Als jou kind erg gevoelig is. Niet goed tegen lawaai en drukte kan dit heel vervelend zijn op school. Helaas kun je er niet altijd vanuit gaan dat de leerkracht op school weet wat dit inhoudt. Hoe maak je dit bespreekbaar en zorg je ervoor dat een leerkracht begrijpt wat hooggevoeligheid is?
Op school raakt een hooggevoelig kind eerder overprikkeld dan andere kinderen. Een kind krijgt op school veel prikkels binnen. Innerlijk ervaart een kind dit als spanning. Die spanning kan een kind uiten door te gaan huilen, angstig te worden, door zich terug te trekken of druk te worden. Begrip en goede begeleiding van de leerkracht zijn essentieel om een hooggevoelig kind te helpen op school. Tips om hooggevoeligheid te bespreken op school.
Hoe kun je voorkomen dat een kind overprikkeld raakt in de klas?
Inrichting van het klaslokaal:
Hooggevoelige kinderen nemen vaak veel waar. Een druk ingericht klaslokaal waar iedere centimeter iets te zien is, voelt niet prettig.
Plek in de klas:
Zet een hooggevoelig kind niet vooraan of midden in de klas, het kind zal veel achterom kijken, om niets te hoeven missen van wat achter hem gebeurt. Een plek aan de rand van de groep biedt de mogelijkheid alles te overzien.
Filter prikkels:
Geluiden zijn prikkels die je grotendeels buiten kunt sluiten door een kind gehoorbeschermers te geven voor in de klas. Dit gebeurt al regelmatig op scholen. Een kind kan deze opzetten als hij zich moet concentreren of wanneer hij wil ontspannen door zich even af te sluiten.
Aangesproken worden in de klas:
Veel hooggevoelige kinderen ervaren hun leerkracht als streng. Dit kan komen door het volume van de stem. Vertel de leerkracht dat je kind snel schrikt van een verheven stem en daarom bang kan worden voor de reactie van docent. Vertel dat het goed werkt als je kind wordt aangesproken als er oogcontact wordt gemaakt en er rustig en langzaam wordt gesproken. Eerst glimlachen doet ook vaak wonderen!
Verbonden voelen:
Een hooggevoelig kind heeft, meer dan andere kinderen, behoefte aan het voelen van verbinding, zeker met een leerkracht die een kind vele uren per week meemaakt. Verbinding stelt een kind gerust en daarmee ontspant een kind. De leerkracht kan op allerlei simpele manieren even verbinding maken met een kind. Een aai over de bol, een glimlach, oogcontact, iets liefs zeggen of even naast het kind gaan zitten.
Structuur bieden:
Plotselinge of onaangekondigde veranderingen geven een hooggevoelig kind vaak veel stress. Het is een direct gevolg van het feit dat een kind meer zintuiglijk waarneemt dan andere kinderen. Er komt van alles tegelijkertijd binnen, teveel en dan ontstaat er stress. Een hooggevoelig kind is dus gebaat bij een leerkracht die veranderingen in de klas of uitjes van tevoren duidelijk bespreekt. Vertel de leerkracht ook dat je kind deze uitleg nodig heeft om te voorkomen dat hij overprikkeld raakt op het moment zelf.
Zorg voor ontspanning:
Om prikkels te kunnen verwerken, heeft een kind rust en ontspanning nodig. Als een kind overprikkeld raakt, lukt het ook niet meer goed om informatie op te nemen. Bespreek de mogelijkheden om vaste momenten van ontspanning in te bouwen.
Heb jij nog meer tips over hooggevoeligheid? Laat het ons weten.
Veel mensen en kinderen hebben een tekort aan magnesium, vaak zonder dit te weten. Veelal hebben deze personen klachten die samen hangen met AD(H)D en hooggevoeligheid. Uit onderzoek blijkt dat meer dan 60% van de mensen in de westerse wereld tegenwoordig een magnesiumtekort heeft. Wat betekent dit?
