Leerproblemen
Komt je kind niet zo lekker mee op school, maar is hij best een slim mensje. Blijf hem positief stimuleren want het komt allemaal goed. Wellicht verwerkt hij informatie op een andere manier, ook wel conceptueel denken genoemd.
Wat is conceptueel denken?
Conceptueel denken is vooral denken via de rechter hersenhelft. Ze hebben een “andere manier” van denken en informatie verwerken. Vaak hebben deze kinderen het label AD(H)D, hoogbegaafdheid, dyslexie, dyscalculie en autisme gekregen. Al zijn er ook conceptueel denkers die onbekend zijn met een van deze diagnoses of labels.
Er zijn diverse wetenschappers die een toekomstbeeld van onze maatschappij neerzetten waarin conceptueel denkers in het voordeel zijn op lijndenkers.
Met de toename van welvaart, technologie en globalisering, zijn de veranderingen in onze maatschappij de laatste 150 jaar super snel gegaan. 150 jaar geleden waren we nog een agrarische samenleving, maar met de komst van machines en fabrieken wordt steeds meer arbeid van de mens overgenomen.
De opkomst van computers heeft dit verder versneld. We leven tegenwoordig in een informatietijdperk met een kenniseconomie.
Er wordt vooral een appél gedaan op hoe wij omgaan met informatie, hoe we analyses maken en het logische denken. Het lijndenken is daarin dominant. Maar met alle ontwikkelingen die gaande zijn, staan we op de rand van het conceptuele tijdperk. Een tijdperk wat een beroep doet op onze creativiteit, op ons beeldend vermogen. Op organisatorische vaardigheden, inlevingsvermogen en innovatief vermogen. Een nieuw en ander tijdperk wat ontzettend veel kansen biedt aan conceptuele denkers.
Lees meer over de linker en rechterhersenhelft en denkwijzen
Problemen van conceptueel denkers
Een probleem waar conceptueel denkers tegen aanlopen is dat hun manier van denken niet past in het huidige schoolsysteem. Een voelt zich veelal onbegrepen of niet gezien. Ze werken hard, maar dit levert niet het gewenste resultaat op, met alle frustraties van dien. Dit stop vaak niet na de school en studie periode, ook tijdens iemands werk carrière. Dan wordt het vaak aan het karakter of de capaciteiten toegeschreven dat iemand niet goed presteert: “hij is niet zo ambitieus, eigenlijk een beetje lui”, of “hij is niet zo’n doorzetter”.
Conceptueel denkers hebben regelmatig moeite met nauwkeurig lezen. Ze zien gemakkelijk details over het hoofd. Zowel mondeling als schriftelijk hebben ze moeite met het structureren van hun verhaal, het vertellen van begin naar einde.
Als gevolg van dergelijke problemen ontwikkelen veel conceptueel denkers faalangst in de vorm van bijvoorbeeld perfectionisme, uitstelgedrag, onderpresteren of prestatiedrang. Door spanning vertraagt de niet-dominante hersenhelft, de linker hersenhelft bij conceptueel denkers. De linker hersenhelft heb je nodig voor het verwerken van taal, om stappen van klein naar groot of van begin naar einde te maken. Onder te veel spanning of stress worden bij conceptueel denkers dus de lijn, de details, de routinematigheid uitgeschakeld, waardoor het conceptuele denken verandert in chaos.
Conceptueel denken is zeker geen stoornis. Conceptueel denkers hebben vaak wel een label gekregen omdat ze tot een minderheid behoren
Een minderheid, net als linkshandigen of roodharigen. Een minderheid die anders denkt en kijkt en daardoor een heel andere blik op de wereld werpt! Een andere blik die hard nodig is in deze tijd.
