ADHD, Dyslexie, Hoogbegaafd, Leerproblemen
Anders maar niet minder, het klinkt zo cliché, maar zo waar. Hoe krijg je dat bij een kind tussen zijn oren, dat anders niet minder is. Hoe zorg je ervoor dat een kind dat zich anders voelt, zich niet minder voelt. Anders leren moet gevierd worden, in plaats van als een stoornis te worden gezien.
Kinderen, met én zonder label, ondervinden binnen het onderwijs en in de maatschappij problemen omdat hun talenten niet voldoende erkend en gewaardeerd worden. De aandacht ligt vooral op de punten waarop ze “afwijken” of niet voldoen aan de algemene verwachtingen.
Kinderen met een label (bijv ADHD of dyslexie) zijn vaak net zo slim als hun vrienden en klasgenoten. Maar ze voelen zich zelden zo omdat ze anders leren en denken. Hun antwoorden zijn soms onverwacht. Hun observaties worden niet altijd op prijs gesteld. En hun expertisegebieden worden veelal niet beoordeeld of gewaardeerd. En dat terwijl ze net zo waardevol en bijzonder zijn als elk kind. Zij benaderen problemen en issues op een andere wijze en hebben andere kwaliteiten waarmee ze een belangrijke aanvulling zijn op het ‘mainstream’ denken.
Onvoldoende zelfvertrouwen
De vele hobbels waar jonge “anders lerende” kinderen tegenaan lopen, maakt dat ze soms net iets vaker geprezen moeten worden op hun talent. In woord en daad.
Maar al te vaak gaan deze talenten verloren omdat kinderen onvoldoende zelfvertrouwen hebben om hun talenten te ontwikkelen en in te zetten.
Ze blijven zich soms hun leven lang minder voelen dan anderen. Ze durven onvoldoende hun hart te volgen en hun talenten te benutten. Door de aandacht te veel te richten op wat je niet kan, komt je niet tot het ontdekken en inzetten van je talent.
Veel ADHD’ers zijn ontzettend goed in out of the box denken. Met de snel veranderende maatschappij, een kwaliteit die op veel fronten kan worden ingezet.
Dyslectische kinderen bezitten vaak een groot ruimtelijk inzicht, hebben veel ideeën en zijn innovatief.
Ondernemer Richard Branson kon op zijn achtste nog niet lezen omdat hij geen minuut kon stilzitten in de klas. Dertien jaar later richtte hij Virgin Records op, gevolgd door vele succesvolle ondernemingen. Dyslexie en ADHD zijn zeker geen belemmering voor hem geweest, maar juist zijn kracht. Die hij heeft weten in te zetten.
Nu wil ik geen pleidooi gaan houden voor alle kinderen met “leerproblemen” dat ze succesvolle miljoenenbedrijven kunnen opzetten en runnen. Maar wel dat het in een ieder zit om zijn talent te ontwikkelen en benutten. Een gebrek aan voldoende zelfvertrouwen als gevolg van de manier waarop kinderen in hun jonge jaren zijn benaderd, mag dit niet remmen.
Wat echt helpt, als kinderen anders leren
Al die aandacht op wat een kind niet goed kan, extra oefenen om hier toch iets beter in te worden. Avonden lang ploeteren om te voldoen aan de gemiddelde eis die aan scholieren worden gesteld. Niet eens tijd overhouden voor de dingen waar ze goed in zijn. Het gebrek aan erkenning van talenten van kinderen die anders leren.
Ik ben ervan overtuigd dat als je kinderen laat doen waar ze goed in zijn, hen zich laat ontwikkelen op deze vlakken, dit zorgt voor zoveel motivatie, dat andere dingen ook beter zullen gaan.
Probeer niet van een vijf een zes te maken, maar van een acht een tien.
Ik zou zo graag zien dat kinderen oprecht gewaardeerd worden voor hun talent. Dit klinkt makkelijk, maar check bij een kind of het ook zo ervaren wordt. Gelooft hij zelf in zijn eigen talenten?
Ongewenst gedrag anders bekeken
Vergroten van het zelfvertrouwen
Hoe benut je de talenten van deze kinderen die anders leren? Het antwoord zit in het vergroten van het zelfvertrouwen van kinderen. Het ondersteunen van een kind in het vinden van de gebieden waarin zij uitblinken. En vervolgens activiteiten vinden die op die sterke punten in spelen. Zelfvertrouwen volgt dan bijna altijd. En wanneer een kind zich zelfverzekerd voelt, doet hij het beter op school en in het leven.