Wat is magnesium
Magnesium is een van de belangrijkste levensbehoefte die de mens nodig heeft naast zuurstof en water. Het is een van de 10 meest voorkomende mineralen in ons lichaam. Magnesium is behalve een mineraal ook een elektrolyt. Ze zijn verantwoordelijk voor alle elektrische activiteit (dus het geleidingsvermogen van de hersenen) in het lichaam. Zonder elektrolyten zoals magnesium, kunnen spieren niet werken (spierkramp), het hart niet optimaal kloppen en je hersenen niet optimaal signalen ontvangen. Wanneer we niet voldoende magnesium binnen krijgen verliezen we energie en krijgen we klachten.
Symptomen van magnesium te kort kunnen zijn:
Obstipatie, verstopping of constipatie
Depressie, spanning, angst, nervositeit
Gedragsstoornissen
Verminderd geheugen/denken
Vermoeidheid, slaapstoornissen
Spierkrampen, spierzwakte, spierpijn
Nervositeit
Misselijkheid, tintelingen
Verminderde eetlust
Hoofdpijn, migraine
Woede, agressie
ADHD, ADD, HSP
Hoe komt dit magnesiumtekort?
We leven is een maatschappij vol met prikkels. Elk kind gaat anders om met prikkelverwerking. Daarnaast wordt er veel van kinderen gevraagd, zowel op school, op sportclubs als met vriendjes. Dit soort bewust en onbewust voor veel druk en mogelijk zelfs stres. Soms leven we steeds meer in de toekomst en vergeten we te genieten van wat we al wel hebben. De focussen ligt te veel op het consumeren van materialistische dingen. De productie van stresshormonen vereist een hoog magnesiumgehalte en stressvolle ervaringen van het steeds meer willen hebben leiden tot uitputting daarvan.
“We eten meer suiker dan ooit”. In bijna al onze voeding zit suiker, zowel verborgen als dat er op etiketten staat vermeld. Voor elke molecule suiker die we eten gebruikt ons lichaam 28 moleculen magnesium om het te verwerken.”
Magnesium en AD(H)D
De voedingsstoffen magnesium, vitamine B6 en zink hebben alle drie vele functies in de hersenstofwisseling. Ze zijn alle drie betrokken bij de stofwisseling van de essentiële vetzuren.
Een verstoring hiervan wordt in sommige gevallen als mogelijke oorzaak van ADHD –ernstige aandachts-, impulsiviteit-, en hyperactiviteit problemen – gezien. Ook zijn deze voedingsstoffen betrokken bij de melatonine- en dopamine synthese die ook een rol spelen bij ADHD.
Sommige kinderen hebben genetisch bepaald een verhoogde behoefte aan bepaalde voedingsstoffen. Als zij niet de voedingsstoffen krijgen die ze nodig hebben kunnen ze kenmerken krijgen die geassocieerd zijn met ADHD-symptomen zoals hyperactiviteit en concentratieproblemen. Idealiter zou een meer Individuele aanpak, gebaseerd op o.a. bloed- en urineonderzoek noodzaak zijn.
Een magnesiumtekort tegen gaan
Eet producten waar magnesium in zit. Magnesium zit voornamelijk in groene groenten, noten en zaden. Een handjevol gemengde noten per dag is goed voor het binnen krijgen van genoeg magnesium. Groente eten is altijd goed voor de vitaminen. Wanneer je denkt dat je kind een tekort aan magnesium heeft, is het aan te raden dit tekort aan te vullen door de volgende voeding vaker op tafel te zetten.
Vandaag de dag krijgen kinderen vaak het label autisme of adhd, als ze iets drukker zijn dan gemiddeld of zich iets anders gedragen dan hun leeftijdsgenoten. Vaak heeft het gedrag van deze kinderen te maken met hun manier van prikkelverwerking. Kinderen zijn overprikkeld of juist onderprikkeld. Wanneer je met dit in je achterhoofd naar het gedrag van kinderen kijkt, brengt je dit veelal tot hele andere inzichten en betere mogelijkheden om een kind te helpen, daar waar nodig.
