Overprikkeld op school!

Overprikkeld op school!

Het valt je op dat de stemming van je kind de laatste tijd steeds meer lijkt te veranderen. Wanneer je vraagt hoe zijn dag op school was, krijg je steevast het antwoord dat het saai of stom was. Bovendien lijkt je kind vaker boos, verdrietig of vermoeid thuis te komen. Naast deze veranderingen in emoties merk je ook op dat de schoolresultaten van je kind niet helemaal overeenkomen met wat je had verwacht. Wellicht ervaart je kind momenteel overprikkeling, wat zich uit in teruggetrokken gedrag of juist explosieve uitbarstingen.

Overprikkeling bij kinderen kan verschillende oorzaken hebben. Het schoolsysteem, sociale interacties, prestatiedruk en andere externe factoren kunnen bijdragen aan het overbelasten van het zenuwstelsel van een kind. Dit kan leiden tot vermoeidheid, frustratie en moeite met het verwerken van prikkels.

Mogelijk is je kind in meer of mindere mate hooggevoelig.  Hooggevoelige kinderen horen, zien en voelen veel meer dan andere kinderen. Ze denken hier diep en associërend over na, beleven  indrukken zeer intens. Daarnaast hebben ze een voorkeur voor visuele informatieverwerking.  Veel van deze kinderen worden vaak onterecht gediagnosticeerd met gedragsstoornissen als AD(H)D en PDD-Nos.

Hooggevoelige kinderen staan op school vaak onder druk. Het is rumoerig in de klas en er gebeurt van alles. Deze prikkels komen allemaal binnen en ze hebben geen idee hoe ze de vele prikkels kunnen filteren. Met als gevolg dat een kind overprikkeld raakt. Daarnaast worden er van een kind ook bepaalde resultaten verwacht.

Tips om een overprikkeld kinderen te helpen:

  1. Zorg ervoor dat een kind een eigen veilige omgeving heeft waarin het zich kan terugtrekken. Een plek waar hij in alle rust kan bijkomen en alle emoties onbeperkt tot uiting kunnen komen. Laat een kind ook echt even met rust. De grootste spanning wordt zo minder en een kind is daarna beter in staat om zijn gevoelens onder worden te brengen.
  2. Wordt niet boos, een kind raakt hierdoor nog meer van streek. Met als mogelijk gevolg dat een kind zich nog meer gaat afsluiten en je er nog moeilijker achter komt wat er in hem omgaat.
  3. Wees begripvol. Haal ervaringen van jezelf erbij om op die manier duidelijk te maken dat jij daar ook mee hebt gezeten en dat je die situatie ook heel moeilijk vond. Kinderen zijn vaak heel verbaasd dat jij dit ook hebt mee gemaakt. Veelal maakt dit het makkelijker voor een kind om te praten over wat hij voelt. De tips die je vervolgens geeft komen nu beter binnen.
  4. Praat met de leerkracht om zo de juiste basisvoorwaarde in de klas te kunnen creëren, bijvoorbeeld juiste plek in de klas, extra ontspanningsmoment. Een (hooggevoelig) kind dat zich veilig en op zijn plekt voelt durft zichzelf te zijn en zijn talent te uiten en zal over het algemeen minder “probleem” gedrag vertonen.
  5. Praat met een kind. Ga aan het eind van de dag even bij een kind in bed liggen en vraag naar de leuke en minder leuke dingen van die er die dag. Hierdoor kun je uitbarstingen door opgekropte frustraties en emoties een stapje voor zijn.

Meer tips om hooggevoelige kinderen te helpen

Overprikkeld

Welke invloed heeft voorlezen op de ontwikkeling van een kind?

Welke invloed heeft voorlezen op de ontwikkeling van een kind?

Jonge kinderen leren enorm veel van voorlezen. Daarom is het goed veel voor te lezen, ook als kinderen zelf al kunnen lezen. Maar waarom is voorlezen goed en waar moet je goed opletten? Voorlezen is voor een kind heel belangrijk. Het is gezellig, maar ook van groot belang voor de ontwikkeling van het kind. Dat geldt voor jonge kinderen, maar zeker ook voor oudere kinderen.

