Digitale kinderboeken bevatten vertelmiddelen die niet mogelijk zijn in gedrukte boeken. Zoals filmpjes, animaties, muziek, achtergrondgeluid en aanklikbare hotspots. Denk hierbij aan spelletjes, quizvragen over het verhaal of een “karaokebalk” die met de tekst meeloopt. Uit onderzoek blijkt dat dit een positief effect heeft op de woordenschat en het verhaalbegrip van kinderen, die moeite hebben met taal of een taalachterstand hebben.
Digitale kinderenboeken bieden steun bij voorlezen en zelf lezen
Een audio-opname van het verhaal fungeert als een gelijkwaardige ‘stand-in’ voor een voorlezende volwassene. Al is samen lezen natuurlijk gezelliger. Maar kinderen begrijpen het verhaal even goed.
Een luisterversie werkt optimaal als de woorden per lettergreep of per letter worden voorgelezen. Het ‘opknippen’ van woorden helpt kleuters bij het ontwikkelen van fonetisch bewustzijn.
Een luisterversie biedt tevens aan beginnende lezers ondersteuning. Als zij het verhaal gelijktijdig voorgelezen krijgen én zelf (mee)lezen, is hun begrip diepgaander. De luisterversie helpt hen met name bij moeilijke woorden en zinnen.
Dyslectici verwerken de tekst bovendien sneller als ze deze gelijktijdig lezen en beluisteren. Kinderen met leesproblemen (zoals dyslexie) vinden het plezierig om gebruik te maken van digitale lees- en luisterboeken.
Animaties bieden meer informatie dan prenten
Kinderen hebben er baat bij als verbale en visuele informatie naast elkaar worden gepresenteerd, zoals gebeurt in digitale kinderenboeken. Beeld kan helpen om het voorgelezen verhaal beter te begrijpen. Gedrukte boeken bieden steun in de vorm van statische prenten. Het effect van bewegende beelden en animaties in digitale boeken is positiever. Kinderen gaan dankzij het lezen van een geanimeerd prentenboek sterker vooruit in hun verhaalbegrip en woordenschat dan bij een statisch prentenboek.
Zwakke lezers plukken in het bijzonder de vruchten van multimedia. Kinderen met een taalachterstand komen tot een beter begrip van het verhaal. Ook boeken zij meer vooruitgang op hun woordenschat
Ook kinderen met concentratie problemen kunnen door de animatie hun aandacht beter bij het verhaal houden.
Kleuters met een ‘normale’ taalontwikkeling leren eveneens meer nieuwe woorden, maar bij hen bestaat er geen effect op hun begrip en taalvaardigheid. Ze blijven, ook na meerdere keren voorlezen, wel geboeider door animaties dan door prenten.
Multimedia hebben als meerwaarde dat ze, dankzij de beweging, een indruk geven van het tijdsverloop van het verhaal. Kinderen leren daardoor niet alleen de gebeurtenissen, maar ook de oorzaken en gevolgen daarvan te doorgronden. Bovendien biedt de camera de mogelijkheid om in te zoomen op details in het plaatje. Dat helpt kinderen om de betekenis van woord en beeld met elkaar te verbinden.
bron: leesmonitor