Het ene kind wat gevoelig is voor prikkels en indrukken, houdt van rust. Terwijl een ander kind juist constant stuitert, friemelt, praat en geen twee seconden kan stil zitten. Een kind wat gevoelig is voor prikkels, wil na een drukke dag op school, graag even alleen zijn om tot rust te komen. Een onderprikkeld kind klimt in bomen, springt op de trampoline om extra prikkels op te doen.
Verschillende manieren om te reageren op prikkels
Er zijn twee manieren waarop kinderen kunnen reageren wanneer ze over of onderprikkeld zijn. Dit kan op een actieve en passieve manier. In het boek Wiebelen en friemelen wordt onderscheid gemaakt in vier verschillende “prikkeltypes
Onderprikkeld en actief (actief bezig om meer prikkels te krijgen)
Omdat er te weinig prikkels worden doorgegeven aan het bewustzijn, krijgt een kind geen signalen dat er iets aan de hand is of iets gebeuren moet. Een kind blijft daardoor wat slomer of slaperiger.
Een onderprikkeld actief kind gaat zelf op zoek naar extra prikkels. Die prikkels mogen van hem langer duren, harder zijn en vaker herhaald worden dan iemand met een gemiddelde zintuiglijke prikkelverwerking. Hij krijgt dus niet snel genoeg van prikkels; want prikkels ? véél prikkels ? zijn juist fijn!
Druk, spontaan, uitbundig/chaotisch, vraagt veel aandacht, gaat maar door.
Een kind is altijd op zoek naar nieuwe ervaringen, houd niet van routines en regels. Hij is erg enthousiast en impulsief, verveelt zich snel. Een kind zit vaak te wiebelen of loopt van zijn plek.
Onderprikkeld en passief (niet bezig om meer prikkels te krijgen)
Omdat er te weinig prikkels doorgegeven worden aan het bewustzijn, krijgt een kind geen signalen dat er iets aan de hand is of iets gebeuren moet. Een kind wordt daardoor wat loom of dromerig .
Een onderprikkeld passief kind gaat niet zelf op zoek naar de extra prikkels die hij nodig heeft. Daardoor blijft hij slomer en mist hij informatie. Wanneer die prikkels wel op zijn pad komen, kan hij daarvan genieten.
Kenmerken van overprikkeld en passief zijn:
Flexibel en sloom, onverschillig, mist informatie, is moeilijk te bereiken
Een kind is vaak heel rustig en kan zich goed concentreren. Presteert goed onder druk, omdat hij daar niet veel van opmerkt. Lijkt soms ongeïnteresseerd, is geregeld traag en vergeetachtig. Droomt snel met zijn gedachte weg. Mist het overzicht om goed te kunnen plannen.
Overprikkeld en actief (is zichzelf aan het kalmeren)
Omdat er te veel prikkels doorgegeven worden aan het bewustzijn, wordt een kind overspoeld door prikkels. Het is daardoor lastig om de prikkels die op dat moment belangrijk zijn eruit te filteren.
Een overprikkeld actief kind probeert zelf de hoeveelheid prikkels in zijn omgeving te beïnvloeden, zodat hij niet de hele tijd overprikkeld raakt. Hij probeert onprettige prikkels te vermijden en zoekt prikkels op die hem kalmeren.
Kenmerken van een overprikkeld actief kind zijn: Gestructureerd en besluitvaardig, met oog voor detail, snel gespannen, wil controle hebben Een kind vindt het prettig om alleen te zijn. Hij vergeet niet snel iets, merkt alles op. Een kind is niet heel flexibel, hij bepaalt graag zelf hoe dingen gaan. Hij verzet zich tegen verandering en kan zeer emotioneel zijn.
Op school gaat een kind achter in de rij staan, als hij te veel prikkels ervaart, omdat het daar rustiger is. Of hij trekt zijn capuchon over zijn hoofd om minder last te hebben van de prikkels
Overprikkeld en passief (is zichzelf niet aan het kalmeren)
Omdat er te veel prikkels doorgegeven worden aan het bewustzijn, worden deze kinderen overspoeld door prikkels. Het is daardoor lastig om de prikkels die op dat moment belangrijk zijn er uit te filteren.
