Vergeetachtigheid, verstrooidheid, moeite met routinetaken, vaak boos of verdrietig, herken je dit in je kind? Chaotisch, moeite met nieuwe dingen en problemen met de groep. Gedrag dat er soms toe kan leiden dat een kind de “stempel” ADHD, asperger of dyslexie krijgt, terwijl er ook sprake kan zijn van een verbaal performale kloof ook wel intelligentiekloof
Het verbale IQ zegt iets over het denken in woorden en het verbale geheugen. Onderdelen van verbale intelligentie zijn onder andere: abstract redeneren, algemene kennis, rekenkundig inzicht en geheugen. Veel begaafden hebben een hoog verbaal IQ: ze zijn taalgevoelig, denken snel, hebben een ruime woordenschat. De verbale intelligentie is een aardige voorspeller voor schoolresultaten.
Het performale IQ geeft aan hoe groot het handelend vermogen van een kind is. Hieronder valt bijvoorbeeld ook ruimtelijk inzicht, het plannen en de fijne motoriek.
Welke problemen ondervindt een kind door een intelligentiekloof?
Wanneer er sprake is van een intelligentie kloof is het niveau van denken en redeneren in taal hoger dan het praktisch handelen. Dit verschil kan soms een hoop frustratie en teleurstelling geven. Een kind is namelijk in staat de plannen die hij maakt op zeer hoog niveau uit te denken en te verwoorden. Wanneer hij deze plannen tot uitvoering wil brengen, is hij teleurgesteld in het resultaat omdat het er anders uit komt te zien dan hij in gedachten had of omdat het hem veel tijd kost om tot een oplossing te komen. Dit geeft een kind het gevoel dat hij faalt. Ook bij instructie kunnen er problemen ontstaan, omdat een kind in zijn hoofd minder snel een koppeling kan leggen met handelen. Een kind heeft vaak de neiging om nieuwe situaties uit de weg te gaan en deze pas aan te gaan als hij zeker weet dat hij het beheerst en hij kan beredeneren hoe het in elkaar zit.
Tips om kinderen met een intelligentiekloof te helpen
Maak gebruik van pictogrammen voor dagelijkse taken. Doordat een kind ziet wat hij moet doen, kan hij taken makkelijker uitvoeren. Bekijk ons review van de checkpad
Geef structuur door bijvoorbeeld gebruik te maken van een planbord. Een kind weet dan wat hij wanneer moet doen of wat er gaat gebeuren.
Begeleiding bij uitvoeren van taken.
Wanneer een kind verbaal sterk is, zorg dan voor voldoende uitdaging op verbaal vlak (rekenen, taal, geheugen), maar bied hulp bij het aanbrengen van structuur en plannen van hun werk.
Anders maar niet minder, het klinkt zo cliché, maar zo waar. Hoe krijg je dat bij een kind tussen zijn oren, dat anders niet minder is. Hoe zorg je ervoor dat een kind dat zich anders voelt, zich niet minder voelt. Anders leren moet gevierd worden, in plaats van als een stoornis te worden gezien.
Kinderen, met én zonder label, ondervinden binnen het onderwijs en in de maatschappij problemen omdat hun talenten niet voldoende erkend en gewaardeerd worden. De aandacht ligt vooral op de punten waarop ze “afwijken” of niet voldoen aan de algemene verwachtingen.
Kinderen met een label (bijv ADHD of dyslexie) zijn vaak net zo slim als hun vrienden en klasgenoten. Maar ze voelen zich zelden zo omdat ze anders leren en denken. Hun antwoorden zijn soms onverwacht. Hun observaties worden niet altijd op prijs gesteld. En hun expertisegebieden worden veelal niet beoordeeld of gewaardeerd. En dat terwijl ze net zo waardevol en bijzonder zijn als elk kind. Zij benaderen problemen en issues op een andere wijze en hebben andere kwaliteiten waarmee ze een belangrijke aanvulling zijn op het ‘mainstream’ denken.
Onvoldoende zelfvertrouwen
De vele hobbels waar jonge “anders lerende” kinderen tegenaan lopen, maakt dat ze soms net iets vaker geprezen moeten worden op hun talent. In woord en daad. Maar al te vaak gaan deze talenten verloren omdat kinderen onvoldoende zelfvertrouwen hebben om hun talenten te ontwikkelen en in te zetten. Ze blijven zich soms hun leven lang minder voelen dan anderen. Ze durven onvoldoende hun hart te volgen en hun talenten te benutten. Door de aandacht te veel te richten op wat je niet kan, komt je niet tot het ontdekken en inzetten van je talent.