Taalontwikkeling

Voorlezen heeft een positief effect op woordenschat, spelling, tekstbegrip en de leesattitude van kinderen. Voorlezen is goed voor de taalontwikkeling van een kind. Tijdens het lezen leren kinderen nieuwe woorden, maar ook hoe een goede zin opgebouwd is.

Concentratie

Tijdens het voorlezen leren kinderen goed luisteren. Door aandachtig te luisteren leren ze zich ook beter concentreren.

Informatief

Afhankelijk van het onderwerp van het boek leert een kind veel van de wereld om zich heen. Voorlezen stimuleert daarnaast de fantasie van het kind.
Kies een boek wat qua onderwerp aansluit bij wat er op dat moment speelt in het leven van een kind. Bijvoorbeeld een boek over de herfst, winter of vakantie. Een boek kan ook steun bieden. Denk aan een een bezoek aan de tandarts of logeren bij opa en oma.

Rust en regelmaat

Samen lezen helpt in het brengen van rust en regelmaat. Kinderen ontspannen tijdens het voorlezen. Door op vaste momenten voor te lezen creëer je regelmaat en wordt er een vaste structuur in de dag gebracht. Daarom is voor veel ouders het lezen onderdeel van het ritueel voor het slapen gaan.

Waarop letten bij het voorlezen.

  • Bekijk voor het lezen van het boek samen de kaft. Bedenk waar het boek over kan gaan, dit stimuleert de fantasie van kinderen.
  • Kies een boek dat qua thema, lengte van het verhaal, hoeveelheid illustraties en dergelijke past bij een kind.
  • Varieer tijdens het voorlezen met stemmetjes of de intonatie, dit maakt het verhaal lekker levendiger, wat het voorlezen leuker maakt.
  • Stem de lengte van het verhaal af op de spanningsboog van een kind. Kies een verhaal welke je in een keer uit kan lezen.
  • Herhaling vinden jonge kinderen erg leuk. Het is dan ook goed een boek meerdere keren te lezen. Kinderen leren hierdoor het verhaal beter begrijpen en leren voorspellen wat er gaat gebeuren.
  • Belangrijk is om tijdens het lezen goed contact te houden met een kind.  Wanneer een kind het verhaal eng vindt kan door middel van een grapje tussen door, een andere intonatie, een andere woordkeus en eventueel het verhaal aanpassen of een stukje overslaan het verhaal minder eng worden gemaakt.

Interactief voorlezen draagt om meerdere fronten bij aan de ontwikkeling van kinderen

Voorlezen

Woordenschatontwikkeling | Hoeveel woorden leren kinderen per jaar?

Woordenschatontwikkeling | Hoeveel woorden leren kinderen per jaar?

Woordenschatontwikkeling heeft betrekking op het leren van nieuwe woorden en begrippen. Bij start van de basisschool hebben kinderen een productieve basiswoordenschat van 2000 woorden nodig om de communicatie op school te kunnen volgen en er aan deel te nemen. De hoeveelheid woorden die een kind per dag leert, varieert sterk afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de leeftijd van het kind, het blootstellingsniveau aan taal, de interactie met verzorgers.

De receptieve woordenschat (de woorden welke een kind begrijpt, maar nog niet productief kunnen worden gebruikt) is groter, naar schatting 3000 woorden. Tot en met het achtste jaar komen daar ongeveer 600 woorden per jaar bij en van het negende tot het twaalfde jaar tussen de 1.700 en 3.000 per jaar. Op twaalfjarige leeftijd hebben kinderen de beschikking over ongeveer 17.000 woorden. Volwassene hebben gemiddeld een woordenschat van zo’n 50.000 tot 70.000 woorden.

Een kind leert de meeste nieuwe woorden en hun betekenis in incidentele situaties. Een kind neemt geen woordenboek door om nieuwe woorden te leren, maar hij komt in situaties terecht waar hij tegen nieuwe woorden aanloopt en daar de betekenis nog niet van weet.  Op school zijn er wel bewuste momenten waarop een kind nieuwe woorden leert.

Woordenschatontwikkeling van kleuters

Op de kleuterschool wordt veel tijd besteed aan het uitbreiden van de woordenschat. Men laat een kind vertellen over een boek of onderwerp. Een kind hoort of ziet nieuwe woorden. Maar ook door de feedback van de leerkracht en klasgenoten leert hij nieuwe woorden. Kinderen leren steeds meer woordbetekenissen en betekenis aspecten van één woord , bijvoorbeeld: vis, goudvis, vissenkom.