Meer over anders leren
ADHD
Wanneer je kind niet luistert of anderszins ongehoorzaam is, is een straf een begrijpelijk gevolg. Ook al is dit niet altijd even effectief. Om soortgelijk gedrag in de toekomst te voorkomen, is het goed om verder te kijken. We denken vaak niet genoeg na over de manier waarop we het gedrag van kinderen beschrijven. Als je een kind opvoedt met een adhd brein of autisme beoordeel je vaak gedrag veelal op gelijke wijze als van een (neurotypisch) kind. Je kind maakt het je niet moeilijk! Je kind heeft het moeilijk!
Een herkenbaar voorbeeld is een kind die uit school komt en zijn schoenen uit schopt en ze laat liggen, daar waar ze terecht komen. Je vraagt een kind zijn schoenen op te ruimen maar hij doet dit niet. Weigert hij dan eigenlijk? Het lijkt hier wel op!
Gedragsdeskundige, Ross Greene, leert ons dat kinderen het goed doen als ze dat kunnen. Kinderen doen het goed als ze kunnen niet “wanneer ze willen”, maar wanneer ze kunnen. Wanneer je begint om door deze bril het ongewenste gedrag van een kind te zien, heb je de instelling om het probleemgedrag op te lossen . Zoals de meeste opvoedingsaanpassingen, is het verre van eenvoudig om alles door deze bril te zien.
Je kind heeft het moeilijk
Stop met je af te vragen waar een kind last van heeft om niet te doen wat je vraagt. Waarom weigert hij te doen wat er van hem wordt verwacht? Was je niet duidelijk genoeg of worstelt hij met iets?
Mogelijk had je zijn aandacht niet. Misschien heeft hij niet verwerkt wat je zei, of niet snel genoeg. Of was hij met iets anders bezig toen je iets vroeg en heeft hij moeite met de overgang naar die taak. Als je erachter komt waarom een kind je instructies niet opvolgt, kun je zijn gedrag juist beschrijven, en dat maakt een enorm verschil.
De manier waarop je het gedrag van een kind beschrijft, is van belang omdat het je manier van denken over een kind bepaalt. Als je denk dat een kind weigert – dat hij opzettelijk ongehoorzaam is – brengt je dit in een negatieve stemming en denkproces. Aan de andere kant, als je tegen jezelf zegt: “Ok, de hersenen van dit kind verwerken informatie anders; een kind ziet niet dat zijn schoenen niet op de juiste plek liggen. Wat kan ik doen om hem te helpen zodat hij dingen gaat opbergen wanneer hij ze niet gebruikt. Dat zijn verschillende denkprocessen. Vanuit dat laatste perspectief kan je met compassie reageren, vanuit begrip en de wil om te helpen.
Wanneer je jezelf betrapt op het gebruik van woorden als ‘weigert’, ‘onbeleefd’, ‘lui’ en ‘ongemotiveerd’, pauzeer dan even en neem even de tijd om je af te vragen: wat is er aan de hand? Wat is de bedoeling van een kind ? Weigert een kind echt? Of is dit zijn adhd brein? Zo kun je behulpzaam zijn en kun je dingen doen die een positieve invloed hebben op dit gedrag, in plaats van dingen te zeggen en te doen waardoor kinderen een slecht gevoel over zichzelf krijgen en het gedrag niet zal verbeteren.
Wat is het alternatief?
Je kan gewoon zeggen: “Wauw, hij weigert gewoon elke keer zijn schoenen op te ruimen. Hij krijgt straf. ” Maar denk je dat het wegnemen van zijn schermpje hem in de toekomst zal helpen herinneren dat hij zijn schoenen moet opbergen? Misschien herinnert hij zich dit morgen, en misschien de dag erna, als het nog steeds vervelend genoeg was. Maar daarna kun je het vergeten. Een kind gaat terug naar hetzelfde gedragspatroon omdat je hem niet de vaardigheden, strategieën en oplossingen hebt gegeven die bij zijn unieke brein passen. Je hebt de kern van het probleem niet aangepakt. Bovendien ben je waarschijnlijk gefrustreerd en boos, wat de stemming en emotionele regulatie van een kind beïnvloedt.