Blogs, Ontwikkeling
Als ouder kun je denken dat je je kind zelfvertrouwen geeft door hun verstand en talent te prijzen. Dit kan echter een tegenovergestelde effect in de hand werken, want kinderen kunnen aan zichzelf gaan twijfelen als iets moeilijk is of fout gaat. Je kind kan vervolgens het gevoel krijgen niet te voldoen en faalangst en het ontwikkelen van een vaste mindset liggen op de loer. Terwijl een groei-mindset zoveel meer biedt.
Als ouder kun je je kind beter leren om te genieten van de inspanning, houden van uitdagingen, nieuwsgierig te zijn naar fouten en dit als wijze te zien om te blijven groeien. Hiermee geef je namelijk mee onafhankelijk te worden van beloningen en leer je je kind het eigen zelfvertrouwen te versterken en herstellen.
Nu hoor ik je denken; ’ik mag toch wel complimenten of beloningen geven?’ Natuurlijk mag dat! Van complimentjes en zo nu en dan een beloning geniet immers iedereen (gever en ontvanger) en daar groei je ook van. Het gaat er hierbij om wat je beloond. Het is namelijk beter om complimenten te geven over het proces in plaats van het resultaat. Hiermee bedoel ik het proces dat gaat over het oefenen en de weg naar het behaalde resultaat toe. Door je complimenten te richten op het proces en de weg ergens naar toe stimuleer je de groei-mindset. Dit principe, hoe het werkt en het belang hiervan, leg ik graag uit.
Kenmerken van een vaste-mindset en groei-mindset
“Een mindset is een verzameling innerlijke overtuigingen, een manier van denken die van invloed is op je gedrag en houding ten opzichte van jezelf en anderen.”
Prof. Carol Dweck ontdekte dat een vaste-mindset ontwikkeling belemmert, terwijl een groei-mindset zorgt voor motivatie, doorzettingsvermogen en een passie voor ontwikkeling en leren.
Vaste-mindset
Met deze mindset ga je ervan uit dat intelligentie vast staat. Dit zorgt ervoor dat je graag slim wil over komen. Je vermijdt uitdagingen, want dan kun je fouten maken. Je zoekt steeds bevestiging op basis van intelligentie, persoonlijkheid of karakter. Het draait om succes hebben, slim overkomen, geaccepteerd worden en een winnaar voelen. De grote angst is falen, dom overkomen, afgewezen worden en een verliezer voelen. Je gedraagt je defensief bij belemmeringen en geeft het al gauw op.
Inspanning is zinloos, want als je echt een genie bent, dan hoef je je toch niet in te zetten? Kritiek komt over als een bedreiging, daarom negeer je leerzame negatieve feedback. Het succes van anderen zie je als een bedreiging. Het resultaat van de vaste-mindset is dat je je niet echt ontwikkelt en dus minder bereikt dan mogelijk is.
De vaste-mindset beperkt de prestaties van je kind. Het werkt destructief op de gedachten en leidt tot slechte leermethoden.
“Gelukkig kun je een vaste mindset veranderen naar een op groei gerichte mindset.”
Groei-mindset
Met deze mindset ga je ervanuit dat je jouw basiskwaliteiten kunt ontwikkelen door er moeite voor te doen. Intelligentie is te ontwikkelen. Dit zorgt ervoor dat je graag wil leren. Het geloof dat kwaliteiten ontwikkeld kunnen worden kan een intrinsieke motivatie tot leren geven.
Een kind met een op groei gerichte mindset is blij met uitdagingen en geeft niet op bij tegenslag. Inspanning is de weg tot meesterschap. Met de intrinsieke motivatie om zich volledig in te zetten en vol te houden, is je kind in staat om zichzelf door moeilijke perioden van het leven heen te slaan.
Zo leer je je kind uitdagingen te omarmen en te zien als mogelijkheden om te groeien.
- Leer je kind dat iedereen mogelijkheden heeft ergens beter in te worden.
- Leer doorzetten als iets moeilijk is; vertel over eigen ervaringen.
- Leer dat fouten als filter werken en als inspirator dienen om te groeien
- Geef kans nieuwe dingen te proberen, ruim obstakels niet uit de weg.