Woordenschatontwikkeling op de basisschool

In de groep 3, 4 en 5  is veel aandacht voor de uitbreiding van de woordenschat. Kinderen kunnen steeds doelgerichter de betekenis van woorden afleiden in taaluitingen in en buiten de klas. Daarbij leren ze strategieën gebruiken waarbij ze de betekenis van woorden afleiden uit de context. Ook krijgen ze oog voor betekenisrelaties. Ze leren bijvoorbeeld dat een auto een voertuig is en dat een raceauto een soort auto.  In deze periode gaan kinderen ook figuurlijk taalgebruik begrijpen (pikzwart, in een deuk liggen). Een spreekbeurt en het maken van een werkstuk zijn belangrijke manieren om de woordenschat uit te breiden. Bij de voorbereiding leert  een kind veel nieuwe woorden. Kinderen gaan ook steeds meer uitdrukkingen leren zoals “nu komt de aap uit de mouw” of spreekwoorden “de appel valt niet ver van de boom” .

Tips om kinderen nieuwe woorden te leren

Een kind is van nature uit al heel nieuwsgierig en vraagt vaak wat een woord betekent. Een kind moet ook niet teveel nieuwe woorden in één keer aangeboden krijgen. Het werkt frustrerend voor een kind om steeds woorden niet te kennen. Het aanbieden van nieuwe woorden dient op een natuurlijke manier te gaan.

  • Wanneer een kind een nieuw woord tegenkomt, kun je een plaatje van het voorwerp laten zien. Zo kan hij er een beeld aan koppelen;
  • Gebruik synoniemen! Een synoniem is een ander woord voor het woord dat u wilt uitleggen, maar wat hetzelfde betekent. praktisch, dat betekent hetzelfde als handig;
  • Ook kun je bepaalde bewegingen uitbeelden. Bijvoorbeeld ‘joggen’‘sluipen’ en ‘balanceren’. Of een omschrijving geven van het woord. Daarbij leg je uit hoe het voorwerp eruit ziet of aanvoelt;
  • Interactief voorlezen helpt de woordenschatontwikkeling van jonge kinderen. Door boeken en verhalen komen kinderen in aanraking met veel nieuwe woorden die ze in hun dagelijkse leven niet zo gauw tegenkomen;
  • Met woordkaartjes kunnen kinderen allerlei spelletjes en oefeningen doen waardoor zij de relatie tussen de vorm (schriftelijk of mondeling) en de betekenis van een woord oefenen. Kinderen kunnen de woordkaartjes zelf maken op kleine kartonnetjes. Op de ene kant schrijven ze het woord en op de andere kant de betekenis. 
Pubers motiveren hun best te doen op school, het kan!

Pubers motiveren hun best te doen op school, het kan!

Gebrek aan motivatie voor school, is iets waar veel ouders van tieners tegenaanlopen. Helaas heb je als ouder weinig invloed om hier veranderen in aan te brengen. Belonen en straffen zijn waardeloze machtsmiddelen tegenover pubers. Maar je wil toch iets! Pubers motiveren, hoe zorg je ervoor dat je puber wel (weer) gemotiveerd raakt en zijn best gaat doen op school? 

Zijn pubers gewoon lui?

Tieners lijken soms luie, ongemotiveerde schepsels die vooral willen slapen, gamen en hangen op de bank met hun telefoon. Puber mogen dan vaak lui lijken, de waarheid is dat ze er eigenlijk niets aan kunnen. Het komt door hun hersenen, het puberbrein. In de puberteit vinden de grootste veranderingen plaats in de hersenen. Vooral in het gebied waar de plannings- en controlefuncties zitten. Pas wanneer de hersenen van een kind voldoende ontwikkeld zijn, kan hij beter plannen, anticiperen en de gevolgen voor de lange termijn overzien. Dat wil niet zeggen dat je het er tot die tijd maar bij moet laten zitten. Er zijn manieren om je puber toch enig sinds te motiveren. 

Pubers motiveren hoe werkt dat? 

