Beelddenkers leren anders. Ze verwerven informatie anders, maar ook de verwerking verloopt anders dan bij de kinderen die meer taal georiënteerd zijn. Beelddenkers verwerken informatie voornamelijk visueel, zij willen informatie ‘zien’ en verwerken informatie associërend. Deze kinderen hebben daarom snel een zwakke concentratie in de klas.
Een beelddenker neemt 1500 prikkels per minuut waar. Een kind kijkt naar de leerkracht die voor het bord staat om uitleg te geven over een spellingregel. De leerkracht noemt als voorbeeld het werkwoord spelen. Het kind hoort het woord ‘spelen’ en krijgt meteen associatie-beelden als: plein met het voetbaldoel > hierop volgt associatie > zijn voetbalwedstrijd van maandagavond > hierop volgt associatie > eten bij oma > hierop volgt associatie > vakantie met opa en oma > hierop volgt associatie > zwemmen in het zwembad.
De eerste uitleg van de spellingregels heeft een kind nu al gemist!
Een kind kijkt naar de leerkracht en ziet een hele hoop. Kijken de ogen van de leerkracht blij of boos – mooie krullen in het haar – rode jurk – de poster naast het bord. Maar tegelijk neemt een kind ook waar wat er naast hem gebeurt. Het kind neemt ook waar vanuit de ooghoeken en krijgt impulsen als: jan die op een pen kauwt – Mary heeft vandaag een gebloemde legging aan – de deur van het lokaal is niet helemaal dicht, enz.
In tegenstelling tot de 1500 prikkels van visuele waarnemingen, kan een persoon maar 200 woorden in een minuut uitspreken of denken. In het hoofd van een beelddenker is het dus best druk op zijn tijd!
De zwakke concentratie van een beelddenker is vooral toe te schrijven aan de associatieve informatieverwerking en het feit dat de ogen eerst informatie willen zien!
De concentratie van een kind, bepaalt hoe intensief en hoe lang hij zijn aandacht ergens op kan richten.
Hoelang kan een kind werkelijk met een taak bezig zijn? Niet elke taak vraagt dezelfde concentratie. Voor tafeltennis heb je bijvoorbeeld een snellere, flitsender concentratie nodig dan voor schaken. Hiervoor heb je juist een rustige, analytische vorm nodig.
De verschillende vormen van concentratie zie je terug op school. Zelf actief bezig zijn vraagt een andere vorm van concentratie dan alleen luisteren. Ook vragen korte taken een andere vorm van concentratie dan taken die lang duren. Op school is vaak sprake van een gedwongen concentratie, een kind moet zich concentreren. Thuis met Playmobil spelen is een vrijwillige concentratie.
Bij beelddenkers zien je ook vaak concentratieproblemen als het voor hen niet duidelijk is waar ze mee bezig zijn. Daardoor zijn ze minder gemotiveerd en dus sneller afgeleid.
Wat helpt voor een betere concentratie in de klas?
Een effectieve concentratie oefening is Doodling of droedelen
Doodling is zonder na te denken tekeningetjes, bepaalde vormen, krullen enz. krabbelen terwijl je luistert naar iemand. Je bent doelloos aan het tekenen, krabbelen, terwijl je aandacht bij de leraar is. Het voorkomt dat je wegdroomt.
bron: beelendbrein en bestkids
Ik zit aan tafel, hete koffie valt over mijn hand, ik trek meteen terug. HELP. Ik heb een ontwikkelingsstoornis, ik ben een voel-denker.
Ik zit aan tafel, plots ruik ik een sterke brandlucht, ik vlucht meteen naar buiten. HELP. Ik heb een ontwikkelingsstoornis, ik ben een geur-denker.
Ik zit aan tafel, ik hoor het brandalarm afgaan, ik ren naar buiten. HELP. Ik heb een ontwikkelingsstoornis, ik ben een hoor-denker.
Ik zit aan tafel, ik proef dat de soep ranzig smaakt, ik spuw alles meteen uit HELP. Ik heb een ontwikkelingsstoornis, ik ben een smaak-denker.