Een overprikkeld passieve kind is niet veel bezig om de hoeveelheid prikkels in zijn omgeving te beïnvloeden, waardoor hij regelmatig overprikkeld raakt.
Kenmerken van overprikkeld passief kind zijn: Gevoelig, opmerkzaam, vindt rust prettig, nerveus, kan opeens overstuur raken Een kind is zich heel bewust van zijn omgeving, heeft oog voor detail. Hij is snel afgeleid, is hyper en nerveus, hij schrikt van prikkels niet verwacht. Hij onthoudt wat mensen vertellen.
Je kind komt steeds vaker boos, verdrietig of moe uit school. Je vraagt hoe het was op school en krijgt als antwoord: saai of stom. De resultaten van je kind vallen wat tegen en hij vertoont teruggetrokken of juist explosief gedrag. Mogelijk is een kind overprikkeld!
Wat is er aan de hand? Mogelijk is je kind in meer of mindere mate hooggevoelig. Hooggevoelige kinderen horen, zien en voelen veel meer dan andere kinderen. Ze denken hier diep en associërend over na, beleven indrukken zeer intens. Daarnaast hebben ze een voorkeur voor visuele informatieverwerking. Veel van deze kinderen worden vaak onterecht gediagnosticeerd met gedragsstoornissen als AD(H)D en PDD-Nos.
Hooggevoelige kinderen staan op school vaak onder druk. Het is rumoerig in de klas en er gebeurt van alles. Deze prikkels komen allemaal binnen en ze hebben geen idee hoe ze de vele prikkels kunnen filteren. Met als gevolg dat een kind overprikkeld raakt. Daarnaast worden er van een kind ook bepaalde resultaten verwacht.
Tips om een overprikkeld kinderen te helpen:
Zorg ervoor dat een kind een eigen veilige omgeving heeft waarin het zich kan terugtrekken. Een plek waar hij in alle rust kan bijkomen en alle emoties onbeperkt tot uiting kunnen komen. Laat een kind ook echt even met rust. De grootste spanning wordt zo minder en een kind is daarna beter in staat om zijn gevoelens onder worden te brengen.
Wordt niet boos, een kind raakt hierdoor nog meer van streek. Met als mogelijk gevolg dat een kind zich nog meer gaat afsluiten en je er nog moeilijker achter komt wat er in hem omgaat.
Wees begripvol. Haal ervaringen van jezelf erbij om op die manier duidelijk te maken dat jij daar ook mee hebt gezeten en dat je die situatie ook heel moeilijk vond. Kinderen zijn vaak heel verbaasd dat jij dit ook hebt mee gemaakt. Veelal maakt dit het makkelijker voor een kind om te praten over wat hij voelt. De tips die je vervolgens geeft komen nu beter binnen.
Praat met de leerkrachtom zo de juiste basisvoorwaarde in de klas te kunnen creëren, bijvoorbeeld juiste plek in de klas, extra ontspanningsmoment. Een (hooggevoelig) kind dat zich veilig en op zijn plekt voelt durft zichzelf te zijn en zijn talent te uiten en zal over het algemeen minder “probleem” gedrag vertonen.
Praat met een kind. Ga aan het eind van de dag even bij een kind in bed liggen en vraag naar de leuke en minder leuke dingen van die er die dag. Hierdoor kun je uitbarstingen door opgekropte frustraties en emoties een stapje voor zijn.
Als moeder van een hooggevoelig en strong-willed meisje schrok ik me wezenloos, toen ze de diagnose ‘ADHD met autistische kenmerken’ opgelegd kreeg. We kregen het verzoek van de school van mijn dochter (5 jaar) om verder onderzoek te laten doen, omdat ze erg prikkelgevoelig is en moeite heeft met haar spraak. In dit blog meer over prikkelgevoeligheid
Dat dit zou resulteren een diagnose: ADHD met autistische kenmerken (en een ernstige TOS) wekte een enorme weerstand in mij op. Hoe kan het zijn dat een kleuter van 5 deze diagnose krijgt, terwijl er mijn inziens helemaal geen sprake is van een stoornis, maar gewoon een simpele ondersteuningsbehoefte.