1.Analyseer een slechte motivatie

Probeer erachter te komen waarom je kind niet gemotiveerd is om te leren. Praat met hem over zijn motivatie. Alle  kinderen willen mooie cijfers en ouders die trots op ze zijn. Dat is dus het probleem niet. Maar wat is het dan wel? Vindt je kind het lastig om zijn huiswerk te organiseren? Verkeerde vrienden? Niet de juiste school, of niet het juiste vakkenpakket? Vervelende leraar of een negatief zelfbeeld? Er zijn verschillende mogelijkheden, die allemaal om een andere aanpak vragen.

2.Belang van het waarom?

De beste motivatie van een kind is de intrinsieke motivatie. Dit is de motivatie die vanuit het kind zelf komt. Als een kind weet waarom iets belangrijk is of wat hij ergens aan heeft, zal hij eerder geneigd zijn zich in te zetten. Als een kind ervaart dat het handig is om spullen op  te ruimen, zodat hij daarna gemakkelijker iets kan terug vinden, zal hij eerder dingen opruimen, dan wanneer je hem vertelt dat hij dingen moet opruimen. Voor wat betreft verschillende vakken op school, vertel wat je er later mee kunt. Wiskunde is bijvoorbeeld belangrijk om te kunnen programmeren. 

3. Maak het bereikbaar

Maak opdrachten behapbaar en overzichtelijk. Als een taak te omvangrijk is, kun je snel weerstand verwachten van je puber. Kijk of het mogelijk is om omvangrijke taken op te delen in kleine deeltaken. Zo is er minder weerstand om ergens aan te beginnen. 

4. Pubers motiveren door te falen

Dit is voor veel ouders moeilijk!  Als je ziet dat er iets fout gaat, dat er te weinig aandacht aan een opdracht of toets wordt besteed, ben je als ouders snel geneigd te willen helpen, je wilt voorkomen dat het mis gaat. Het halen van een onvoldoende is echter niet verkeerd. Kinderen zullen de keer hierna gemotiveerder zijn om beter hun best te doen. Het is wel goed om te praten over het slechte cijfer. Stel vragen en oordeel niet. Vraag of je ergens je hulp bij kunnen gebruiken. 

5. Helpen te herinneren

Er gebeurt een hoop in het leven van een puber. Ze zijn daarom vaak snel afgeleid of vergeten gewoon dingen te doen. Dit heeft ook te maken met hun hersenontwikkeling. Zeuren van ouders werkt contra productief. Helpen herinneren en routine aanbrengen helpt wel. Kleine hints en lesstof met een programma maken helpen structuur en overzicht te bewaken. Iets waar de hersenen van pubers meer moeite mee hebben.

6. Geef ze eigen inbreng

Hoe vaak zeggen we als ouder tegen ons kind “Omdat ik het zeg” . Soms wil je gewoon even geen discussie met een kind. Je puber daarentegen wil juist een eigen zeg hebben in wat er wanneer gedaan moet worden. Probeer daarom samen een planning te maken. Wanneer is het tijd voor huiswerk, sport, gamen of tv kijken. Een schema met tijdvakken kan hierbij uitkomst bieden.  

7. Pubers motiveren met positieve feedback

Het blijkt dat het puberbrein veel gevoeliger is  voor positieve feedback dan voor negatieve feedback. Let er dus op dat je je puber niet de hele tijd loopt te bekritiseren. Opbouwende opmerkingen en complimenten zijn veel effectiever. Bijvoorbeeld: ‘Okee, je staat 3 onvoldoendes. Maar vergeet niet dat daar ook 8 voldoendes tegenover hebt staan!’

8. Stimuleer door te belonen

Pubers motiveren door ze te belonen. Van een 5 gemiddeld naar een 7 voor een vak? Maak hun favoriete gerecht in het weekend. Hebben ze hun huishoudelijke klusjes de hele week goed gedaan, ga samen de stad in. Met positief belonen houdt je een kind beter gemotiveerd en enthousiast.

 

Jong geleerd is oud gedaan! Over ruzie en communiceren.

Jong geleerd is oud gedaan! Over ruzie en communiceren.

