Een tijdje terug hadden we een tien-minuten-gesprek op school. Ik vind het altijd leuk om te horen hoe mijn jongens het op school doen en of de juffen tevreden zijn. Als zij tevreden zijn, dan ben ik het ook!

Steijn en Hugo zitten bij elkaar in de klas in groep 4. Ondanks alle lof en tevredenheid, hadden hun juffen een opmerking bij Hugo: hij is slordig. Hij maakt gekke fouten bij spelling. Zo schrijft hij hartstikke fonetisch en is het bij hem “zoomur” in plaats van zomer. Verder had hij moeite met dingen doen die hij niet leuk vindt, zoals zijn laatje op orde houden. Herkenden wij dit als ouders?

Dit herkenden we. Zo is onze Huug! Ja, hij kan heel bokkig worden als hij dingen moet doen die hij niet leuk vindt. Nee, op de Donald Duck na leest hij niet graag. En dat slordige? “Dat heeft hij niet van een vreemde”, lachte ik weg.

Het tien-minuten-gesprek

De juffen merkten op dat hij wat betreft spelling beneden verwachting presteert. Rekenen en de rest van taal gingen hartstikke goed, maar dat spellen: het was zo moeilijk om het fonetische schrijven eruit te krijgen! Nu weet ik niet hoe het bij jullie zit, maar ik hield en hou er niet van als er verwachtingen kleven aan prestaties. Je kunt niet meer doen dan je best! De opmerking over het presteren van Hugo legde ik dan ook snel naast me neer en veranderde het onderwerp naar Steijn. (Het is soms zo makkelijk dat ze bij elkaar in de klas zitten!)

Eenmaal thuis had ik een goed gevoel over de tien-minuten-gesprekken. De juffen hadden de jongens omschreven zoals ik ze ken, er waren geen bijzonderheden en we hadden nagenoeg alleen maar positieve dingen te horen gekregen. En toch knaagde er iets, maar dat negeerde ik.

Een vriendin van mij is ontwikkelingspsycholoog en zij was laatst bij mij op bezoek. Terwijl wij gezellig keuvelden over ditjes en datjes, las Hugo hardop een grap uit de Donald Duck voor aan zijn broertjes. Vriendin keek even bedenkelijk, vroeg Hugo om dezelfde grap nog een keer voor te lezen en sprak de legendarische woorden: “Heb je wel eens aan dyslexie gedacht bij hem?” Nee, mijns inziens was hij niet dyslectisch. Hij lag immers prima op niveau met lezen! Goed, hij was wat slordig en had de gewoonte om radend te lezen, maar hij zat toch pas in groep 4? Nou dan! Dat fonetische schrijven zou hij echt wel een keer afleren, dus daar maakte ik me niet druk over. (dat Steijn veel minder fonetisch schrijft vergat ik voor het gemak)

Vriendin vroeg hoe het met zijn tafels zit en ik had geen idee. Hugo wel: de tafels gingen nog niet goed. Hij kon de antwoorden wel snel uitrekenen, maar hij wist ze niet uit zijn hoofd. Ineens ging er een belletje bij me rinkelen. Hij heeft moeite met automatiseren! Vandaar dat hij zo fonetisch schrijft en dat de tafels niet willen lukken!

Automatiseringsproblemen kunnen wijzen op… Juist! Dyslexie! Zijn juffen wilden dat duidelijk maken, maar ik wilde er niet naar luisteren.

Binnenkort wordt hij getest. We weten dan of hij dyslectisch is. Of slordig. Of allebei.