IsaFaye heeft dyscalculie en het onderwijssysteem belemmert haar om haar dromen waar te maken. Ze schreef een brief aan Jesse Klaver om dit probleem onder de aandacht te brengen. De brief is massaal gedeeld op facebook en zelf RTL Late night besteden er gisteren aandacht aan.

Beste meneer Klaver,

Ik stuur u deze brief omdat ik uw filmpje heb gezien met meester Bart en u zegt dat de beste ideeën vaak niet uit Den Haag maar uit de samenleving komen. Nou, ik heb iets waar u misschien over na kunt denken.

Mijn naam is IsaFaye, ik ben 12 jaar oud en ik heb een probleem. Ik hoop dat u even de tijd neemt om mijn verhaal te lezen.

Goed, ik ben dus 12 jaar en zit in een HAVO/VWO brugklas op een Amsterdams Lyceum. Ik heb veel vrienden en vriendinnen, ik heb het naar mijn zin op school. Ik groei op in een fijn gezin, ik rijd paard en mijn rapport is heel goed. Ik ben gezond, ben nog nooit in aanraking geweest met de politie, ik rook of drink niet en ben ook niet aan de drugs. Het lijkt er dus op dat ik een niks-aan-de-hand-kind ben.

Toch is het anders. Het lijkt er op dat ik mijn droom niet kan verwezenlijken en ik kijk niet met plezier uit naar de toekomst op school. Eigenlijk ben ik boos en teleurgesteld.

Ik heb namelijk een ernstige vorm van dyscalculie. Al toen ik heel jong was merkten mijn ouders dat er iets ‘gek’ was met rekenen. Ik kon alles onthouden, maar tafels kon ik niet uit mijn hoofd leren. Klokkijken lukte ook niet. Links en rechts kon ik maar niet aanleren. In overleg met school zijn ze mij gaan testen.

Uit het eerste schoolonderzoek bleek al snel twee dingen. Ik ben bovenmatig intelligent. En… ik kan niet rekenen. Zo scoorde ik op alle Cito’s VWO en VWO+ niveau. Maar rekenen en getallenreeksen daar scoorde ik VMBO B/K op. Dat verschil is groot.

Ik kreeg individuele begeleiding en thuis moesten we flitskaarten oefenen. Sommen tot en met 10 moest ik binnen een paar seconden beantwoorden. Mijn moeder hield dagelijks bij hoeveel kaartjes ik goed had. Na een half jaar oefenen was mijn eindscore met goede antwoorden niets veranderd met toen wij begonnen.

Na de begeleiding werd ik opnieuw getest. Door de individuele hulp heb ik wel leren klokkijken, maar voor de rest ben ik niet vooruit gegaan. Ik bleek dus een ernstige vorm van dyscalculie te hebben.

Op de basisschool keken ze naar wat ik wel kan. Ik kreeg hulpmiddelen zoals gebruik maken van een rekenmachine en tafel- en rekenkaarten. Dat hielp. Zo kon ik de som wel oplossen. Ik snap de som wel, maar het cijferen, het echte rekenen, dat kan ik niet. Ze zeggen dat het komt doordat ik geen korte termijn geheugen heb voor getallen.

De zoektocht naar een school in Amsterdam valt al niet mee. Omdat er willekeurig geloot wordt. Gelukkig ben ik op de school geplaatst van mijn eerste keus. Deze school stond op nummer 1 omdat dit een van de heel weinige scholen was die leken te begrijpen wat dyscalculie is en aangaven ruimte te bieden voor hulpmiddelen. Niet alleen keken naar mijn slechte score op rekenen, maar juist keken naar de dingen ik wel kan en waarvoor ik een VWO score had.

Op school krijg ik nu dan ook veel hulp, begeleiding en geven zij mij vertrouwen. Dat is heel fijn en daar ben ik heel blij mee. Nu hoor ik u al denken, niets aan de hand dan toch? Maar dat is niet waar!
Gisteren heb ik een gesprek gehad met mijn mentor, wat ook mijn wiskunde docente is.