Een ruzie proberen op te lossen vanuit boosheid of verdriet. We hebben hier allemaal weleens mee te maken. Wanneer we reageren vanuit deze emoties heeft dit invloed op onze verbale (taal) en non-verbale (lichaamshouding) manier van communiceren. We worden niet gehoord en zo kan het zelfs agressie oproepen. Een oplossing is ver te zoeken. Over ruzie en communiceren

Kinderen hebben vaker met conflicten te maken. Zij zijn zich op cognitief en sociaal gebied volop aan het ontwikkelen. Binnen hun ontwikkeling zijn dit dan ook situaties waarvan zij veel kunnen leren.
Naast mijn eigen praktijk ben ik 1 keer in de week als vrijwilliger werkzaam als overblijf (grote pauze) op een lagere school.
Deze week kwam er een jongeman (jongen 1) van ongeveer 10 jaar, boos en verdrietig naar mij toe. Hij vertelde mij dat hij een Pokémon kaartje had geruild voor 2 kaartjes, hij had de twee kaartjes al gegeven, maar zijn klasgenootje (jongen 2) wilde dat ene kaartje niet geven.

Opties om te benaderen:

  1. Ik kan helemaal meegaan in het verhaal (inclusief boosheid) van jongen 1. Zo zou ik geen aandacht hebben voor het verhaal van jongen 2. In de ogen van beide jongens kies ik partij voor jongen 1. Kortom, een gesloten eenzijdig contact.
  2. Door met een neutraal, rustige houding de situatie te benaderen, probeer ik vertrouwen en respect uit te stralen. Dit gevoel van vertrouwen biedt kans het patroon waar zij zich in bevinden te doorbreken. Zo creëer je een open en eerlijk contact. Een bodem van waaruit de jongens samen een oplossing kunnen bedenken.

Hoe doe je dat dan ruzie en communiceren

Mijn voorkeur ging uit naar optie 2!
Ik vertelde jongen 1 dat het goed is dat hij met zijn verhaal en woede naar mij toe is gekomen, dat het vervelend is, maar dat er vast een oplossing voor gevonden kan worden. Zo zochten we samen zijn klasgenootje (jongen 2), die boos was weggelopen.
Toen we bij elkaar stonden riepen de beide jongens, boos en verontwaardigd, van alles naar elkaar.
Ik onderbrak de jongens in hun woede. Vroeg ze hoe de boosheid voelde. Beide jongens gaven aan het geen fijn gevoel te vinden.
Vervolgens legde ik aan de jongens uit dat je elkaar niet kunt verstaan als je schreeuwt.
Dus, ik liet ze om de beurt vertellen……
Zo vertelden ze o.a. dat het ene bewuste kaartje een waardevol kaartje is. Dat de jongen 1 had besloten er 2 kaartjes voor te willen geven.
Jongen 2 voelde zich voor het blok gezet omdat jongen 1 het niet goed had overlegd. Het kaartje was minstens 3 kaartjes waard!

“Oké, omdat jullie nu rustig reageren en luisteren naar elkaar, is er heel veel duidelijk geworden”, vertelde ik de jongens, en vatte het nog even voor ze samen.

Hierna vroeg ik de jongens of ze samen een oplossing zouden kunnen bedenken.
Aarzelend vertelde jongen 1 dat het speciale Pokémon kaartje inderdaad meer waard is dan twee kaartjes. Hij zou er best 1 kaartje extra voor willen geven. Ook gaf hij aan anders zijn 2 kaartjes terug te willen.
Oké, de jongens hebben samen twee opties bedacht:

  • Twee kaartjes terug en de ruil gaat niet door.
  • Een derde kaartje in plaats van 2 en de ruil gaat door.

De jongens besloten samen dat één kaartje extra een goed plan is.
Met vertrouwen liet ik de twee jongens samen om het verder op te lossen, zodat ik mijn aandacht ook weer op de andere kinderen kon richten.

Goed omgaan met de emoties van een kind

Ruzie opgelost

Een paar minuten later kwamen de jongens, die eerder elkaar niet konden verstaan van woede, samen naar mij toe om trots te vertellen dat het opgelost is.
Samen opgelost! Mijn complimenten met een dikke pluim!
Wat hebben deze twee jongens van een jaar of 10 mogen ervaren en geleerd over ruzie en communiceren?

  • Als je schreeuwt hoor je alleen jezelf.
  • Boos zijn voelt niet goed.
  • Als je elkaar hoort, kun je elkaar begrijpen.
  • Je kunt samen tot een oplossing komen.
  • Samen een oplossing bedenken voelt goed!

Even later zag ik op enig afstand de jongens nogmaals samen. Ze keken me beiden nog even aan (lief) en ik stak mijn duim naar ze op. Toppers!!