- Geef complimenten over het proces; hoe heeft je kind het aangepakt?
- Benadruk de inzet; je ziet en beloond de inspanning die je kind geleverd heeft.
- Laat je kind ervaren dat hard werken een voorwaarde is om iets te bereiken.
- Maak je kind bewust van zijn mindset.
- Leg uit dat het brein verbindingen aanlegt met oefenen (bijv. fietsen, lopen).
- Creëer leerzame momenten.
Voordelen voor je kind.
- Meer vertrouwen in eigen kunnen.
- Meer open voor ‘negatieve’ feedback.
- Laat zich minder ontmoedigen door tegenslagen
- Meer doorzettingsvermogen.
- Meer plezier in wat ze doen.
Stella KinderJeugdCoach heeft ook een Facebook pagina. Hier vind je verschillende artikelen, columns van Stella, tips, leuke en handige weetjes…en meer…
Ontwikkeling
Primaire reflexen zijn de basis voor een goede ontwikkeling van een kind. Ze vormen als het ware een stevige ondergrond waar weer nieuwe ontwikkelingsfases op gebouwd kunnen worden.
Een reflex is een onwillekeurige, automatische beweging als reactie op een prikkel. We hebben verschillende reflexen actief in ons leven, ook wel de levenslange reflexen genoemd. Als we bijvoorbeeld onze vinger branden gaat er een seintje naar de hersenen en is de reactie daarop dat we onze hand zo snel mogelijk terugtrekken!
Verstoorde primaire reflexen kunnen verschillende oorzaken hebben en voor verschillende problemen zorgen.
Primaire reflexen zijn rond het tweede levensjaar veelal volledig in het lichaam geïntegreerd en dus niet meer actief.
Vanaf het prille begin in de baarmoeder zijn er al primaire reflexen die helpen ons brein te ontwikkelen. Een goede ontwikkeling hiervan is van enorm belang voor motoriek, gedrag, communiceren, sociaal en emotioneel welzijn.
Primaire reflexen worden aangestuurd vanuit de hersenstam, het gedeelte van de hersenen dat verantwoordelijk is voor de overleving. Voorbeelden van deze reflexen zijn o.a. het zuigreflex, grijpreflex en schrikreflex. Als primaire reflexen nog actief zijn wordt de hersenstam gestimuleerd en schiet het lichaam in de ‘vecht-vlucht’ stand. We reageren dan vanuit stress en overleving. Bij goed geïntegreerde reflexen geef je een reactie vanuit je prefrontale cortex waar je de informatie verwerkt en analyseert alvorens een reactie te geven.
Wat gebeurt er als een kind zijn reflexen niet of niet goed heeft kunnen integreren?
Wanneer een kind de stevige basis van goed geïntegreerde reflexen mist, is alles wat je er verder op bouwt wankel. Het actieve reflex zal zich altijd opdringen en verstoort zo het normale functioneren. Het kind zal deze reflexen willen onderdrukken of compenseren wat enorm veel energie kost.
Een kind kan overreageren, helemaal niet reageren of ongecontroleerd reageren op zintuiglijke informatie. Veel voorkomende klachten zijn:
- moeilijk stilzitten;
- struikelen, moeite met evenwicht;
- tijdens het schrijven met het hoofd bijna op de tafel liggen;
- heeft zijn benen om de stoelpoten geklemd;
- is overgevoelig voor labels in kleding, geluid en/of licht;
- bijt op z’n pen, nagels of duimt etc;.
- plast nog regelmatig in zijn broek;
- is “onhandig”, loopt tegen dingen aan, gooit dingen om;
- is onzeker, faalangstig;
- wordt gepest of pest zelf;
- loopt op zijn tenen (letterlijk en figuurlijk);
- heeft zijn emoties niet in balans;
- klaagt over hoofdpijn tijdens het lezen of tv kijken;
- heeft een zwakke pen greep;
- schrikt van harde geluiden;
- slaapt slecht;
- heeft moeite met concentreren.