Red Light Words
‘Weigert’ is niet het enige Red Light Word. Lui, onbeleefd, ongemotiveerd, uitdagend, egoïstisch en wil niet, zijn andere woorden die je beter niet kunt gebruiken.
Sommige van deze Red Light Words impliceren een karakterfout. Als je iemand onbeleefd noemt, val je hun persoonlijkheid en medeleven met anderen aan. Je insinueert dat ze een ‘slecht’ persoon zijn. Je bestempelt het gedrag als een karakterfout in plaats van te accepteren dat het voortkomt uit wie deze kinderen zijn. Ze worstelen op dat moment waarschijnlijk met iets wat ze moeilijk vinden. Een kind maakt het je niet moeilijk, een kind heeft het moeilijk.
Je denkt nu misschien: dit zijn maar woorden. Wat voor verschil kunnen ze echt maken? Nou, het zijn niet alleen woorden voor kinderen en het zijn niet alleen woorden in de manier waarop onze geest verwerkt wat er gebeurt. Deze Red Light Words zijn niet nuttig. Ze zijn negatief, en ze trekken je naar het negatieve.
Je gedachten, je optimisme beïnvloeden je succes als ouder van een kind met speciale behoeften. Dit gaat niet van zelf en het kost tijd om in de juiste mindset te komen en te blijven. Het verbannen van de Red Light Words helpt je in een positieve mindset te komen.
Na verloop van tijd zul je merken dat hoe meer je je woorden hardop verandert, hoe meer het verhaal van dat stemmetje in je hoofd zal veranderen. Het is niet altijd makkelijk, maar zeker de moeite waard.
Ontwikkelingsleeftijd
Bedenk ook dat de ontwikkelingsleeftijd van een kind met een adhd brein twee tot drie jaar achterloopt op zijn leeftijdsgenoten Als je een 10-jarige opvoedt, is dat kind meer als 7 of 8 jaar oud – qua ontwikkeling gesproken. Dit vereist een andere opvoedingsaanpak en bijstelling van je verwachtingen. Als je wilt zeggen tegen een kind dat hij zich niet gedraagt naar zijn leeft tijd, denk dan goed na hoe je dit anders kunt zeggen. Formuleer dit op een manier die eert wie een kind is en waar hij nu is, zodat je hem echt kunt helpen.
Wanneer je het gedrag van een kind op deze manier begint te herkaderen – als je een kind begint te zien voor wie hij is en niet voor wie hij is in vergelijking met leeftijdsgenoten, is dat bevrijdend. Het is verbazingwekkend krachtig, gedeeltelijk omdat je kunt zien dat een kind er niet voor kiest om iets te doen wat niet mag . Je herinnert jezelf er ook effectief aan dat dit het brein is waarmee hij werkt.
Bron: additudemag.com
Dyslexie
Het leven van iemand met en dyslectisch brein kan soms erg moeilijk zijn, zeker op school. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, gaat het bij dyslexie niet alleen om geletterdheid. Hoewel zwakke punten in geletterdheid vaak het meest zichtbare teken zijn. Plannen en organiseren is voor kinderen met dyslexie een enorme uitdaging.
Dyslexie beïnvloedt de manier waarop informatie wordt verwerkt, opgeslagen en opgehaald. Dit geeft problemen op het gebied van geheugen, verwerkingssnelheid, tijdsperceptie, organisatie en volgordebepaling.
Slecht timemanagement
Dyslectische kinderen hebben vaak last van slecht timemanagement. Tijd is een lineair concept en veel dyslecten houden niet van lineair denken.
Dyslectici zijn dominante denkers in de rechterhersenhelft en leven in het heden. Het verleden en de toekomst behoren tot de linker hersenen.
Hoe zit het tussen de linker en rechter hersenhelft
Een dyslecticus heeft de neiging om op geen enkele systematische manier naar het leven te kijken. Ze worden vaak “vrije geesten”, “vluchtig”, of “gemakkelijk afgeleid” genoemd.
Dyslectici leven in het hier en nu. Ze lijken misschien afgeleid omdat hun gedachten kunnen afdwalen. Ze kunnen impulsief zijn, omdat het gesprek nieuwe en opwindende gedachten voor hen oproept, maar ze zijn bij je.
Dyslectici zijn ook intuïtief, zeer empathisch en vinden het leuk anderen te adviseren. Ze hebben een hartstochtelijk verlangen om problemen op te lossen, samen met een vaak overweldigende behoefte om anderen te helpen zich evenwichtig en gelukkig te voelen.