Tegenwoordig worden steeds meer jonge kinderen gediagnosticeerd met een psychiatrische stoornis. Dat klinkt heel zwaar en dat is het eigenlijk ook, want ADHD en ASS zijn vormen van een psychiatrische stoornis die zijn opgenomen in de DSMV; het diagnostisch manual dat wereldwijd gebruikt wordt door de psychiatrie.
Wanneer is iets een stoornis?
Je zou verwachten dat een kind dat een psychiatrische stoornis gediagnosticeerd krijgt thuis én op school grote problemen heeft. Echter, als je kind afwijkt van een gemiddeld kind op school, maar waar de thuissituatie geen significante problemen geeft, kan het toch deze diagnose kan krijgen. De belangrijkste reden hiervoor is dat het anders niet de juiste hulp op school kan krijgen.
Ik ben me daarom eens gaan verdiepen in de materie en kwam tot een verbazende (niet wetenschappelijk getoetste) conclusie
Wat is nu eigenlijk het ‘probleem’ of de ‘stoornis’?
Als ik me inlees in de ‘stoornissen’ die aan kinderen worden gegeven, valt mij één ding heel erg op en dat is dat bij bijna al deze ‘stoornissen’ de gevoeligheid voor (externe of interne) prikkels heel erg groot is. Iedere dag worden onze kinderen overvoerd met allerlei soorten ‘prikkels’, maar er wordt ze niet geleerd hoe ze hiermee om moeten gaan. In deze prikkelvolle maatschappij zou daar op school meer aandacht aan moeten worden besteed, zoals het geven van ontspanningsles. Zeker een kind wat prikkelgevoelig is heeft hier baat bij.
Stoornis of spiegel?
Als we de ‘stoornis’ nu eens omdraaien… Houden deze kinderen ons niet een enorme spiegel voor? Zijn er in onze wereld niet veel teveel prikkels? Worden deze kinderen niet gewoon driftig en druk omdat ze continue overvoerd worden door prikkels?
Mijn dochter is een hooggevoelig meisje met een sterke wil, ook wel hooggevoelig en strong-willed genoemd. Ze heeft geen psychische stoornis, maar is gewoon een kleuter. Een kleuter die zichzelf probeert te beschermen door zich af te sluiten als ze teveel prikkels binnenkrijgt. Of daar heel druk door kan worden en soms zelfs een woedeaanval kan krijgen. In plaats van te kijken hoe zij alle prikkels moet verwerken, leert ze ons een hele grote les; de wereld is voor veel kinderen (en volwassenen) té prikkelvol.
Vanwege mijn hoogsensitiviteit is ons leven al heel erg ingericht op rust en structuur. Onze weekenden brengen wij graag met elkaar door en afspraken worden zorgvuldig gepland. Uitjes plannen wij nooit op een zondag want dan moet ze veel teveel prikkels verwerken terwijl de juf verwacht dat ze oplet op maandag. Ze is 5 jaar en moet dus naar school; thuisblijven voor prikkelverwerking mag in principe niet.
Prikkelgevoeligheid en balans
In onze prikkelvolle prestatiemaatschappij kampen veel mensen met een burn-out.1 Kinderen kunnen ook zeer prikkelgevoelig zijn. De balans tussen draaglast en draagkracht is weg; Alles dient altijd meer te worden. ‘Stilstand is achteruitgang’ zegt men. Maar misschien moeten we juist wat vaker stil zijn. In de stilte verwerk je. Even een pas op je plaats maken en daarna weer rustig doorgaan. Dit zou eigenlijk een vast onderdeel moeten zijn van een schooldag; ontspanning.
Hoe ontspan je eigenlijk? Welke manieren om te ontspannen zijn er? Misschien komen veel prikkelgevoelige kinderen dan niet zo overprikkeld thuis, waar overprikkeling zich vaak uit in woedeaanvallen, driftbuien en slecht slapen en de volgende dag moeten ze gewoon weer door naar nog een prikkelvolle dag.
