Het is enorm frustrerend als je ziet als een slim, talentvol kind telkens weer worstelt met redelijk simpele taken zoals huiswerk, opruimen en aankleden. Of met het omgaan met boosheid en teleurstellingen. Hoe komt dat? Onderzoek toont aan dat bij deze kinderen hun executieve functies nog niet goed ontwikkeld zijn. In het boek Slim maar… geven Peg Dawson en Richard Guare praktische tips hoe je deze vaardigheden bij kinderen kunt ontwikkelen.
Wat zijn executieve functies?
Executieve functies zijn de functies in de hersenen die het mogelijk maken om rationele beslissingen te nemen, impulsen te beheersen en je te kunt focussen op wat belangrijk is. Er zijn verschillende vaardigheden te onderscheiden:
Respons Inhibitie: het vermogen impulsen te beheersen. Om te denken voor je doet.
Werkgeheugen: regelt de informatiestromen in het geheugen. Het bepaalt wat nu relevant is, wat later en wat onbelangrijk is.
Emotieregulatie: emoties reguleren om doelen te behalen of gedrag te controleren.
Volgehouden aandacht: aandachtig blijven, ondanks prikkels en afleiding.
Taakinitiatie: op tijd en efficiënt aan een taak beginnen.
Planning/prioritering: een plan maken en beslissen wat belangrijk is.
Organisatie: informatie en materialen ordenen.
Timemanagement: tijd inschatten, verdelen en deadlines halen.
Doelgericht gedrag: doelen formuleren en realiseren zonder je te laten afschrikken.
Flexibiliteit: flexibel omgaan met veranderingen en tegenslag.
Metacognitie: een stapje terug doen om jezelf en de situatie te overzien en te evalueren.
Wanneer een kind een taak niet uitvoert, kan het natuurlijk zo zijn dat een taak of opdracht niet past bij een kind. Je kunt dan de taak aanpassen, maar er zijn ook dingen, zoals huiswerk maken, aankleden die moeten wel gebeuren.
Ga in deze situatie na of een kind de taak niet wil of niet kan uitvoeren. Controleer of er omgevingsfactoren zijn die een kind belemmeren en kijk welke functies een kind nodig heeft voor het uitvoeren van een taak. En of een kind deze bezit?
Slim maar…
In het boek Slim maar… geven Peg Dawson en Richard Guare praktische tips hoe je deze vaardigheden bij kinderen kunt ontwikkelen. Voor veel voorkomende problemen hebben ze aangegeven welke executieve functies je daarbij nodig hebt.
De hele dag gemotiveerd en geconcentreerd bezig zijn kan soms nog wel eens lastig zijn voor kinderen. Deze tips kunnen je daarbij helpen.
Concentratie en motivatie hangen sterk met elkaar samen. Iets doen wat je leuk vindt vraagt veel minder, of bijna géén, overredingskracht om gefocust te kunnen blijven. Als de motivatie ontbreekt is concerteren veel lastiger.
Concentratie verhogen
1. Prikkelarme omgeving
Het klinkt logisch maar verwijder alles wat af kan leiden. Voor kinderen met (tijdelijke) concentratieproblemen geldt, hoe minder afleiding hoe beter. Zorg daarom zoveel mogelijk voor een prikkelarme omgeving. Dit betekent een opgeruimde werkplek met zo min mogelijk onnodige spullen in het zicht.
Zorg er ook voor dat het zo rustig mogelijk is. Als je meerdere kinderen hebt is dat vaak lastig. Het kan dan helpen om ze verder uit elkaar te zetten.
Als kinderen oud genoeg zijn om zelfstandig te werken, laat ze dan alleen op een rustige plek werken. Een stille ruimte zal veelal de concentratie goed doen. Als ze op hun slaapkamer zitten, zorg dan dat deze opgeruimd is zodat ze niet worden afgeleid door speelgoed of andere spullen
Een voordeel van een eigen ruimte is dat ze niet worden afgeleid door huisgenoten die langs lopen of even pauze houden.
