We worden allemaal geboren als beelddenkers. Veelal rond het vijfde levensjaar krijgt taal de voorkeur bij kinderen. Maar dit geldt niet voor ieder kind. Sommige kinderen blijven beeld denken. Wat betekent dit en waar loopt een kind tegen aan? Wat zijn de problemen van een beelddenker?
Een kind dat in beelden denkt, denkt in beelden vanuit het geheel. Op school krijgt een kind de leerstof niet op deze manier aangeboden. Het is als het maken van een legpuzzel, zonder dat je het voorbeeld te zien krijgt. Beelddenken kan een kind verschillende problemen opleveren:
1. Woorden (taal); mogelijk dyslexie
Beelddenkers zien letters als losse plaatjes. Beelddenkers zien de letters b, d, p en q als hetzelfde. Het is maar net van welke kant je hem bekijkt. De klanken worden daarom niet op juiste wijze aan deze plaatjes gekoppeld. Het filmpje over het dyslexielettertype illustreert op een mooi en eenvoudige manier hoe lastig het herkennen van de letters voor sommige kinderen is.
Als beelddenkers lezen, slaan ze vaak de woorden zonder beeld over: de, het, dat, de hulpwerkwoorden. Als ze stil lezen, kunnen ze dus heel snel lezen.
2. Problemen van een beelddenker met rekenen; mogelijk dyscalculie
Cijfers zijn abstract, dat maakt rekenen moeilijk. Of beelddenkers blinken juist uit in rekenen, doordat ze het zien als puzzelen of ze hebben er grote problemen mee.
Veel beelddenkers leren fonetisch (op klank). Vijfentwintig, je hoort eerst de vijf en dan pas de twee. Toch schrijf je 2-5. Vaak schrijven ze eerst de vijf en dan de twee ervoor.
Cijfers staan bij beelddenkers vaak niet achter elkaar, het zijn losse plaatjes. 28 klinkt hoger dan 30 (30 is een drie met een nul, drie dus).
3. Slechte planning en weinig tijdsbesef
Veel beelddenkers staan bekend als chaotisch! Werken met visuele planborden, taken afbakenen en de dagindeling helder houden kan de nodige rust opleveren.
Bij beelddenkers draait de interne klok vaak te snel. Daarom worden er onmogelijk veel zaken op een dag gepland. Of worden taken tegelijkertijd uitgevoerd. Dit kan zeer uitputtend zijn.
Voor kleine kinderen kan je de tijd visueel maken met bijvoorbeeld een grip-op-de tijd-horloge.
4. Beelddenken, denken vanuit een totaal
Een beelddenker ziet een totaalbeeld en kan dit moeilijk opbouwen vanuit losse deeltjes. Hij is wel in staat om vanuit een geheel terug te beredeneren (omgekeerd leren). In het onderwijs wordt informatie altijd opgebouwd. Een bijna onmogelijke opgave voor een beelddenker. Aanleren om eerst het totaalbeeld te overzien om vervolgens terug te beredeneren om de lesstof in de klas te kunnen volgen.
5. Ongeduldig
Direct een behoefte willen vervullen, heeft impulsief gedrag als gevolg. Het is daarom voor beelddenkers soms moeilijk om geduld op te brengen.
Daar komt bij dat het ene beeld alweer het volgende beeld op oproept. Ook weet men vaak niet waar men moet beginnen. Beelddenkers denken associatief en overzien meer het geheel van de dingen. Ze leggen verbanden en voegen eigen ervaring en kennis toe. Omdat ze in beelden denken, moeten antwoorden worden omgezet in taal. Dit kost tijd.
Beelddenkers, en de problemen van een beelddenker, beter begrijpen
Waarom is dit zo moeilijk te begrijpen of toe te passen in t reguliere onderwijs
Als leraren op school dit nu eens lezen dan zou dat voor de leerlingen , die denken in beelden misschien wat leuker worden , deze kinderen willen niet eindeloos herhalen , en ze willen geprikkeld worden met informatie , nemen geen genoegen met , waarom,daarom
Zijn vaak zeer analytisch , en kunnen belangrijke zaken goed onderscheiden van flut info , maken hele grote stappen met problemen oplossen. En gebruiken info uit verleden op problemen van nu