‘Beter verliezen dan dat je het nooit hebt gehad’.
Dat is de eerste zin die ik neer tikte toen ik in 2008 het geboorte- en tevens rouwkaartje van mijn zoontje Guus ontwierp. Nu, zes jaar later leg ik de diepe betekenis van die woorden uit aan mijn dochter van acht jaar oud. Want een klasgenootje is overleden. De jonge held heeft zijn strijd niet mogen winnen. Het heeft een enorme impact op de kinderen uit de klas, zo ook op mijn dochter. Leg het maar eens uit, het is zó oneerlijk! Onvermijdelijk gaan de gedachten van mijn meisje terug naar de periode dat we haar broertje, en twee jaar later haar zusje moesten begraven. Als jongste van het stel kreeg ze er in die tijd -ze was twee en later vier jaar- niet bewust iets van mee. Althans dat dacht ik. In de jaren die voorbij zijn gegaan heeft ze de behoefte ontwikkeld om hun grafjes met regelmaat te bezoeken. Ze horen er binnen ons gezin als broertje en zusje gewoon bij. Het onderwerp is altijd bespreekbaar. Op haar fietsje gaat ze met ons naar de begraafplaats toe en altijd moet er een verse bloem mee. Het is een mooie gedenkplek geworden. Dat ging niet zonder slag of stoot, ik heb het wel drie keer veranderd voordat het naar mijn zin was. Vandaag fietsten we samen naar de begraafplaats. ‘Hoi Guus en Anne, ik kom even praten want er is een vriendje doodgegaan’, zo begint ze haar verhaal en ondertussen plukt ze de uitgebloeide viooltjes weg zoals ik dat altijd doe. Ik aanschouw het vanaf een bankje en laat haar even ‘haar ding’ doen. ‘Vet gemeen he, dat hij dood is, maar mama zegt dat het misschien beter is zo. Net zoals met jullie. Ik kom nog terug vandaag met mijn beste vriend en dan leggen we hier een bloem bij jullie want K* krijgt geen plaatsje hier. Ze gaan dat moeilijke woord doen en dan word je niet begraven maar dat andere. Ik mag nog kiezen of ik er heen ga met de klas maar ik denk dat ik liever bij jullie kom om aan hem te denken, oke? Doei!’ Nog twee handkusjes en ze draait weer om. ‘Zullen we gaan mam?’ Mam moet zichzelf even bij elkaar rapen en pinkt een traantje weg. Ze kijkt me met haar grote blauwe ogen aan. ‘Niet huilen mam. Soms is het beter iets moois te verliezen. Beter verliezen dan dat je het nooit hebt gehad. Dat zeg jij toch altijd?’ Ik knik en aai haar over haar bol, want er komt geen woord over mijn lippen. Maar het is goed zo. Op zulke momenten zijn woorden immers slechts een beperkte taal…