Problemen met verstoorde primaire reflexen
Er zijn verschillende oorzaken waardoor reflexen soms niet of niet goed geïntegreerd zijn? Dit kan komen door:
- problemen tijdens de zwangerschap, geboorte en/of na de geboorte, denk daarbij o.a. aan geboorte trauma (vacuumverlossing, tangverlossing) en keizersnede;
- emotionele stress van de moeder tijdens de zwangerschap;
- onvoldoende juiste beweging in de baby/peuter tijd. Maxi cosi’s, schommelstoelen, autozitjes etc beperken de bewegingen die juist zo nodig zijn voor de ontwikkeling van de hersenen. Maar denk ook aan het veelvuldig en lang tv kijken, gebruik van Ipad en computers wat behalve invloed op de houding ook negatieve invloed heeft op de hersenen die nog in ontwikkeling zijn;
- elektronische vervuiling, elektromagnetische straling (wifi);
- ziekte, trauma en chronische stress op latere leeftijd.
Lees meer over leerproblemen en primaire reflexen
Ontwikkeling Moro reflex
De Moro is een automatische reactie op een plotselinge verandering in zintuiglijke prikkels. Bij een pasgeboren baby herken je dit aan onverwachte beweging of geluiden. Een baby ademt snel in. Zijn vingers, armen en benen spreiden zich. In de bloedbaan komen adrenaline en cortisol vrij. Vervolgens zal de baby zijn armen over zijn borst sluiten, ademt hij uit en begint hard te huilen. Op deze manier roept de baby om hulp.
De Moro ontwikkelt zich in de 9e week na conceptie bij de foetus in de baarmoeder en maakt ons gevoelig voor gevaar. Dit reflex is belangrijk bij de eerste ademhaling na de geboorte. Daarnaast is de moro ook belangrijk in de eerste strek reactie van het lichaam. De baby heeft tenslotte 9 maanden in een gebogen positie in de baarmoeder gezeten.
De Moro reflex hoort geïntegreerd te zijn bij 3à 4 maanden en gaat over in het gewone “volwassen schrik reflex”
Wat gebeurt er bij een actieve moro reflex?
Wanneer bij het kind deze Moro reflex niet geïntegreerd is, zal er telkens een overproductie aan cortisol en adrenaline in het lichaam worden rondgepompt wanneer het kind schrikt. Het kind heeft dan een verhoogde mate van stress in het lichaam. Het kind kan na enige tijd hypergevoelig worden in een of meer zintuigen. Hierdoor zijn deze kinderen snel afgeleid en moe. Het kan zich uiten in storend, onrustig gedrag of juist het tegenovergestelde, het kind trekt zich terug en keert in zichzelf.
Symptomen bij een actieve Moro reflex
- Overgevoelig voor geluid en/of licht.
- Lage eigenwaarde, weinig zelfvertrouwen.
- Extreem schrikachtig.
- Concentratieproblemen.
- (Faal)angst.
- Slecht coördinatie (met name tijdens balspelen)
- Evenwichtsproblemen
- Houdt niet van veranderingen
- Gemakkelijk afgeleid
- Last van allergieën, lagere immuniteit
- reisziekte.
- Keel-, neus- en oorproblemen.
Verstoorde primaire reflexen behandelen met ‘reflexintegratie’
Onafhankelijk van leeftijd kunnen reflexen (opnieuw) geïntegreerd of verder geïntegreerd worden. Zo kan de basis voor ons zenuwnetwerk opnieuw aangelegd worden. Aan de hand van een intake en testen kan worden vastgesteld welke reflexen nog niet, niet goed, of nog niet geheel geïntegreerd zijn. De behandeling bestaat uit een reeks bewegingsoefeningen die zowel passief als actief gedaan kunnen worden. Veelal krijgen kinderen oefeningen mee voor thuis welke zo veel mogelijk op speelse wijze worden aangeboden zodat de kinderen het leuk en fijn vinden om te doen.