Maar om leren gaan met prikkels is niet alleen nodig op school, maar wij als ouders hebben hier ook een enorme verantwoordelijkheid in. We grijpen zelf ook te vaak naar de smartphone. Ik betrap mezelf er regelmatig op om nog even een appje te beantwoorden, terwijl mijn dochter al meerdere malen iets aan me heeft gevraagd. Dat is niet goed, want ik ben haar voorbeeld. Wat leer ik haar op deze manier? Daarom gaat mijn smartfoon nu uit als zij thuis is, want ik ben haar voorbeeld en zij is mijn spiegel.
Soms kan een kind ineens boos, geïrriteerd of verdrietig worden om “niets” Of althans dat lijkt zo. Een hoogsensitief kind krijgt veel meer prikkels binnen en verwerkt deze ook diepgaander. Hoogsensitieve kinderen krijgen dus veel binnen en denken daar diep over na. Ongeveer één op de vijf kinderen is hoogsensitief. Leren omgaan met deze gevoeligheid vermindert woedeaanvallen en huilbuien en versterkt het zelfvertrouwen. Er zijn een paar dingen die vrijwel alle hoogsensitieve kinderen vervelend vinden.
Onrecht
Op nummer één van wat hoogsensitieve kinderen vervelend vinden staat: onrecht. Het rechtvaardigheidsgevoel van een hoogsensitief kind is groot. Als iets oneerlijk gaat, dan onderneemt hij actie. Het maakt niet uit of dit hem zelf of andere aangaat. Ze gaan in discussie als ze het niet eens zijn met een oneerlijke beslissing van ouder of de leerkracht. Als dit dan weggewuifd wordt, ze zich niet gehoord en begrepen voelt, ontvlamt dit in woede.
Onechte mensen
Gevoelige en empathische kinderen reageren sterk op hun omgeving en ze hebben het feilloos door als mensen niet echt zijn. Ze hebben echte en betekenisvolle relaties nodig met andere mensen en ze voelen zich helemaal niet prettig bij mensen die nep zijn. Kinderen klappen vaak dicht in de omgeving van deze mensen.
Een schoolreisje of sportdag
Alles gaat die dag anders. Geen herkenbare structuur, een ander dagritme. Niet de gebruikelijke lessen in de klas of pauzes waarin gegeten en gedronken wordt. Iedereen is zo druk, duwen voortdurend, praten hardere dan normaal. Het verwerken van al deze nieuwe prikkels kost veel tijd. Tegen het eind van de dag, zijn kinderen vaak uitgeput en kunnen maar moeilijk van zo’n “leuke dag” genieten.
Opeens ‘leuk’ op stap gaan, is iets Wat hoogsensitieve kinderen vervelend vinden. Het bekende dagritme wordt doorbroken. Er is veel onduidelijk over wat er gaat gebeuren, wie er zijn, hoe de omgeving eruit ziet. Dit voelt voor een kind niet prettig, waardoor hij in de weerstand schiet. Een kind houd liever vast aan het bekende en voorspelbare.
Labeltjes en naden
Door hun gevoelige huid is elk kledinglabeltje of naad in een sok aanwezig en zit dit continu te kriebelen. Ook strakke kleding of ruwe stoffen worden regelmatig als vervelend ervaren.
Zand
De meeste kinderen vinden zand geweldig. Spelen in de zandbak of op het strand. Zand is echter iets wat hoogsensitieve kinderen vervelend vinden. Het zand plakt en kriebelt, komt in schoenen terecht en maakt kleren vies.
Meteen een keuze moeten nemen
“Wat wil je op je brood?”, is één van de meest gevreesde vragen, omdat papa of mama daar graag gelijk een antwoord op verwacht. Een keuze maken is lastig, omdat er zoveel consequenties zijn. Vruchtenhagel knoeit snel, pindakaas plakt in je mond en de jam heeft pitjes. Maar als ik nu iets zoets kies, mag ik dat vanmiddag niet meer. Voordat al deze aspecten zijn afgewogen, herinnert mama alweer aan de vraag, waardoor de irritatie stijgt en een keuze maken nog moeilijker is.