Dyslectici zijn vaak perfectionisten en lopen vast bij een bepaald deel van hun taak. Ze kunnen pas verder als hun taak of project is wat ze zich hadden voorgesteld en zullen het meestal blijven verbeteren. De tijd die ze hieraan besteden maakt dat ze deadlines niet halen.
Plannen en organiseren verbeteren
Als plannen en organiseren moeizaam gaan is een zichtbare structuur erg belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan vaste plaatsen voor materialen, labels op dozen, lijstjes met benodigdheden voor bepaalde activiteiten, zichtbaar opgehangen regels en afspraken, enz.
Maak samen een schema om taken of huiswerk te plannen. Bij een ingewikkelde taak is het goed van te voren te bespreken hoe deze stap voor stap kunnen worden aangepakt en hoe moet worden begonnen met de eerste stap. Het kan ook helpen om instructies te herhalen of op te schrijven. Het opdelen van lange opdrachten in korte overzichtelijke delen kan ook helpen.
Dus wees geduldig met een dyslect, geef ze een knuffel en zeg dat het oké is. Want je weet dat ze ontzettend hun best doen met hun lijsten, schema’s, deadlines en het bijhouden van hun ‘dingen’. Het opmerken van alle prachtige dingen die kunnen gebeuren door de manier waarop ze hun tijd besteden, is ook zeer waardevol.
Lees meer over executieve functies zoals plannen en organiseren
Bron dyslexiavictoria.wordpress.com
ADHD, Blogs
Ik ben de moeder die met haar kind een verjaardagsfeestje binnenloopt – die alleen was uitgenodigd omdat de hele klas was uitgenodigd – en iedereen verbaast ziet kijken en het gefluister hoort, en mijn kind ook.
Elke ouder en opvoeder kent ‘dat kind’.
Het kind dat door de klas rent en zich zo uitdagend gedraagt dat je ervan overtuigd bent dat zijn moeder hem te veel suiker heeft gegeven bij het ontbijt. “Dat kind” wat nooit op zijn stoel kan blijven zitten, altijd andere onderbreekt, nooit zijn hand opsteekt en wat soms volledig losgeslagen over komt.
In de speeltuin is “dat kind” het luidst, het meest hectisch – het ene moment op de schommels en het andere moment op de glijbaan. Hij vraagt energiek: “Hé, jongens, mag ik meespelen?”. De andere kinderen zeggen over het algemeen nee of schrikken omdat ze dat kind “raar” vinden.
Misschien zijn ze bazig en willen ze dat het spel op een bepaalde manier wordt gespeeld. Misschien raken ze overstuur als de regels niet worden gevolgd of veranderen. Er ontstaat hierdoor een kloof tussen henzelf en de andere kinderen.
Ik ken die jongen
Ik ken er eigenlijk twee. De ene is 10, de andere is 5, en ze zijn mijn hele wereld. Ik ben de moeder van ‘dat kind’.
Ik zie het allemaal – zoals de uitgeputte blik op het gezicht van de leerkracht terwijl ze mijn kind naar me toe leidt met de kilometerslange lijst met overtredingen van de regels. Ik heb gezien hoe mijn zonen verbinding probeerden te maken in de speeltuin. Waar hun opwinding om EINDELIJK mee te mogen doen, energie creëert die hun lichaam moet vrijgeven met geschreeuw en luid gelach. Wat allemaal andere kinderen afschrikt.
Ik begrijp het
Ik begrijp de frustraties van de andere kinderen en ouders. Ik wou echter dat ze een dag in mijn schoenen konden staan. Ik wil dat ze die jongen kennen – voor wie hij werkelijk is. Ik wil dat ze weten dat mijn kind degene is die een kind zal zien als hij huilt en alles zal doen om ze aan het lachen te maken, zelfs als dit ten koste van zichzelf gaat. Mijn kind is serieus grappig en zorgt voor tranen in de ogen van mensen die hem echt leren kennen.
Hij ligt ook huilend in zijn bed en vraagt zich af waarom ‘niemand me leuk vindt’. Hij kan een LEGO-set van 750 onderdelen voltooien en dat in twee uur tijd. Hij zal het verdiende geld met zijn krantenwijk naar school brengen en iemand een traktatie kopen of de lunch betalen. Hij heeft empathie als geen ander kind, omdat hij de pijn van de wereld op zich neemt. Mijn kind is een mooie, prachtige, liefdevolle persoon.