Door Tini Rademaker, integratief kinder- en jeugdtherapeut bij Kinderpraktijk aan de Dijk te Beusichem (Gelderland)
www.kinderpraktijkaandedijk.n
Basisschoolkind, Puber
Eén op de tien kinderen heeft last van faalangst! Faalangst bij kinderen is de angst om bij een taak te mislukken. Faalangst ontstaat in situaties waarin een kind door iemand beoordeeld wordt of denkt te worden.
Als hij hetzelfde klusje in zijn eentje doet (zonder publiek), is er vaak niets aan de hand. Kinderen met faalangst zijn bang dat ze door een slechte prestatie de waardering van hun ouders, klasgenoten en leerkrachten verliezen. Ze blokkeren, haken af, gaan nieuwe uitdagingen uit de weg of werken zo hard dat ze zelden nog ontspannen zijn.
Er zijn verschillende soorten faalangst te onderscheiden:
- Cognitieve faalangst (En net wist ik het allemaal nog…..)
Deze angst heeft te maken heeft met het leren. Cognitieve faalangst komt voornamelijk voort uit taakopdrachten, die te maken hebben met het schoolse leren. Het gaat hierbij om het oppakken van nieuwe leerstof of het toetsen van stof.
- Sociale faalangst (Wat zullen zij wel niet van mij denken….)
Is een angst, die een kind ervaart voor een bepaalde sociale taak staan, zoals de omgang met andere kinderen of docenten.
- Motorische faalangst (Op zulke momenten ben ik als ‘verlamd’ …..)
Deze angst heeft te maken heeft met het gebruiken van je lijf (vooral bij gym). De angst om te mislukken zorgt voor een verkrampte houding waardoor een kind dingen niet meer kan.
Herkenning van faalangst bij kinderen
Faalangst herkennen is moeilijk. Kinderen kunnen hun angst goed verbergen door bijvoorbeeld stoer of clownesk gedrag. Door te praten over dit gedrag kun je er achter komen of er faalangst achter zit.
Veel voorkomende uitingen van faalangst zijn:
- Clownesk gedrag: met grappen en grollen proberen deze kinderen hun faalangst te verbergen. Dat dit voor anderen af en toe vervelend is, nemen ze op de koop toe.
- Stil, teruggetrokken gedrag: deze kinderen zijn heel gesloten en kunnen zich Vaak moeilijk uitdrukken.
- Apathisch en droevig gedrag: deze faalangstige kinderen geven toe aan hun lage zelfbeeld. Als ze geen hulp krijgen bij hun taak, vervallen ze in een apathische en droevige houding.
- Lichamelijke klachten: deze kinderen krijgen vaak hoofdpijn, maag- of darmklachten (diarree/braken), hartkloppingen of zweten.
Lees meer over wat je als ouder van faalangst moet weten
Tips voor faalangst bij kinderen:
- Laat zien dat ze niet de enige zijn die last hebben van faalangst en dat dat niet erg is. Het is belangrijk om het niet af te doen als iets geks of abnormaals.
- Een kind met faalangst ziet nieuwe dingen vaak iets bedreigends. Het kan hierbij helpen veranderingen of nieuwe dingen geleidelijk aan op te pakken.
- Geef het goede voorbeeld: vertel dat jij ook fouten maakt.
- Zoek evenwicht tussen negatieve en positieve reacties. Faal angstige kinderen hebben vaak alleen maar aandacht voor negatieve opmerkingen over hun gedrag. Dus geef zoveel mogelijk positieve reactie of een complimenten
- Waardeer niet alleen de prestaties, maar vooral de inspanningen van een kind; hard werken voor een zes is lovenswaardiger dan op je sloffen een acht halen.