3. Koptelefoon
In een huis vol mensen is het nooit écht stil. Als een kind snel is afgeleid door geluiden kan een koptelefoon uitkomst bieden. Dit kan een gehoorbeschermer zijn of een koptelefoon, bij voorkeur met noise cancelling. Een koptelefoon bied ook uitkomst als een kind zich juist beter concentreert met muziek, omdat hij juist een hoge drempelwaarde heeft
Geen enkel kind houdt het vol om uren achter elkaar geconcentreerd te werken. Zorg voor een afwisseling in denk en doe-taken. Wanneer je zorgt voor een afwisseling in die twee taken, zul je zien dat een kind zijn concentratie en focus langer vast kan houden. Zorg ook voor voldoende ontspanning door op gezette tijden pauze momenten in te lassen.
Kinderen en tieners kunnen zich gemiddeld 20 tot 30 minuten echt concentreren. Het werkt het beste als het thuislesschema daar op aangepast wordt. Zet eventueel een timer en spreek af dat een kind tot die tijd met een bepaalde opdracht of vak bezig moet zijn. Zorg tijdens de pauze dat een kind ook echt even van zijn werkplek op staat om buiten te spelen of fruit te eten op een andere plek. Voorkom dat er gegamed wordt op dezelfde plek.
5. Concentratie verhogen door bewegen en frisse lucht
Bewegen heeft een positieve invloed op de concentratie van kinderen. Tussen het werken door is het dus goed om even te bewegen. Dit kan een wandeling zijn, maar ook een dansje door de kamer is goed en gezellig om te doen. Op school gaan de kinderen in de pauze ook naar buiten, dus probeer dit er thuis ook in te houden (of weer in te krijgen).
6. Contact met vriendjes
Last but not least, zorg dat kinderen contact houden met hun klasgenoten. Vaak wordt dit ook vanuit school gearrangeerd, en worden er groepjes gemaakt die via een google meet of teams samen werken. Maar ook samen thuiswerken (op gezette tijden) met een facetime of zoom verbinding, kan motiverend werken.
Zelfvertrouwen is het vertrouwen wat je als persoon hebt in je eigen kunnen en zijn. Zelfvertrouwen van een kind is geen aangeboren eigenschap. Wel is het zo dat het ene kind meer aanleg heeft voor het ontwikkelen van voldoende zelfvertrouwen, dan een ander kind. Het krijgen van zelfvertrouwen is een ontwikkelingsproces dat tijd neemt en vaak nog ver tot in de volwassenheid door kan lopen. Hoe kun je zelfvertrouwen bij kinderen vergroten?
Zelfvertrouwen bij kinderen bevorderen
Vanaf het derde levensjaar wordt een kind zich bewustzijn van zichzelf als individu. Als ouder heb je een belangrijke voorbeeld functie. Hoe zelfbewuster je als ouder bent, hoe zelfverzekerder een kind zich zal ontwikkelen. Tien tips die het zelfvertrouwen van kinderen stimuleren. Tien tips die het zelfvertrouwen van kinderen stimuleren.
Geef op positieve wijze grenzen aan. De identiteit van een kind groeit als er heldere grenzen zijn. Dat vindt een kind niet altijd leuk, maar door alternatieven te bieden voor wat niet mag, voelt een kind zich uiteindelijk zekerder.
Stimuleer de eigen ontdekkingskracht. Leer een om kind zelf te ontdekken wat kan en wat (nog)niet. Zorg voor een omgeving opdat een kind echt zelf dingen kan ontdekken.
Laat je waardering zien en beloon wat ze doen. Beloon de inzet, niet het resultaat.
Geef kinderen de ruimte om fouten te maken
Help kinderen diverse kanten in zichzelf te ontdekken. Focus niet alleen op hun cijfers.
Neem ze serieus en luister (echt) naar ze.
Zeg positieve overtuigingen. Bijvoorbeeld voor het slapen gaan een aantal positieve dingen zeggen tegen een kind werkt diep in op het onbewuste.