Hij is ook een handvol
Ja, ik heb mijn destijds 4-jarige over mijn schouder gegooid om hem de winkel uit te dragen terwijl hij schreeuwt, me slaat en schopt. Ik hoor de mensen zeggen: “Ze moet haar kind beter onder controle krijgen. Ja, zelfs met een schreeuwend kind in mijn oor, hoor ik je” Wat denk je dat ik op dat moment aan het doen ben. Dit ben ik die het probeert! Ook zie ik mensen sympathiek glimlachen en knikken. Ik heb zelfs gehoord: “Je doet het geweldig” Tegen hen zeg ik: “dank je wel.” Echt, bedankt voor het begrip dat ik hier mijn best doe om een goede moeder te zijn.
Praat alsjeblieft met je kinderen over ‘dat kind’. Als je een vraag hebt over hun gedrag, vertel je kind dan niet dat je niet weet wat er mis is met ‘dat kind’. Praat met mij, de moeder.
Als je ziet dat mijn kind tegen de jouwe schreeuwt omdat hij de glijbaan op is gegaan en niet naar beneden wil. Of als hij overstuur reageert omdat een regel in het spel ineens wordt veranderd. Zeg dan alsjeblieft niet tegen je kind om weg te blijven van dit kind. Als je niet weet hoe je hem moet benaderen, praat dan met mij. Ja, hij heeft het label ADHD, maar hij is niet immuun voor zich buitengesloten voelen.
Hij is gewend aan een schema en regels. Wanneer iemand uit de pas loopt of plotseling de regels van het spel verandert, is dit een BIG DEAL voor hem. Begrijpen waarom andere kinderen de regels niet volgen, is zo moeilijk voor hem. Hij is hier lang door van streek. Tegen je kind zeggen weg te blijven, helpt beide niet om te leren omgaan met elkaar en verschillen te accepteren.
Wat ik zou wensen voor mijn kind
Ik ga dingen niet goed praten en geloof me ook ik vind het elke dag weer een uitdaging. Maar ik kan je eerlijk zeggen: voor elk slecht gedrag dat ze vertonen, zijn er tien andere die geweldig zijn.
Dus ik vraag je: neem de tijd om “dat kind” te leren kennen. Je zult er geen spijt van krijgen.
Als je jezelf of iemand in dit verhaal herkent, deel dit dan! Het is soms een eenzame wereld om de ouder van ‘dat kind’ te zijn. Maar ik wil dat je weet dat je niet ALLEEN BENT. Dit ben ik die mijn best doet voor mijn kind
Kinderen met een ADHD brein hebben positieve versterking nodig
Mary White
Dyslexie
3 tot 5% van de kinderen in Nederland is dyslectisch. Veel kinderen en ouders van dyslectische kinderen worden gecontroleerd met vervellend vooroorden. Als dyslectisch kind ook moeite heeft met lezen en spellen, komen deze vervelende, soms betweterige, uitspraken je misschien bekend voor…
1 “Je kind moet meer boeken gaan lezen”
Het is voor iedereen goed om voldoende te lezen. Door veel te lezen leer vergroot je je woordenschat en algemene kennis. Het is alleen geen oplossing voor dyslexie. Zelfs de grootste boekenwurmen kunnen evengoed dyslectisch zijn…
2. ‘Is dit niet gewoon gebrek aan motivatie of luiheid?’
Is dit niet gewoon een gebrek aan inzet? Het gaat bij dyslexie niet om onwil, maar om hersenen die anders werken. De hersengebieden die letters en klanken aan elkaar koppelen, werken namelijk anders goed samen. Door dit probleem moeten dyslectici op school tien keer zo hard aan de bak, dus ze zijn echt allesbehalve lui.
3. ‘Tja, niet iedereen kan een uitblinker zijn’
Een dyslectisch kind is niet minder intelligent dan een ander kind zonder dyslexie. Deze dingen hebben niets met elkaar te maken. De hersenen van dyslectici hebben misschien iets meer moeite met woorden, maar voor de rest werken ze geweldig! En vaak boven gemiddeld. Albert Einstein en Leonardo da Vinci zijn bekende dyslecten. En dat waren aardige uitblinkers!