Ik speel in een concert, ik kijk naar de dirigent en speel precies zoals hij het aangeeft. HELP. Ik heb een ontwikkelingsstoornis, ik ben een beeld-denker.
Dit herken ik heel erg in mijn oudste zoon en in mijn zelf. Maar hoe kan ik hem helpen? Hij heeft ook nog eens dyslexie.
Dit is natuurlijk ook van toepassing op volwassenen.
Als we het eens een beetje anders bekijken: waarom noemen we het eigenlijk zwakke concentratie? Het kan ook een andere vorm van concentratie zijn. We willen zo graag dat kinderen zich precies daarmee bezighouden wat wij volwassenen willen. Dit kind is 1000x sneller aan het leren dan hij zou doen als hij zich netjes aan de regels van de juf houdt. Maar vooral… anders aan het leren! Deze kinderen kennen “flow” oftewel hyperconcentratie. Ze kunnen uren achter elkaar bezig zijn op een eigen project, of dat nu Kapla is of computergames of een sport. Gewoon een andere vorm van leren….. scholen kunnen daar helaas nog maar weinig mee. Ik zou zeggen haal het eens uit de “afwijkende” sfeer en bekijk het op zijn eigen merites.
Wat een mooie reactie,keken er maar meer mensen zo naar de kinderen,dan was het voor hun een stuk makkelijker.ik heb drie beelddenkers en ben er zelf ook één,en het is niet altijd even makkelijk,maar soms ook geweldig en hylarisch om de reactie van mijn kinderen te horen als ze vertellen wat ze “zien” als iemand een bepaald woord gebruikt.en ik heb van hun geleerd dat het prima is om alles uit te spreken wat je in je gedachten ziet,ook al klopt het niet met wat de mensen om je heen bedoelen te zeggen.de kinderen kunnen zoveel meer dan wat er van ze gedacht word,als je maar op hun manier meedenkt.
Ik heb ook zo’n zoon. In de kleuterklas vond hij al andere en creatieve oplossing voor knutsel werkjes. In groep 3 kreeg hij van de leerkracht het label “nog net niet zwakbegaafd, maar het heeft er wel naast gelegen”, dat omdat zij niet begreep hoe zijn informative verwerking in elkaar zat. Gelukkig hadden wij een totaal andere indruk van onze zoon en hebben we gezorgd dat hij door een geode orthopedagoog is getest. Uitslag: hoogbegaafd, dyslextisch en een totale beelddenker. Past dus niet in ons Nederlandse onderwijs systeem. Met behulp van de orthopedagoog hebben we een kleine particuliere basisschool gevonden, waar ze niet bang waren voor andere leerlijnen en elk kind individueel begeleiden. Hij is nu 21 en het gaat super goed met hem. Basisschool goed doorlopen, VMBO T gedaan, nu MBO nivo 4. Laat je dus door onwetende leerkrachten niet in de verkeerde hoek praten.
Mijn zoon heeft ook dankzij het fijt dat hij naar een goede school voor speciaal onderwijs is gegaan, eerst zijn MBO en daarna zijn HBO gehaald en heeft nu een hele goede baan en is gelukkig.
Of constant wiebelen met je voet.☺
Mijn dochter kreeg zelfs van een leerkracht het label ‘LUI’ opgeplakt. En dan schrikken ze als een kind nog minder gemotiveerd is.
Ik begrijp niet dat hier wordt gesproken over zwakke concentratie. Voortdurend associeren vraagt een enorme concentratie van het kind. Ik zie meer dat het kind niet doet wat het schoolsysteem van het kind vraagt. Zorgelijk vind ik dan ook, dat de leerkracht het waarschijnlijk labelt als ‘zwakke concentratie’ met alle gevolgen van dien. Probeer daar nog maar eens vanaf te komen als kind, van dat labeltje!
Goed punt Rob. Helaas zien niet alle leerkrachten het zo.