Vanaf een jaar of tien komen kinderen in wat we noemen de puberteit. Ze krijgen last van hun hormonen, hun lichaam veranderd. De rijping van de hersenen speelt bij deze veranderingen ook een grote rol. Kinderen gaan hierdoor dingen anders bekijken dan vroeger. Ze worden gevoeliger voor prikkels, zijn sneller afgeleid en vergeten vaker dingen. Meer inzicht in deze veranderingen van het puberbrein, verklaart beter het typische pubergedrag en zorgt er voordat je een kind beter begrijpt en kan ondersteunen.
Hersenontwikkeling
De hersengebieden, ook die van het puberbrein, ontwikkelen zich niet gelijkmatig, maar van achteren naar voren. En juist voor in de hersenen wordt, het weloverwogen keuzes maken, consequenties van beslissingen overzien, goed plannen en prioriteiten stellen, geregeld. Anders gezegd, de emotionele hersengebieden zijn eerder aan de beurt dan de rationele hersengebieden. De emotionele hersengebieden worden extra geprikkeld door hormonen. De rationele hersengebieden zijn nog niet sterk genoeg om de hypergevoeligheid van de emotionele hersengebieden onder controle te houden. Puberhersenen zijn dus tijdelijk uit balans. Eigenlijk heel logisch dat dit effect heeft op hun gedrag.
Het emotionele deel in de hersenen is gevoelig voor de positieve gevolgen van gedrag. Het controlerende deel daarentegen is gevoelig voor de negatieve gevolgen. Pubers zijn daarom heel gevoelig voor beloningen en niet voor straf. Blijf daarom aandacht houden voor wat een kind goed doet.
Het puberbrein en plannen
Zoals gezegd vinden de veranderingen in het puberbrein vooral in het voorste gedeelte plaats, de prefrontale cortex. In dit gebied bevinden zich de plannings- en controlefuncties. Deze functies stellen je in staat om dingen te plannen, te anticiperen en de gevolgen voor de lange termijn te overzien. Deze plannings- en controlefuncties zijn pas in de latere pubertijd voldoende rijp. Deze rijping kan nog doorgaan tot het 22e levensjaar. Dit is de reden waarom pubers vaak moeite hebben met lange termijn plannen, zoals studeren en het sparen van geld.
Het is daarom heel goed om een kind in zijn pubertijd te wijzen op de langetermijngevolgen van zijn of haar gedrag. Zelf kunnen ze dit namelijk niet goed overzien. Soms is het verstandig om bepaalde dingen gewoonweg te verbieden, bijvoorbeeld het drinken van alcohol onder achttien jaar.
Een plenda kan een kind houvast bieden in het plannen van schooltaken, gamen en sporten
Pubers en slapen
Vaak vinden we onze pubers lui. Ze kunnen een gat in de dag slapen en ‘s avonds willen ze niet naar bed. Ze vermaken zich liever nog even met hun telefoon of met gamen. Naarmate de puberteit vordert, zorgen de hersenen ervoor dat het waak- en slaapritme anders gaat werken. In de puberteit wordt het slaaphormoon melatonine steeds later afgegeven of soms zelfs helemaal niet. Dit heeft het gevolg dat een kind ’s avonds veel later moe wordt. Tegelijkertijd heeft een puber ongeveer 9 uur slaap nodig, om alle prikkels van de dag te kunnen verwerken. Daarom hebben pubers vaak moeite om ’s ochtends uit bed te komen.
Verliefdheid en het puberbrein
De eerste interesse in het andere geslacht ontstaat bij kinderen veelal rond hun twaalfde. Dat heeft alles te maken met de geslachtshormonen die een steeds actievere rol gaan spelen. De eerste echte verliefdheid komt meestal iets later in de puberteit. Deze kalverliefdes zijn vaak heel puur maar soms ook erg heftig. Pubers kunnen immers hun emoties nog niet zo goed reguleren. Als je verliefd bent, worden er bepaalde emotionele beloningsgebieden actief in je hersenen. In de puberteit zijn deze gebieden extra gevoelig, waardoor een kind extra verliefdheid voelt. Ook zijn de hersengebieden die hevige gevoelens van verliefdheid kunnen indammen bij pubers nog niet volledig ontwikkeld. Hierdoor zit er bij hen nog geen enkele rem op de gevoelens van verliefdheid.