Veel ADHD’ers zijn ontzettend goed in out of the box denken. Met de snel veranderende maatschappij, een kwaliteit die op veel fronten kan worden ingezet. Dyslectische kinderen bezitten vaak een groot ruimtelijk inzicht, hebben veel ideeën en zijn innovatief.
Ondernemer Richard Branson kon op zijn achtste nog niet lezen omdat hij geen minuut kon stilzitten in de klas. Dertien jaar later richtte hij Virgin Records op, gevolgd door vele succesvolle ondernemingen. Dyslexie en ADHD zijn zeker geen belemmering voor hem geweest, maar juist zijn kracht. Die hij heeft weten in te zetten.
Nu wil ik geen pleidooi gaan houden voor alle kinderen met “leerproblemen” dat ze succesvolle miljoenenbedrijven kunnen opzetten en runnen. Maar wel dat het in een ieder zit om zijn talent te ontwikkelen en benutten. Een gebrek aan voldoende zelfvertrouwen als gevolg van de manier waarop kinderen in hun jonge jaren zijn benaderd, mag dit niet remmen.
Wat echt helpt, als kinderen anders leren
Al die aandacht op wat een kind niet goed kan, extra oefenen om hier toch iets beter in te worden. Avonden lang ploeteren om te voldoen aan de gemiddelde eis die aan scholieren worden gesteld. Niet eens tijd overhouden voor de dingen waar ze goed in zijn. Het gebrek aan erkenning van talenten van kinderen die anders leren.
Ik ben ervan overtuigd dat als je kinderen laat doen waar ze goed in zijn, hen zich laat ontwikkelen op deze vlakken, dit zorgt voor zoveel motivatie, dat andere dingen ook beter zullen gaan. Probeer niet van een vijf een zes te maken, maar van een acht een tien. Ik zou zo graag zien dat kinderen oprecht gewaardeerd worden voor hun talent. Dit klinkt makkelijk, maar check bij een kind of het ook zo ervaren wordt. Gelooft hij zelf in zijn eigen talenten?
Hoe benut je de talenten van deze kinderen die anders leren? Het antwoord zit in het vergroten van het zelfvertrouwen van kinderen. Het ondersteunen van een kind in het vinden van de gebieden waarin zij uitblinken. En vervolgens activiteiten vinden die op die sterke punten in spelen. Zelfvertrouwen volgt dan bijna altijd. En wanneer een kind zich zelfverzekerd voelt, doet hij het beter op school en in het leven.
Veel kinderen hebben moeite met automatiseren. Dit zegt niks over de intelligentie van kinderen. Ook veel hoogbegaafde kinderen hebben een probleem met automatiseren. Bijvoorbeeld bij het leren van de tafels of de spelling van woorden. Bij hoogbegaafde kinderen komt dit doordat de hersenen (cortex) van hoogbegaafden een andere ontwikkeling doormaken dan die van niet-hoogbegaafden. Het curriculum op scholen is echter afgestemd op de normale hersenontwikkeling.
Vanaf groep 3 is de wijze van functioneren van de cortex van belang voor het automatiseren van aangeboden informatie. Gemiddeld begaafden kunnen op deze leeftijd prima informatie automatiseren. Hoogbegaafde kinderen hebben hier moeite mee. Hun cortex ontwikkelt zich anders waardoor op jonge leeftijd automatiseren lastig is. Een hoogbegaafd kind zal de tafels en spellingsregels wel toepassen maar niet automatiseren. Alles wat afwijkt van de regel, bijvoorbeeld bij spelling, kan dan tot grote frustratie en irritatie leiden.
Wijze van leren
Hoogbegaafde kinderen hebben al vanaf zeer jong een bewust denkniveau. Als baby is dit al zichtbaar. Wanner een baby een speeltje wil pakken, blijft jij dit vaak eindeloos proberen, door met zijn armpjes in die richting maaien tot hij het toevallig een keer te pakken heeft. Ook andere vaardigheden gaan bij deze kinderen via een proces van ‘trial and error’. Een hoogbegaafde baby heeft al na een paar pogingen door dat het zo niet lukt om het speeltje te pakken en gaat daar over nadenken en gaat het speeltje pas pakken als het probleem is opgelost.