Neem gevoelens serieus. Verdriet, boosheid, blijheid, angst: het hoort erbij, ook als jij dat even niet begrijpt of niet ‘ziet’. Vraag je kind wat het nodig heeft om zich weer goed te voelen en neem samen actie om dat te bereiken.
Corrigeer alleen als het echt nodig is. Sommige dingen kunnen niet of zijn minder belangrijk. (pick your fight).
De puberteit van je kind is voor jou als ouders soms best een pittige periode. Stemmingswisselingen, moeite met autoriteit en gezag. Kinderen die zich meer los willen maken van ouders, nieuwe dingen proberen en daarbij soms bewust risico’s en grenzen opzoeken. Je vind het misschien niet leuk, maar het hoort helaas bij pubers opvoeden.
Hoe kun je ervoor zorgen dat het toch gezellig blijft in huis en je een goede band houd met je puber. Wat moet je dan vooral laten en wat kun je doen?
Wat kun je beter laten
Preken Hoe vaak praat je ‘tegen je puber’ in plaats van ‘met je puber’. Met de beste bedoelingen uiteraard. Je wil je kind ergens behoeden of duidelijk maken dat iets heel belangrijk is. Je overlaadt je je puber met informatie. ‘Je moet echt meer bewegen en minder gamen, want uit onderzoek blijkt dat …’. Pubers zijn allergisch voor dit soort ‘gepreek’ van hun ouders en haken veelal direct af. Mogelijk krijg je nog een reactie als ‘Jaahaa mam, ik weet het, dat heb je nu al 100 keer gezegd’. Je boodschap komt niet aan, dus zonde van je energie
Verwijten maken Zeg je ook geregeld tegen je kind: Moet je geen huiswerk maken of zit je weer te gamen. Wat je eigenlijk zegt is, ik vind het maar niks dat je zit te gamen. Deze opmerkingen helpen echter niet. Je puber wordt niet gemotiveerd om minder te gamen of zijn huiswerk te maken. Een andere aanpak kan zijn om interesse te tonen in wat je kind doet of leg hem zonder verwijten uit waarom je zijn gedrag niet oké vindt.
Invullen Pubers hebben vaak iets meer tijd nodig om hun gedachten en gevoelens onder woorden te brengen. Als ouder heb je vaak snel de neiging om dingen in te vullen om het gesprek op gang te brengen. Dit kan behoorlijk averechts effect werken. Want als je er naast zit, zal je kind zich onbegrepen voelen en vaak ook geïrriteerd reageren (‘je snapt er niks van!’). Probeer daarom zoveel mogelijk open vragen te stellen en je kind op die manier te helpen om zijn gedachten te uiten en gevoelens te ordenen.
Pubers opvoeden motiveren hun best te doen op school! Zo doe je dat
Pubers opvoeden: wat wel doen als het gaat om
Creëer qualitytime Pubers zijn vaak vooral bezig met hun vrienden of gamen en zijn niet altijd even gezellig thuis. Wil je de band met je kind goed houden of versterken, onderneem dan samen dingen. Dit is een belangrijk onderdeel voor het versterken van jullie band. Onderneem samen af en toe iets leuks. Zorg ervoor dat dit iets wat jullie allebei leuk en interessant vinden. Ga samen naar de film, wandelen of sporten.
Blijf communiceren Een machtsstrijd levert alleen maar frustratie op van beide kanten. Probeer in gesprek te blijven, zonder te oordelen. Toon interesse in zijn belevingswereld en neem ideeën serieus. Zo voelt je kind zich veilig en geliefd. Al merk je hier soms weinig van.
Geef complimenten Heeft je kind, dan eindelijk zijn kamer opgeruimd of is hij gezellig aan tafel benoemd dit dan. Richt je hierbij vooral op de inzet, niet op het resultaat.