Van ervaringen leer je en JONG geleerd is OUD gedaan!

Lees meer over hoe kun je het beste omgaan met ruzie tussen kinderen

Meer over Stella Nagtegaal

 

Anders leren en denken oorzaak van leesproblemen!

Anders leren en denken oorzaak van leesproblemen!

Leesproblemen zijn problemen die een kind ervaart tijdens de ontwikkeling van het leren lezen.  Een kind kan om verschillende redenen moeite hebben met lezen. Niet alle kinderen ontwikkelen vaardigheden op dezelfde tijdlijn. Dus in sommige gevallen is het een kwestie van een inhaalslag maken.  Leesproblemen kunnen ook worden veroorzaakt door verschillen in hoe de hersenen zich ontwikkelen en functioneren. Deze verschillen in leren en denken gaan niet weg. Maar met de juiste ondersteuning kunnen kinderen grote vooruitgang boeken bij het lezen.

Hoe dyslexie het lezen kan beïnvloeden

Dyslexie is een veel voorkomend leerverschil dat lezen moeilijk maakt. Het kan ook problemen veroorzaken met andere vaardigheden, zoals spelling, schrijven en rekenen.  Kinderen met dyslexie worstelen met decodering . Dit betekent dat ze moeite hebben met het verbinden van lettersymbolen met de geluiden die ze maken. En dat maakt het voor hen moeilijk om vloeiend en nauwkeurig te lezen.
Dyslexie kan ook van invloed zijn op begrijpend lezen.  Een kind heeft moeite om vragen over de tekst die hij heeft gelezen te beantwoorden.

Lees meer over signalen die duiden op dyslexie . En  wanneer je een dyslexietest kunt doen?

Hoe ADHD het lezen kan beïnvloeden

Kinderen kunnen moeite hebben om zich te focussen door hun ADHD brein, met als gevolg leesproblemen. Dit kan vaak zorgen voor problemen met zelfbeheersing, organisatie en andere vaardigheden die de uitvoerende functies worden genoemd. Een belangrijke vaardigheid die ADHD beïnvloedt, is het werkgeheugen. Dit is de mogelijkheid om informatie vast te houden en later te gebruiken.
Problemen met het werkgeheugen kunnen het moeilijk maken voor kinderen om iets te onthouden dat ze net hebben gelezen. Terwijl kinderen werken aan het ontcijferen van één woord, kunnen ze uit het oog verliezen wat eraan voorafging. Dat kan zijn tol eisen bij begrijpend lezen.

Hoe een langzame verwerkingssnelheid voor leesproblemen kan zorgen

Een lage verwerkingssnelheid betekent dat een kind langer nodig heeft om te reageren op informatie.  Veel kinderen met een ADHD- en dyslexie brein hebben dit, maar dit kan ook op zichzelf staan. Net als andere verschillen in leren en denken, heeft het niets te maken met hoe slim kinderen zijn. In plaats daarvan gaat het erom hoe snel ze informatie verwerken.

Kinderen met een lage verwerkingssnelheid hebben vaak meer tijd nodig om woorden en leesregels toe te passen en zo betekenis te geven aan teksten. Kinderen kunnen moeite hebben met het begrijpen van verhalen omdat ze vastlopen in de tekst. En dat kan lezen frustrerend maken.

Wees je ervan bewust dat een “goede lezer” niet per se een snelle lezer hoeft te zijn. Er zijn veel redenen waarom kinderen langzaam lezen . Als je weet waarom een kind langzaam leest, kun je manieren vinden om lezen leuk en minder frustrerend te maken.

Dit zijn enkele van de meest voorkomende leer- en denkverschillen die problemen kunnen veroorzaken bij het lezen. Maar ze zijn niet de enige. Kinderen die bijvoorbeeld moeite hebben met sociale vaardigheden, kunnen moeite hebben om de ‘grotere boodschap’ te vinden in wat ze lezen. Ze kunnen teksten te letterlijk nemen en geen humor of emotie vatten.
Ongeacht de oorzaak van de leesproblemen van een kind, zijn er verschillende manieren om een kind te helpen. Zoek naar boeken die passen bij het leesniveau van een kind. Oudere kinderen houden misschien van graphic novels , waardoor lezen leuker en toegankelijker wordt.