Beelddenken en faalangst komen vaak samen voor, omdat beelddenkers anders leren. De manier van informatieverwerking, maakt dat kinderen sneller faalangst ontwikkelen.
De linker- en rechterhersenhelft hebben ieder hun eigen specifieke eigenschappen.
Beelddenken werkt voornamelijk vanuit de rechterhersenhelft, maar heeft wel de linkerhersenhelft nodig om optimaal te functioneren. En omgekeerd werkt taaldenken voornamelijk uit de linkerhersenhelft, maar heeft de rechterhersenhelft nodig om optimaal te functioneren.
Andere leerstijl
Beelddenken is een cognitieve stijl die voornamelijk vanuit de rechterhersenhelft werkt. Een cognitieve stijl geeft de manier aan waarop kinderen denken, leren, waarnemen, informatie verwerken en problemen oplossen. Het is een aspect van iemands persoonlijkheid.
Wat gebeurt er bij faalangst?
Bij faalangst neemt de linkerhersenhelft de leiding. Dit betekent dat kinderen bij (faal)angst gericht zijn op details en we niet meer het geheel overzien. En dat is nou net wat een beelddenker nodig heeft. Hij leert vanuit het geheel, maar bij faalangst neemt de linkerhersenhelft de leiding. Dus een beelddenker is het overzicht kwijt. Een beelddenker is het overzicht kwijt, maar belangrijker nog, hij kan geen informatie meer verwerken op zijn eigen wijze. Kinderen die vooral vanuit hun rechterhersenhelft werken, hebben daardoor sneller last van faalangst. Beelddenken en faalangst gaan dus niet samen, de faalangst zal groter worden omdat leren niet meer lukt!
Wetenschappelijk onderzoek
Uit onderzoek kwam naar voren dat de linkerhersenhelft de leiding neemt bij (faal)angst. We zijn onder stress en angst gericht op details en overzien het geheel niet meer.
Het National Institute of Mental Health bij Washington DC heeft onderzoek gedaan naar de werking van het brein en (faal)angst. De neuroloog Ahmad Hariri (2002) heeft dit onderzoek geleid.
Bij dit onderzoek is gebruikgemaakt van een fMRI (functionele Magnetic Resonance Imaging). Een fMRI kan beelden vangen van een brein in actie. Personen binnen in de fMRI werden verschillende opdrachten gegeven om te kijken welke gebieden van het brein actief zijn bij een bepaalde opdracht.
Tijdens het onderzoek liet men personen naar beelden van scènes kijken. Met de fMRI werd gekeken welke gebieden van het brein actief waren bij het zien van beelden met geweren, zwaaiende slechteriken of vergelijkbare situaties. Het onderzoek liet zien dat de linkerhersenhelft de leiding neemt bij faalangst.
Wat is faalangst?
Faalangst is de angst om te mislukken in situaties waarin iemand wordt beoordeeld of denkt te worden beoordeeld. Een angst die belemmerend werkt.
Faalangstige kinderen ontwikkelen een denken vanuit een negatief zelfbeeld. De vrees om te mislukken staat centraal. Dit bepaalt hun denken. `Ik ben dom.` `Als ik maar tijd genoeg heb voor mijn toets.` `Als ik maar niet hardop moet voorlezen!` `Als ik maar weer geen onvoldoende haal!` `Als ze maar begrijpen wat ik zeg!`
Een beelddenker leert anders
Beelddenkers leren vanuit het geheel al associërend naar de kern. Dit gebeurt niet netjes op volgorde. Kinderen die beelddenken gebruiken om hun informatie te verwerven en verwerken hebben het vaak lastig binnen ons talige onderwijs. Binnen ons onderwijs wordt voornamelijk taaldenken gebruikt; er wordt veel nadruk gelegd op volgorde en details en het verwerken van seriële informatie. Dit is nu juist de manier van denken waar beelddenkers moeite mee hebben.
Een beelddenker werkt op overeenkomsten en vanuit het geheel. Een beelddenker zoekt niet naar verschillen.
Het lukt een beelddenkend kind niet goed meer om onder stress zijn voorkeursdenken te hanteren; vanuit het geheel, het overzicht. Hij wordt gedwongen door de stress zich op de details te richten. Het kind blokkeert nog meer… De faalangst is ontstaan!
bron: beeldenbrein