Help met een plan van aanpak Wil je kind overgaan gaan dit jaar, vraag hem dan hoe hij dat wil gaan doen. En uitsluitend zijn best doen, is dan niet concreet genoeg. Vraag wat hij gaat doen en wanneer of op welke momenten. Vraag of je hem moet helpen bij dingen. Je zorgt er zo voor dat je puber gaat nadenken en je laat zien dat je vertrouwen hebt in zijn aanpak.
Het is soms makkelijker gezegd dan gedaan, maar probeer je niet al te druk te maken over het gedrag van je kind. De puberteit is een (vaak lastige) fase die vanzelf weer overgaat.
Verantwoordelijkheid Vaak heb je als ouder best wat regels, veelal om je kind te beschermen en te voorkomen dat hij in de problemen komt. Door een kind te leren dat als hij zich verantwoordelijk gedraagt, hij ook meer vrijheid krijgt omdat je ziet dat hij het aankan. Doe wat je moet doen, zodat je kan doen wat je wil.
Hun kamer opruimen, huiswerk maken of de tafel dekken, het zijn van die dingen waar de meeste pubers niet echt warm voor lopen. Het kan soms veel strijd opleveren om ze elke dag weer in beweging te krijgen. Het is behoorlijk irritant als je een kind elke dag weer opnieuw moet herinneren aan het feit dat de vuile was echt in de wasmand thuishoort en niet ervoor of nog erger, in een hoek van de slaapkamer! Wanneer je elke dag vraagt wanneer ze hun huiswerk gaan doen en als reactie een nors ‘Jaahaah, doe ik straks!’ terug krijgt. Hoe krijg je je luie puber nou wel achter Netflix of zijn telefoon vandaan. Hoe kun je pubers motiveren om in actie te komen?
Waarom zijn pubers lui?
Pubers lijken vaak lui, maar de waarheid is dat ze er niets aan kunnen doen. Het is de schuld van de hersenen. In de puberteit vinden namelijk de grootste veranderingen in de hersenen plaats. Met name in het gebied waar de plannings- en controlefuncties zitten. De ontwikkeling van de hersenen is een intensief proces wat al voor de geboorte van een kind begint en doorloopt tot ongeveer het 25ste levensjaar. Pas dan zijn de hersenen van een kind voldoende ontwikkeld om goed te kunnen plannen, anticiperen en de gevolgen voor de lange termijn te overzien. Met andere woorden, je kind ziet de troep in zijn kamer niet en heeft weinig overzicht als het gaat om de planning van zijn huiswerk
Dat wil niet zeggen dat je het allemaal moet laten en accepteren, er zijn wel degelijk dingen die je ze kunt bij brengen.
Kamer opruimen, hoe kun je pubers motiveren?
De kamer van menig tiener is een grote puinhoop. Maak hier niet jouw probleem van, laat het bij je kind. Het is heel belangrijk dat hij zelf de voordelen gaat zien van het opruimen en deze ontdekt hij alleen door de nadelen te ervaren. Probeer ze daarom niet kun kamer op te laten ruimen en ga ook zelf niet aan de slag. Zijn hun schone keren op, dat is dan jammer. Zo leert je kind ze voortaan in de wasmand te stoppen. Het is makkelijker gezegd dan gedaan, maar het zal helpen.
Je hoeft het natuurlijk niet zover te laten komen. Je kunt ook samen aan de slag gaan om eens in de zoveel tijd hun kamer op te ruimen. Dit kan ook nog best gezellig zijn.
Veel jongens ‘douchen’ in de puberteit het liefst alleen met deodorant. Onder de douche gaan kost tijd en is maar gedoe. Je kunt het erop aan laten komen en wachten tot een vriendjes er iets van zegt. Maar in dit geval is het misschien beter om het gesprek aan te gaan. Vraag waarom hij niet wil douchen, en geef aan waarom jij het wel belangrijk vind. Mogelijk wil hij in de ochtend langer in bed liggen en is ’s avonds douchen een betere optie? Door er een gesprek over te hebben en samen naar een oplossing te zoeken blijf je uit een machtsstrijd. Je laat hierdoor zien dat je je kind serieus neemt.