- Niemand is perfect. Laat voelen dat een kind fouten mag maken, ook thuis.
- Laat een kind veel taakjes uitvoeren die het aankan (torens bouwen, boterhammen smeren) en geef positieve reacties. Succes helpt hen geloven in zichzelf.
- Stem je verwachtingen af op de capaciteiten van een kind. Wie voortdurend boven zijn mogelijkheden moet presteren en daarom faalt, raakt gedemotiveerd.
- Los vragen en problemen van een kind niet meteen zelf op. Leer een kind vooral hoe het zijn probleem zelf kan oplossen.
- Vergelijk de prestaties van een kind niet met dat van broers of andere kinderen.
- Zorg voor een goede inspanning-ontspanning-balans.
- Vermijd een te competitieve sport.
Waarom hebben beelddenkers sneller last van faalangst?
Dyslexie, Leerproblemen
Tegenwoordig is de term dyslexie gelukkig bij veel mensen bekend. Ongeveer 3 tot 5 procent van de kinderen heeft een vorm van dyslexie. Dit uit zich veelal in moeite met het lezen en schrijven van woorden. Naast deze problemen op het gebied van taal zijn er echter nog meer problemen die voortvloeien uit dyslexie. Welke dyslexie problemen ervaart een kind?
Dyslexie heeft niet alleen invloed op het leren van talen, maar ook voor andere vakken waar veel lezen aan te pas komt, ondervindt een kind hier hinder van. Dyslexie problemen gaan verder. Denk bijvoorbeeld aan geschiedenis, rekenen en het verwerken van instructies van de leerkracht. Kinderen met dyslexie moeten, in vergelijking met hun klasgenoten met eenzelfde intelligentie, onevenredig veel energie in steken in deze vakken, waar lezen een belangrijk onderdeel van uitmaken.
Dyslexie kan een grote invloed hebben op een kind en zijn omgeving. Naast leesproblemen komen vaak sociaal-emotionele problemen voor. Leren lezen en schrijven is voor kinderen vaak belangrijk. Als dit niet goed gaat, schaadt dit het zelfvertrouwen van een kind.
Dyslexie kan het gevoel van eigenwaarde bij een kind zwaar ondermijnen. Het kan tot frustraties leiden als het kind voldoende intelligent is maar het technisch lezen niet onder de knie krijgt, terwijl het bij klasgenootjes probleemloos lijkt te verlopen. Ook kunnen motivatieproblemen ontstaan waardoor kinderen geen zin meer hebben om het lezen te blijven oefenen, terwijl zij juist extra oefening nodig hebben om een minimaal leesniveau te halen.
Dyslexie problemen gaan verder
Klachten die verband houden met dyslexie zijn:
- Onvoldoende motivatie
Zeker wanneer er nog geen diagnose is gesteld kan een kind allerlei redenen bedenken waarom het lezen en spellen niet lukt. Het vele oefenen zonder veel resultaat kan voor demotivatie zorgen.
- Lichamelijke klachten
Een kind kan klagen over buikpijn of hoofdpijn. De inspanning die een kind op school moet leveren kan zo zwaar zijn dat dit zich uit in lichamelijke klachten. Of een kind probeert hiermee (onbewust) de aandacht van de lees- en spellingproblemen af te leiden.
- Faalangst
De kans bestaat dat een kind faalangst ontwikkelt, de angst om te falen of tekort te schieten, de angst om niet aan bepaalde verwachtingen te kunnen voldoen.
- Onzekerheid
Dyslexie kan maken dat een kind onzeker is over zijn eigen kunnen. Er is zeker geen reden toe, wat kinderen met dyslexie beschikken over veel mooi kwaliteiten. De nadruk ligt echter vaak op zaken waar ze minder goed in zijn. Wat onzekerheid met zich mee kan brengen.
Het is goed je te realiseren dat dyslexie meer is dan een lees probleem. Maar wist je dat het terug te brengen is tot twee kernproblemen.