Ik wil heel erg graag naar het VWO. Ik wil namelijk rechten studeren, advocaat worden of werken in de politiek. En ik wil heel erg graag een jaar naar Harvard. Daarom werk ik ook hard voor school en doe heel goed mijn best.

Nu vertelde mijn mentor (en wiskunde docent) gisteren dat ik een prachtige cijferlijst heb. Ook dat ze zien dat ik goed mijn best doe en het naar mijn zin heb op school. Maar dat het VWO misschien te moeilijk is door mijn dyscalculie. Nou, dat wiskunde te moeilijk wordt. De rest zou ik prima kunnen. En dan vooral omdat ze niet weten of bij het eindexamen wel hulpmiddelen gebruikt mogen worden. En dat ze niet weten hoe het verder gaat met de verplichte rekentoets, die een zak/slaag regeling kent op VWO niveau.

En dat vind ik dus niet eerlijk. Ik vind het ook gemeen. Dyscalculie is een afwijking in mijn hersenen. Een aangeboren afwijking is die blijvend is. Het is dus een levenslange handicap. Net als slechthorendheid of blindheid. Ik moet er mee leren omgaan.

Jullie hebben met elkaar bepaalt dat ‘rekenen’ een speerpunt moet zijn. Omdat er in het algemeen te laag rekenniveau is. Maar wat als je niet beter kunt? Wat als je een handicap hebt waardoor je het ook niet kunt leren, al doe je nog zo hard je best? En dat het nog steeds niet geregeld is dat je hulpmiddelen, wat het wel haalbaar maakt, standaard mag gebruiken? Ja, ik krijg meer tijd. Maar dat helpt niet.

Taal is toch ook een speerpunt? Maar er wordt toch ook niet aan iemand die doof is gevraagd een luistertoets te doen zonder een gehoorapparaat? Of aan een blind persoon wordt toch ook niet gevraagd een getypte tekst voor te lezen? En als een blind persoon dan aangeeft het niet te kunnen. Dan is 30 minuten extra de tijd geven toch ook geen oplossing?

Er zijn genoeg voorbeelden van mensen met dyscalculie die met de juiste hulpmiddelen, begrip van hun omgeving het heel ver kunnen schoppen. Zij hadden nog niet te maken met profielkeuzes. Ik kan er niet meer voor kiezen voor een profiel zonder wiskunde. En dan heb ik het nog niet eens over de verplichte rekentoets waarbij op het VWO de zak/slaag regeling geldt.

Dat vind ik dus oneerlijk. Er wordt niet gekeken naar passend onderwijs, naar het beste uit een kind halen. Er wordt gekeken naar wat iemand niet kan. Want wat is voor mij passend onderwijs? Het niveau wat past bij dat ene vak wat ik niet goed kan? Of naar die 11 vakken die ik makkelijk en goed op VWO niveau aan kan? Naar dat ene vak dus. Wat ik niet goed kan door een geboren afwijking. Vindt u dat eerlijk? Vindt u dit passend onderwijs? Vindt u dit ‘kijken naar talent’ en ‘alles er uit halen wat in een kind zit’?

Natuurlijk gaat u niet een wet of regel bedenken of invoeren omdat er toevallig een 12 jarig meisje in Amsterdam boos, verdrietig en teleurgesteld is. Dat snap ik ook wel.

Maar er zijn meer kinderen met dyscalculie! Veel meer, ongeveer 1 in iedere basisschool klas. Dat zijn toch genoeg kinderen om u druk over te maken?

Ik hoop dat u alles heeft gelezen, ook al is het een lang verhaal geworden. Wanneer u vragen heeft of nog beter wil begrijpen wat dyscalculie is, ik zou het u heel graag uit leggen of u er meer over vertellen. Dat kan natuurlijk bijvoorbeeld bij mij op school, maar ik wil ook graag naar Den Haag komen hoor.

Met vriendelijke groet,

Isa Faye