4. ‘Het is eigenlijk een beetje valsspelen’
Extra tijd, voorleessoftware of leeshulp: een dyslectisch kind kan hier veel baat bij hebben. Het is ontzettend fijn dat deze hulpmiddelen een kind de kans geven om zijn of haar leerprestaties in overeenstemming te brengen met zijn of haar cognitieve mogelijkheden. En tóch is er altijd wel iemand die het ‘oneerlijk’ vindt tegenover de rest van de klas…
5. ‘Ziet je dyslectisch kind dan alles in spiegelbeeld?’
Dyslexie heeft te maken met taalverwerking en niet met zicht, dus een dyslectisch kind ziet de wereld zoals ieder ander mens. Een kind met dyslexie kan af en toe de neiging hebben om letters en/of woorden te spiegelen (‘b’ of ‘d’), maar dat ligt niet aan zijn of haar ogen.
De onbekende voordelen van dyslexie
Dyscalculie, Dyslexie, Leerproblemen
Problemen met het werkgeheugen worden vaak niet opgemerkt. Het wordt veelal gezien als een gebrek aan concentratie of motivatie.
Kinderen met een zwak werkgeheugen beginnen vaak vol goede moed aan een taak, maar vergeten daarna belangrijke informatie om de taak goed af te maken. Dit in vergelijking met leeftijdsgenoten.
Kunnen focussen, ofwel de aandachtsfunctie, hangt samen met het werkgeheugen. Aandacht wordt omschreven als de toegangspoort waardoor de informatiestroom de hersenen bereikt. Als informatie niet door de poort is gegaan, is het kwijt, niet aangekomen. Het werkgeheugen is als het ware een tijdelijke opslagplaats in de hersenen. Alle informatie komt binnen in het werkgeheugen.
Een zwak werkgeheugen
Het werkgeheugen is niet bij iedereen hetzelfde. Gemiddeld kunnen we er zo’n 7 items (plus of min twee) kwijt. Vroeger dacht met dat het werkgeheugen statisch was, inmiddels is bekend dat door trainen het vergroot kan worden.
Een kind heeft vaak zijn hele schoolcarrière last van een zwak werkgeheugen. Ook heeft hij soms moeite om echt aansluiten te vinden bij leeftijdsgenootjes. Het werkgeheugen is een belangrijke factor in het bepalen van schoolsucces, belangrijker zelfs dan het IQ.
Kinderen met dyslexie, dyscalculie, TOS, of ADHD hebben een zwak verbaal werkgeheugen, maar wel een gemiddeld visueel-ruimtelijk werkgeheugen.
Wat signaleren we bij een zwak werkgeheugen?
Wat zijn signalen die kunnen duiden op een zwak werkgeheugen bij kinderen.
- Moeite met het houden van de aandacht bij een bepaald onderwerp. Bij te veel inspanning haken kinderen af.
- Het kost kinderen heel veel inspanning om twee of meer dingen tegelijk te doen.
- Kinderen die ondanks intensieve begeleiding en individuele instructie niet of nauwelijks vooruit gaan.
- Kinderen zijn in de klas niet in staat voldoende informatie te onthouden om een taak af te maken.
- Complexe opdrachten worden deels uitgevoerd. Lange zinnen worden niet onthouden.
- Problemen met rekenen, lezen en spellen. De hoogte van het IQ van een kind maakt hierbij niet uit.
Problemen met het werkgeheugen blijven vaak verborgen voor familie en zelfs leerkrachten. Kinderen worden vaak gezien als lui of ongemotiveerd. Ze horen ook vaak dat ze zich beter moeten concentreren en beter moeten opletten.
Hoe help je een kind met een zwak werkgeheugen?
Hard werken zonder aandacht voor het werkgeheugen helpt niet. Het oefenen en extra instructies maken totaal geen verschil als de capaciteiten van het werkgeheugen niet ontwikkeld en getraind worden. Verbeteringen in het leren worden bereikt wanneer het werkgeheugen een impuls word gegeven.
Kinderen hebben vooral baat bij het trainen van het werkgeheugen, bijvoorbeeld door auditieve geheugen spelletjes, breinspelletjes, sudoku of memory .
Vraag aan een kind niet wat hij allemaal gaat doen, maar wat hij als eerst gaat doen. Biedt kinderen hulp gericht op verwerken in plaats van onthouden.
Wat ook heel goed werkt is het maken van mindmaps.
Lees meer over het stimuleren van het werkgeheugen