Bij de termen diversiteit en inclusie wordt al snel gedacht aan vrouwenquota’s of jong talent versus oudere werknemers. Maar diversiteit gaat om meer. Het gaat om alle kenmerken waarop verschillen kunnen bestaan. Ook om op het eerste gezicht minder zichtbare kenmerken als persoonlijkheid en manieren van denken.

Diversiteit gaat over de mix van verschillen. Inclusie gaat over hoe we met deze mix van verschillen omgaan. In een inclusieve cultuur kan iedereen zichzelf zijn en haalt men het beste uit zichzelf en anderen, ongeacht culturele, etnische achtergrond of geslacht.

Diversiteit en inclusie

Eén aspect in deze discussie wordt vrijwel nooit genoemd, anders leren en anders denken.
Eén van de minder zichtbare verschillen tussen mensen is dyslexie. Mensen met een dyslectisch brein verwerken informatie in hun hersenen anders dan de meeste mensen. De bekendste uiting hiervan is moeite met leren lezen. Jonge kinderen hebben op school meer moeite met taal, spelling en automatiseren, dan hun leeftijdsgenoten. Deze andere wijze van denken, brengt naast diverse uitdagingen ook kwaliteiten met zich mee. Zoals ruimtelijk inzicht, creativiteit en het vermogen om verschillen vanuit meerdere perspectieven te bezien.

Hoe gaan we op school om met deze vorm van diversiteit

Op scholen wordt conform standaardmethodes les gegeven. Wanneer een kind moeite heeft met lesstof krijgt hij extra ondersteuning. Een kind krijgt een verlengde instructie. In kleinere groepjes wordt de lesstof nogmaals uitgelegd. Een dyslectisch kind mag vaak langer doorgaan om een toets af te maken. Daarnaast zijn er hulpmiddelen die gebruikt mogen worden, zoals voorleesprogramma’s. Op deze manier wordt geprobeerd om kinderen eenzelfde ontwikkeling door te laten maken.

Hoe goed bedoeld ook, dit draagt niet bij aan inclusie in het onderwijs. Integendeel, het benadrukt bij eenieder dat anders denken minder is. Een kind moet meer oefenen of beter zijn best doen om aan de standaard te voldoen. We stellen aan elk kind dezelfde (eenzijdige) eisen en beoordelen elk kind op eenzelfde manier.

Een mooie parallel is hier te trekken naar het dierenrijk. Je moet een vis niet beoordelen op hoe goed hij in een boom kan klimmen.

Een inclusie omgeving

Opgroeien in een inclusieve omgeving is waardevol voor de toekomst. Het stelt mensen in staat om elkaars talenten te zien en te benutten.
Op school gaat vaak nog iets mis. Er wordt extra tijd besteed om een kind op dezelfde manier nogmaals hetzelfde te leren. Bij een groeiend aantal kinderen sluit de methode of wijze waarop iets geleerd moet worden niet aan bij de denkstijl van een kind. Door op dezelfde manier, mogelijk langzamer, hetzelfde te herhalen, bereik je veelal niet het gewenste resultaat. Een andere manier van uitleggen doet dit mogelijk wel.

Het is niet zo dat een kind extra ondersteuning nodig heeft, maar andere ondersteuning. Een kind leert anders, hij vraagt dan ook om een andere instructie. Niet om meer van hetzelfde.

Tevens gaat de extra tijd ten koste, van tijd die aan iets anders kan worden besteed. Het motiveert een kind niet, omdat alle aandacht gaat na wat niet goed gaat, waardoor er minder aandacht is voor wat wel goed gaat.
Door je te richten op gestandaardiseerde leerdoelen, krijg je middelmatige prestaties in plaats van uitmuntende prestaties op basis van persoonlijke talenten.

Binnen de groep wordt de norm gesteld dat als je ergens moeite mee hebt, je meer moet oefenen om een vaardigheid te ontwikkelen.  Aandacht voor andere kwaliteiten is er onvoldoende, waardoor deze niet tot bloei komen.

Hoe kun je meer inclusie tot stand brengen in de klas

Het allerbelangrijkste is dat kinderen anders niet zien als minder. En dit lijkt misschien niet iets groots maar is van cruciaal belang.
Zowel voor het kind zelf dat uitdagingen ervaart als voor andere kinderen is dit bewustzijn belangrijk. Oprechte waardering dat een kind met zichtbare uitdagingen ook belangrijke talenten heeft.

Kijk verder dan de uitdagingen en zie dat dyslexie meer is dan alleen moeite met leren lezen. Dyslectische kinderen verschillen onderling uiteraard ook. Maar als groep hebben ze statistisch gezien meer kans om bepaalde vaardigheden te hebben die heel waardevol zijn. Bijvoorbeeld door het grote geheel te zien en te voorkomen dat je verdwaalt in details, kunnen veel dyslectici floreren in de zakenwereld.

Maak dus ook gebruik van deze belangrijke talenten.

Schaamte en onzekerheid komt veel voor bij dyslectische kinderen, maar dat hoeft niet zo te zijn. Maak er in de klas een prioriteit van om ervoor te zorgen dat kinderen met een “handicaplabel” en hun leeftijdsgenoten de voordelen van neurodiverse teams begrijpen.
Zorg dat kinderen kunnen deelnemen aan gemeenschappelijke opdrachten op school en niet eerst een individuele taak moeten afmaken waar ze iets meer tijd voor nodig hebben.
Geef kinderen bij de samenwerking een rol die de nadruk legt op redeneren en creativiteit, in plaats van tekstverwerking.

Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat dyslectische kinderen een rol krijgen, waar ze de leiding kunnen nemen bij taken die verband houden met interpretatie en probleemoplossing. In plaats van hen te vragen hardop te lezen of op te treden als schrijvers.

Anders leren en anders denken is een belangrijk onderdeel van inclusie en diversiteit.