Huiswerk (niet) maken
Aangezien het puberbrein niet in staat is om te plannen en het overzicht te bewaren, is een berg huiswerk vaak onoverkomelijk voor een puber. Ze zien vaak door de bomen het bos niet. Omdat ze niet weten waar te beginnen of hoe, doen sommige tieners helemaal niks. Je kind zal dan ook best blij zijn met jouw hulp, al zal hij dit misschien niet laten merken. Vraag gedurende de week hoe bepaalde dingen gaan, informeer of welke onderwerpen hij het leuks vind om te doen. Lukt het kind echt niet om zich tot zijn huiswerk te zetten, dan kun je ook een huiswerk instituut overwegen. Zo voorkom je strijd thuis en wordt er toch meer tijd besteed aan huiswerk.
Als er iets is waar pubers geen moeite mee hebben is het uren op hun telefoon zitten of gamen. Grote kans dat je er soms gek van wordt. In plaats van je er druk over te maken, kun je beter interesse tonen, om je zo beter te kunnen verplaatsen in de belevingswereld van je kind. Maak heldere afspraken over schermtijd. Houdt je puber zich daar niet aan, dan is dit een teken dat hij de verantwoordelijkheid nog niet helemaal zelf kan dragen. Dit is heel normaal op deze leeftijd, maar het betekent dat je het dus wat meer moet controleren. Ga hierover het gesprek aan met je kind. Hoe duidelijker je bent hoe beter een tiener begrijpt wat er van hem verwacht wordt.
Als een kind iets doet wat niet mag is het een logische reactie om hem te corrigeren. We blijven een kind corrigeren omdat we willen dat hij zich anders gedraagt. Dit kan ook anders; een positieve en effectievere manier is feedback geven aan een kind. Hoe werkt dit?
Effect van corrigeren
Als ouder of leerkracht corrigeer je een kind wanneer hij ongewenst gedrag laat zien en je wilt dat een kind zich gedraagt. Als volwassene bepaal je hoe een kind zich moet gedragen. Een kind heeft hierin weinig of geen inspraak. Kinderen worden daar net als alle mensen niet blij van. Ga maar bij jezelf na, hoe zou jij het vinden als een ander bepaalt wat je moet doen, en hoe je het moet doen? Corrigeren op deze manier is niet goed voor het zelfvertrouwen van een kind. Een kind leert immers dat anderen beter weten hoe dingen moeten dan hijzelf. Kinderen zullen zich ook afgewezen voelen als ze straf krijgen. Er wordt wel gezegd dat je het gedrag van een kind afkeurt, zonder het kind zelf af te wijzen, maar een kind ervaart dit vaak niet zo. Niet elk kind is in staat zijn gedrag los van zichzelf zien.
Hoe kan het anders?
Niks doen is natuurlijk geen optie. Je wilt een kind immers dingen leren. Je wilt ze duidelijk maken hoe zijn gedrag op anderen overkomt. Wat een kind nodig heeft is feedback. Het verschil tussen feedback geven en corrigeren is dat het eerste neutraal is. Er zit geen afwijzing in, geen oordeel. Wel geef je heel concreet aan over welk gedrag het gaat en wat het gevolg daarvan is. Of je formuleert positief wat het resultaat zal zijn van het gewenste gedrag. Het benoemen van gevolgen is erg belangrijk. Bijvoorbeeld: “Die knikkers liggen daar in de weg, straks glijdt er iemand over uit. Wil je ze even opruimen?” of “Wanneer je slingert met fietsen, kun je gemakkelijker een botsing maken en vallen”.
Waar mogelijk kun je de oplossing aan een kind overlaten. Je geeft dan alleen feedback en laat de precieze invulling van het gewenste gedrag over aan een kind. Op die manier leert een kind rekening te houden met anderen op een manier die hij zelf ook prettig vindt.