Mijn zoon heeft net groep 8 afgerond. Nu hebben alle groepen op de basisschool iets bijzonders vind ik.
Iedere ouder met een kind op de basisschool gaat de verschillende fases door: van het langzaamaan steeds een beetje meer loslaten van je kind: snotterende moeders bij het wegrijden van de eerste bus (ik zag eigenlijk nooit vaders huilen maar misschien deden zij het gewoon wat minder opvallend en dramatisch?) tot het uitzwaaien van je ‘bovenbouwer’ op de fiets op weg naar kamp (weer met een brok in je keel).
Ik zie hem zo nog staan 8 jaar geleden: bolle toet, van die heerlijke kleuterhandjes met kuiltjes en X-beentjes. In zijn blik een mix van trots: ‘ik ben nu vier jaar en dus al echt groot’ en twijfel: ‘mama laat mij hier achter in een klas vol kindjes en een hele enthousiaste vreemde mevrouw’. Gisterochtend vertrok mijn zoon. Haar in de gel, sneakers aan, iPod mee. Op weg naar z’n laatste dag op de basisschool. ’s Avonds was de musical, dit weekend het eindfeest.
Groep 8 is echt anders. Wanneer het schooljaar begint is je kind nog echt een basisschoolkind.
Hoewel ze nu de “grootste” van de school zijn, zie je toch nog niet echt helemaal voor je hoe jouw “kleintje” over minder dan een jaar tussen de pubers door de gangen van het voorgezet onderwijs zal slenteren. En toch, wanneer je daar een schooljaar later, wederom met de tranen op je wangen (pffff we janken wat af in die 8 jaar!), staat te applaudisseren in de aula, klopt het helemaal. Hij of zij is er klaar voor.
Het is kennismakingsmiddag met de brugklas.
‘Eh…waar is de school ook al weer mam?’
‘Ik fiets wel even mee.’
‘Ja graag.’
Echter waar ik vorige week, weliswaar alleen buiten het schoolhek, nog een knuffel van een nanoseconde kreeg, roept meneer nu honderd meter voor de school over z’n schouder terwijl hij wegdemareert: ‘ja, ik zie het, doei mam!’
Knuffelen doe ik voortaan met mijn nieuwgeboren pre-puber alleen nog heel erg in het geheim vermoed ik.