Nieuwe en onbekende situaties zijn voor veel kinderen met ADHD ongemakkelijk. Hoe kun je een kind helpen zich aan te passen aan grote en kleine veranderingen die bij het leven horen? Door hun cognitieve flexibiliteit te versterken. Dit kan helpen bij het omgaan met onzekerheden en het beheersen van (negatieve) emoties. Om gaan met verandering.

Cognitieve flexibiliteit gaat over het vermogen je gemakkelijk aan nieuwe en onverwachte omstandigheden aan te kunnen passen. Veel kinderen, maar ook volwassenen met een ADHD brein hebben hier moeite mee.
Voor kinderen kunnen zelfs de kleinste veranderingen in dagelijkse routines al snel een enorme uitdaging worden. Een aangepaste planning, een favoriete outfit in de was, kip voor het avondeten in plaats van een gehaktbal. Deze veranderingen kunnen leiden tot extreme emoties.

Maar net zoals een atleet spieren opbouwt, kunnen kinderen leren om belangrijke cognitieve flexibiliteitsvaardigheden te versterken. Dit kan hen helpen meer veerkracht op te bouwen en beter om te gaan met veranderingen.

5 manieren om cognitieve flexibiliteit op te bouwen

1. Toon empathie

Vaak willen we het gesprek aan gaan met een kind wat boos of overstuur is. Maar dit werkt niet! De hersenen van een kind of, meer precies, de pre-frontale cortex waar logisch denken plaatsvindt, is te ‘heet’ als ze onder stress staan. Dit moet afkoelen voordat een kind kan luisteren.

Als een kind van streek is, kun je het beste empathisch reageren. Een knuffel of glimlach en een simpel reactie ”Wauw, dat is schikken” of “Wat ontzettend vervelend dat dit gebeurt” . Probeer om echt contact te maken met een kind en geef ruimte om rustig te worden.

2. Leg cognitieve flexibiliteit uit

Als de emoties van een kind zijn bekoeld, zoek dan een goed moment om in begrijpelijke taal te praten over hoe moeilijk het kan zijn voor jonge hersenen om flexibel te zijn. Leg uit dat hun hersenen groeien en nieuwe vaardigheden aanleren, net zoals ze dat op school of bij een sport doen. Werken aan cognitieve flexibiliteit zal inspanning en oefening vergen – zoals een atleet die traint voor een sport – maar het zal uiteindelijk zijn vruchten afwerpen.

3. Help ze hun emoties te benoemen

Wanneer kinderen gevangen zitten in de denkwijze van inflexibiliteit, kan dit krachtige negatieve emoties oproepen. Door een kind te laten benoemen wat hij voelt, kan dit hem uiteindelijk helpen flexibel te worden rond routines en gewoonten. En zo beter te kunnen om gaan met verandering.

Als een kind overstuur is door een gebeurtenis, wacht dan tot een kind minder hoog in zijn emotie zit, maar niet zolang dat hij de gebeurtenis is vergeten.

Ga samen even zitten en help een kind de minder prettige gevoelens (frustratie, woede, verdriet) te benoemen die ze voelden toen ze even blokkeerde. Laat ze als dit lukt, benoemen en herkennen waar in het lichaam die emotie het sterkst werd gevoeld.
Vermijd oordelende uitspraken, zoals ‘Mijn broertje maakte me boos’ of ‘Hij maakte me verdrietig’.
Moedig een kind aan om emoties hardop te noemen en bied manieren aan om uit de inflexibiliteitscyclus te komen: “Dat moet heel frustrerend zijn geweest toen je broertje aan je spullen zat. Dat begrijp ik. Wil je dat ik je help om hier een oplossing voor te vinden?”
Probeer deze manier van praten, ook zelf vaker in het dagelijks leven toe te passen. Ik vind het erg jammer dat we dit jaar niet naar oma kunnen gaan voor Sinterklaas. Daar word ik verdrietig van. Maar des te meer kijk ik uit naar ons familiefeest komende zomer.”
Door de taal van flexibiliteit en gevoelde emoties in het dagelijkse gesprekken gebruiken, kunnen kinderen deze vaardigheden zien en zich ze eigen maken.

Executieve functies en het effect van ADHD hierop

4. Voorbereiden en oefenen

Als je een verandering ziet aankomen, bijvoorbeeld weer online les in plaats van fysiek naar school of een andere leerkracht, bespreek deze verandering van te voren met een kind. Ga bij een kind na, wat hij hiervan vindt en welke emoties dit bij hem kan oproepen.

Brainstormen en mogelijkheden bespreken rond verandering, helpen in om gaan met verandering, het  versterkt de cognitieve flexibiliteit. Het laat een kind zien dat het zelfs de moeilijkste situaties aankan.

5. Mijlpalen en beloningen

In één keer je gedrag veranderen gaat niet, dit gaat met kleine stapjes. Benoem deze stapjes en beloon een kind terwijl hij meer cognitieve flexibiliteitsspieren opbouwt. Dit motiveert een kind op weg naar meer veerkracht.

Houd bijvoorbeeld een dagboekje bij van elk succes en vier het met kleine beloningen, zoals samen iets leuks doen of een favoriet toetje. Wetende dat er een beloning aan de andere kant is, kan kinderen motiveren om door de moeilijke en ongemakkelijke overgang te gaan wanneer de verwachtingen veranderen.
Hoewel verandering moeilijk is, zijn de hersenen van kinderen bedraad om te leren. Met begeleiding en ondersteuning kunnen ze waardevolle vaardigheden leren om onzekerheid, moeilijkheden en alle onvermijdelijke ups en downs van het leven het hoofd te bieden.