oplossing bij een kind neer. Wanneer een kind aan het klagen is over een bepaalde situatie, vraag hem dan om na te denken over oplossingen.

5. Niet zo moeilijk doen! 

Wanneer een kind zijn hakken in het zand zet en niet meer voor rede vatbaar zijn, is het belangrijk om samen uit te zoeken waar dit vandaan komt. Hierdoor voelt een kind dat jullie samen een team zijn en samen werken naar hetzelfde doel.
Zeg bijvoorbeeld: “Dit is lastig, hè? Het komt wel goed. Ik help je.”

6. Eet je bord leeg of je gaat zonder eten naar bed!

Een kind dwingen z’n bord leeg te eten terwijl hij vol zit, is geen goed idee. Kinderen moeten juist leren dat ze zich niet moeten overeten en stoppen als ze voldaan zijn. Ook is een kind dwingen om iets op te eten dat hij echt niet lekker vindt, onverstandig. Leer je kind liever om te zoeken naar een oplossing, bijvoorbeeld vier happen van iets eten en de rest mag hij dan laten staan.

7. Zeg niet steeds nee!

Ik hoor dat je het niet wilt en begrijp dat je geen zin hebt om dit te doen. Laten we samen proberen om uit te vinden wat we dan anders kunnen doen.”

Nu weet een kind dat hij wordt gehoord en jij zijn ‘nee’ erkent, waardoor de situatie de-escaleert.

8. Ik wil je niet meer horen!

Zeg liever: “Ik weet dat je het niet wilt, maar vertel eens rustig waarom.”

Een kind weet op deze manier dat hij met jou kan praten wanneer hem iets dwars zit. Een kind leert zo beter omgaan met zijn emoties.

Het is goed om je bewust te zijn van je woordkeuze, maar verwacht niet dat je een kind werkelijk kunt opvoeden op het moment dat hij een driftbui heeft. Hij staat daar op dat moment niet voor open. Het beste wat je kunt doen, is een kind even laten uitrazen en troosten op het moment dat hij het weer toe laten. Kortom, om even helemaal niets te zeggen. Wanneer je te vroeg het gesprek probeert aan te gaan, werkt dit averechts en wordt een kind alleen maar bozer.

Bron: Huffington Post