
Top 5 huiswerkfrustraties en oplossingen
Veel kinderen, en zeker kinderen met ADHD worstelen met huiswerk. Een ieder worstelt op zijn eigen manier. Het ene kind is ongeorganiseerd, de ander stelt het steeds uit of is afgeleid. Welke specifieke huiswerkuitdagingen er ook zijn, hier zijn oplossingen voor die goed werken. Vaak heeft een kind problemen met zijn executieve functies. Een paar specifieke strategieën die de meest voorkomende huiswerkfrustraties, zoals chaotisch of uitstelgedrag.
Chaotisch
Veel kinderen met ADHD hebben moeite met het verwerken van informatie, wat betekent dat ze moeite hebben met het bijhouden van de opdrachten die ze moeten maken. Hun map met spullen is vaak rommelig. Dit is voor een kind heel frustrerend. Vooral ook als het huiswerk af is, maar vervolgens kwijt is als het moet worden ingeleverd.
De sleutel is om de organisatie als een onderwerp te behandelen. In plaats van huiswerktijd te beginnen met een wiskundeopdracht of een woordenschatlijst, begin met een paar minuten te besteden aan organisatie. Ga met een kind door zijn map heen. Werk samen aan enkele organisatorische strategieën. Als een kind bijvoorbeeld moeite heeft om papieren in een ringband met drie ringen te archiveren, vraag haar dan of ze in plaats daarvan een accordeonmap wil proberen.
Help kinderen die wat chaotisch zijn ook door te zorgen voor dagelijkse routine. Leg ’s avonds alles klaar voor school, zo kan een kind de dag georganiseerd beginnen.
Uitstellen gedrag
Uitstelgedrag is ook veel voorkomend. Kinderen zijn geneigd om huiswerkopdrachten uit te stellen. We gaan er vaak vanuit dat een kind geen zin heeft of niet wil. Maar in veel gevallen wil een kind beginnen maar ze voelen zich overweldigd. De hoeveelheid leerstof lijkt zo groot dat het verlammend werkt.
Om kinderen die uitstelgedrag te helpen, moet je eerst de drempel voor toegang verlagen. Maak het maken van huiswerk zo gemakkelijk dat iedereen het kan. Hier zijn twee hoofdstrategieën:
1. Per taak : Kies een kleine taak die een kind kan doen om aan de slag te gaan. Als er een werkstuk moet worden gemaakt, begin dan met het schrijven van de titelpagina. Of als het om een wiskundig werkblad gaat met 20 opgave, vraag dan om de eerste twee te voltooien – en neem daarna een korte pauze.
2. Op tijd : Sommige kinderen hebben een timer nodig. Gebruik bijvoorbeeld 10 minuten, noem het de “Tolerable 10. Zeg tegen een kind dat hij zich gedurende 10 minuten zo goed mogelijk moet concentreren op zijn huiswerk. Als de tijd om is, laat hem dan een rondje door de woonkamer lopen of een snelle rekoefening doen.
Of het nu gemotiveerd is door een taak of door de tijd , een kind zal zien dat zodra de drempel voor toegang is verlaagd, het werk niet zo moeilijk is.
Uitstellen kan ook te maken hebben met de grote van de opdrachten. Als de leerstof in kleine, behapbare stukken wordt gedeeld, creëert dit overzicht en duidelijkheid. Het is dan veel makkelijker om aan iets te beginnen voor een kind als hij de leerstof kan overzien. Een kind krijgt dan het idee dat het haalbaar is om de taak met succes te doen.
De huiswerkfrustraties: afgeleid
Afleidbaarheid komt in twee vormen: we hebben onze onruststokers en we hebben onze dagdromers. Onrustige kinderen bewegen altijd, heen en weer schommelen in hun stoel, of herhaaldelijk op hun pen klikken of hun haar draaien terwijl ze huiswerk maken. Voor ouders die hen helpen, kan deze constante beweging vervelend en storend worden. Aan de andere kant van het spectrum zijn de dagdromers, die de neiging hebben om een opdracht van 15 minuten te nemen en deze naar een uur of langer te slepen. Simpelweg omdat ze niet gefocust kunnen blijven. Ze beginnen misschien uit het raam te kijken of op de hoek van het papier te krabbelen, in plaats van op de taak te letten.
Onderzoek toont aan dat afleidbare kinderen moeten friemelen om zich te kunnen concentreren. Met andere woorden, hen vertellen “stil te zitten” is in feite contraproductief. Geef ze in plaats daarvan een fidget-speeltje, een klein handobject waarmee je op een niet-storende manier kunt friemelen of een stressbal.
De dagdromer help je door een herinneringssysteem te gebruiken. Vraag een kind hoeveel herinneringen hij denkt nodig te hebben om een opdracht af te maken. Als hij het niet zeker weet, begin dan met drie. Houd je aan dat aantal, wat er ook gebeurt. Wijs de eerste keer zachtjes zijn aandacht op zijn afleiding. Als jij weer afdwaalt, probeer het dan opnieuw: ‘Dit is je tweede herinnering; Ik geef je er nog één. Als je hem weer ziet wegdromen, complimenteer een kind op wat al wel af is. En geef de laatste herinnering. Deze strategie haalt het ‘zeurende’ element er uit en maakt een kind bewust van zijn eigen afleidbaarheid.
Je kunt dagdromers ook helpen door een stoptijd in te stellen. Hierdoor kan een kind een einde in zicht zien en zijn eigen tijd daarop afstemmen.
Gehaast
Dan zijn er de kinderen die wild door hun huiswerk rennen, gewoon om het zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen. Gehaast en snel huiswerk maken, ongeacht of het goed is. Een kind wil het gewoon zo snel mogelijk doen.
Gebruik bij gehaaste kinderen aangewezen huiswerktijd. Dit is gebaseerd op het uitgangspunt dat kinderen van elk leerjaar een bepaalde hoeveelheid tijd aan huiswerk moeten besteden. Een goede vuistregel is dat kinderen elke avond 10 minuten per klas moeten doorbrengen. Dus een 3e klasser zou ongeveer 30 minuten huiswerk moeten hebben, terwijl een 6e klasser maximaal 60 minuten kan hebben. Als ouder kunnen je stellen, ‘Ongeacht hoeveel huiswerk je ook zegt, je moet elke avond 30 minuten zitten en huiswerk maken. Als je echt niet genoeg te doen hebt, kun je een boek lezen of je wiskundige feiten oefenen’ In de meeste gevallen vermindert deze ingestelde periode de haast, omdat een kind weet dat het hoe dan ook niet in staat zal zijn om na 3 minuten op te staan en Xbox te spelen
Gefrustreerd
Soms maakt huiswerk een kind van streek. Tekorten aan de executieve functies, leer problemen of moeilijke onderwerpen kunnen kinderen van streek maken. Als een kind van streek is kan hij zich minder op zijn huiswerk concentreren.
Als een kind gefrustreerd raakt, is de beste strategie om te stoppen. Een discussie aangaan heeft weinig effect op het moment dat een kind overstuur is. Belangrijk is het gevoel te erkennen, hierdoor kalmeert een kind. Als een kind weer rustig is, kan je opnieuw beginnen.
Als stoppen niet werkt voor een kind, is een andere strategie om het gevoel een naam te geven . Dit is een manier om empathie te oefenen waardoor kinderen het gevoel krijgen dat ze gehoord worden. Laat weten dat je snapt dat het huiswerk allemaal wat veel is.