Eindelijk waren we weer eens samen uitgegaan. Dat wil zeggen: zonder de kinderen. Heerlijk een avondje ouderwets eten, drinken en vooral bijkletsen. Want dat laatste schiet er nog wel eens bij in de laatste jaren. Aangezien het tijdstip van het ´s morgens ontwaken van je bloedjes op geen enkele manier een verband houdt met het tijdstip dat je zelf in je bed bent beland, maken wij in zulke gevallen voordat we gaan slapen altijd even een schemaatje wie de vroege dienst heeft (waarbij de ander dus mag blijven liggen) en wie de late dienst (waarbij diegene dan rond het middaguur wordt afgelost en een dutje mag gaan doen). Ik ben absoluut geen matineus type, maar voor deze keer offerde ik me op voor de zwaarste etappe.

Onze kinderen stonden rond half acht aan ons bed, we mochten niet klagen. Ik vroeg mij nog af of ik al daadwerkelijk had geslapen en kwam tot de conclusie dat het uurtje in bed wel erg snel voorbij was gegaan, dus het antwoord moest wel ja zijn. Mijn zoon van twee, die zindelijk begint te worden, liet demonstratief zijn nachtelijke plasluier op de grond vallen en liep, samen met mijn zus, weg. Want echt veel lol is er aan mij niet te beleven ´s morgens vroeg en mijn vrouw deed alsof ze sliep, want zij had tenslotte de late dienst.

Met mijn ogen dichtgeknepen tegen de eerste zonnestralen die de slaapkamer binnenvielen (waarom regent het niet gewoon) en met bonkende hoofdpijn strompelde ik mijn bed uit. Bij mijn eerste wankele stap buitenboord belandde mijn rechtervoet in een mij in eerste instantie niet bekend voorkomende zachte substantie. Achteraf had de spoiler aan de achterkant van zijn luier me op het spoor kunnen zetten, maar echt alert was ik zoals gezegd niet. Gelukkig hebben we een tegelvloer, maar van pure schrik liep ik een metertje door naar het Perzische tapijt. Toen viel het kwartje. Na een klungelige schoonmaakactie met veel WC-papier en een nat washandje, wist ik uiteindelijk de trap naar beneden te bereiken.

Aan de ontbijttafel – ik was zelf nog niet tot eten in staat maar mijn kinderen wel – werd mij door mijn zoon nog te verstaan gegeven dat “mijn mond niet mooi rook”. Waarvan acte. Met alle wilskracht in me smeerde ik twee boterhammetjes en schonk ik twee glaasjes sinaasappelsap in. Geen enkel kansberekeningsmodel zou het voorspellen, maar mijn kinderen tarten graag de wetten van de logica. Exact binnen dezelfde tiende van een seconde veegden ze allebei met een flinke zwaai hun glas met sinaasappelsap over de tafel. Nu hebben wij zo´n tafel die uit aan elkaar gemaakte planken bestaat. Echt lekker aansluiten doen die niet. De dag was toen precies vijf minuten oud. Ja je hebt van die dagen. Heb ik al gezegd dat ik geen ochtendmens ben?