De Sint is vertrokken, bijna geruisloos. Al ver voor zijn aantocht hebben we, mijn jongste kleindochter en ik, kerstfiguurtjes gemaakt van klei. Nu hij vertrokken is en de focus direct en volledig verschuift naar kerstman en kerstboom, moeten de spullen worden afgebakken en afgewerkt. Liefst geglazuurd, want dat is het mooiste. Maar aangezien we daarvoor een oven vol producten moeten verzamelen om een rendabel bak moment te hebben, richten we ons eerst op andere kerstproducties. Zoals het maken van de kadootjes voor het projectkoor van overgroot oma, die dit jaar een Festival of Lessons and Carols uitvoeren in twee kerken in onze woonplaats.

Mijn kleindochter is het hele weekend paraat om hand en spandiensten te verlenen. Het is een hele taak voor haar, we vertrekken vroeg in de middag, halen zangers en zangeressen op, slepen met bloemen en helpen met het opstellen van het koor. Het is een lang programma, eerst inzingen, dan koffie en dan het concert. Ik bied haar aan om opa te bellen om haar tussentijds op te halen omdat het anders te lang gaat duren en ze twijfelt. Ik kijk nog even oma, ik wil eigenlijk graag nog iets doen.

Dan schieten me de programmaboekjes bij de ingang van de kerk te binnen. We lopen samen naar achteren en verzamelen alle stapeltjes. Ze gaat, in haar prachtige kerstoutfit compleet met kerstroos in het haar, bij de ingang van de kerk staan en begroet de binnenkomende kerkgangers. Met een kleine buiging overhandigd ze iedereen een programma en wijst ze wisselende gangpaden aan. Intussen is de organist gaan spelen en loopt de kerk vol. Als het koor zingend in processie de kerk binnenkomt schuift ze naast mij aan in de voorste bank.

Uit volle borst zingt ze mee, een soort van Engels, haar versie van Once in royal Davids City. Ze bladert door het boekje en wijst de samenzang voor me aan. Ik fluister in haar oor of ik opa nog zal bellen. ‘Ik blijf’, fluistert ze zacht terug, en daarna, ‘nu komt deze oma, die is ook zo mooi…’ en we vangen samen het volgende lied aan.

Na de laatste samenzang heeft ze nog een steroptreden, dan mag ze bloemen geven aan de dirigent, de organist en alle violisten. Dat doet ze prachtig en plechtig. Dan zijn we klaar en gaan we rap op huis aan. Want, hoe prachtig de voorstelling ook was, als we snel zijn kan ze nog een stukje tv-kantine zien!