Mijn zoon is een echte vleeseter. Maar niet in de vorm van broodbeleg want op zijn brood eet hij het liefst pindakaas of chocoladepasta. Nee, het gaat echt om het avondeten. Een balletje gehakt vindt hij niet te versmaden, een stukje kip vindt hij heerlijk. n als zijn vlees op is (in no-time) is zijn aandacht direct verslapt en zit hij het liefst achterstevoren, op z’n knieën heen en weer te wiebelen of hij leunt mijn kant op terwijl hij mij heel veel kleine kusjes probeert te geven. Hartstikke lief natuurlijk èn ik zie dat stuk bloemkool, die boontjes, de groente tussen de pasta…ook graag in zijn mond verdwijnen! Maar dat is weer een ander verhaal.
Op een avond bekijkt hij zijn gehaktballetje eens goed van dichtbij. Met het puntje van zijn neus tikt hij zijn vlees aan.
“Ruikt lekker mama,” zegt hij waarderend.
Ik knik hem glimlachend toe en zie dat hij niet geheel zachtzinnig over zijn neus wrijft.
“Mijn neus kietelt!” lacht hij.
We eten een tijdje in stilte. Ik kijk even naar opzij want normaal staat zijn mond nog geen 20 seconden stil. Waar denkt hij aan? Lang hoef ik niet te wachten.
“Mam, een koe maakt toch melk?” Hij schuift nadenkend met zijn vingers de stukjes vlees heen en weer over zijn bord
“Ja en wil je een vork gebruiken?” antwoord ik bijna automatisch.
“Jaha…maar…hoe maakt een  eigenlijk koe vlees?” Zijn goudeerlijke ogen staan vragend en zijn kaken vermalen met smaak het stuk koe dat hij tussen zijn woorden door in zijn mond heeft gestopt.
“Hoe maakt een…,” Ik breek af.
“Eh…,” begin ik dan. Peinzend snij ik ook een plakje van mijn vlees af. Ik bekijk het en mijn jongen kijkt geïnteresseerd met me mee. “Lekker stukje hè? Mam, hè?” Zijn ogen glimmen als hij me aankijkt.
Ik lach. “Ja, jij bent zeker een lekker stukje,” grap ik.
“Neehee,” zegt hij fel, “mam, hoe maakt nou een koe vlees?”
Tja, deze jongen is niet af te leiden. Maar eerlijk gezegd vind ik zijn vraag best moeilijk te beantwoorden. Ik zie het al voor me dat ik zeg: “Ja jongen, eerst schieten ze een pen in zijn kop waardoor hij sterft en dan snijden ze dat prachtige zwart witte koeienlijf in grote stukken.” Ik zucht diep bij deze gedachte.
“Lieverd, een koe maakt geen vlees zoals zij melk maakt,” begin ik.
Ik kijk hem ernstig aan. Diep in mijn hart hoop ik dat hij na mijn uitleg nog steeds zijn vlees lekker vindt.
“Een koe wordt eerst geslacht en gaat dan…eh….naar de slager!”
Simpel houden, denk ik.
“Wat is geslacht?”
Goeie genade.
“….Tja….slachten is doodmaken,” zeg ik tegen hem.
Mijn zoon bekijkt zijn stukje vlees met hoog opgetrokken wenkbrauwen. “Is dit ècht dode koe?” vraagt hij dan met een stem die hoog is van verbazing.
“Ja,” beaam ik en zet me schrap. Maar de reactie die hij geeft is er een die ik totaal niet had zien aankomen. Je hoort van die verhalen dat kinderen niets meer van vlees moeten hebben als ze weten waar het vandaan komt.
“Vet cool! Ik heb een koe op mijn bord!” roept hij uit.
Nou niet mijn zoon dus. Misschien over een paar jaar, of niet. Ik zie het wel. Laat hem tot die tijd maar lekker van zijn vlees genieten. Dan is dit rund tenminste niet voor niets gestorven.