Hoogbegaafde kinderen analyseren eerst en doen het daarna in één of twee keer goed. Bij de meeste taken werkt dit heel goed en is deze strategie succesvol. Dit ligt lastiger bij het aanleren van motorische vaardigheden en bij het automatiseren van kennis. De essentie ligt hier namelijk in het voortdurend herhalen van de acties, waardoor de vaardigheid eigen worden gemaakt. Bewust nadenkwerk geeft hier niet dezelfde resultaten. Daarom zijn deze kinderen soms bang om te fietsen, willen ze niet naar zwemles, een muziekinstrument bespelen of hun veters strikken. De faalervaringen die ze bewust meekrijgen tijdens het oefenen geven hen enorm veel stress én de overtuiging dat het ze nooit zal lukken. Ze kunnen immers geen strategie bedenken waardoor het in één keer goed gaat, zoals ze bij andere vaardigheden gewend zijn.
Bij het automatiseren van tafels komt hier nog bij dat deze kinderen vaak snel genoeg kunnen rekenen om het gebrek aan automatisering te kunnen verbloemen. Ze kunnen snel genoeg rekenen om het antwoord op tijd te geven. Het valt dus vaak niet op dat ze de tafels niet kennen. Ze kunnen dit best lang volhouden tot de de sommen zo ingewikkeld worden of er zoveel vaardigheden gecombineerd moeten worden dat ze alsnog vastlopen. Alleen wordt er dan op school al lang en breed verwacht dat ze de tafels kennen en wordt er geen aandacht meer besteed aan het aanleren van deze vaardigheid.
Tips
Om hoogbegaafde kinderen te leren automatiseren is het belangrijk om het bewuste denkproces te belemmeren, bijvoorbeeld door tijdens het automatiseren bewegingsoefeningen te doen, zoals een balletje omhoog gooien, touwtje springen of tekenen. Zo komt er ruimte voor het automatische proces. Probeer te voorkomen dat ze de sommen uitrekenen.
Als een kind minder goede resultaten haalt op school, is dit op zich helemaal niet erg. Er kunnen echter verschillende oorzaken zijn waarom een kind minder presteert. Het kan natuurlijk zo zijn dat je een kind toch wat overschat. Of dat een leerprobleem er voor zorgt dat hij meer moeite heeft met de te leren stof. Een andere mogelijkheid is onderpresteren!
Nu wil elke ouder natuurlijk graag geloven dat als zijn kind minder goede resultaten haalt dat er sprake is van onderpresteren. Onze eigen kinderen vinden we over het algemeen toch vaak heel pienter en creatief. Wanneer is er sprake van onderpresteren en wat kun je hier aandoen?
Soorten onderpresteerders
Er kan onderscheid worden gemaakt in twee soorten van onderpresteren:
Relatief onderpresteren
Een kind doet het minder goed dan van hem zou mogen worden verwacht, gezien zijn capaciteit. Hij valt niet zo erg op, omdat hij gemiddeld presteert ten opzicht van klasgenoten.
Absoluut onderpresteren
Een kind doet het minder dan “normaal” is voor zijn leeftijd. Dit zie je vaak bij kinderen die het om de één of andere reden opgeven of de motivatie niet (meer) hebben om te laten zien wat ze kunnen.
Het is goed om je te realiseren dat onderpresteren géén privilege is van hoogbegaafden, elk kind kan onderpresteren.
Waarom presteert een kind minder dan hij werkelijk kan?
Onderpresteren is een probleem dat je niet even makkelijk en snel kunt oplossen. Onderpresteren begint vaak al op jonge leeftijd. Zo zijn hoogbegaafden vaak gewend om zich aan te passen aan hun omgeving. Dit kan een patroon worden wat je niet gemakkelijk doorbreekt.
Verschillende oorzaken waarom kinderen gaan onderpresteren zijn:
Aanpassingsgedrag, als een kind niet wil opvallen tussen zijn klasgenoten, dan kan onderpresteren als verdedigingsmechanisme ingezet worden. Dit doet hij om geen uitzondering te zijn en geaccepteerd te worden door de groep.
Gebrek aan faalervaringen, hierdoor ontwikkelt een kind geen doorzettingsvermogen of raakt in paniek als iets niet in één keer goed gaat.
Gebrek aan uitdaging, bijvoorbeeld als een kind lange tijd onder zijn niveau werkt. Hij raakt hierdoor verveeld.
Gebrek aan motivatie, bijvoorbeeld als gevolg van te weinig uitdaging in de opdrachten
Gevolgen van onderpresteren
Vaak krijgen onderpresteerders een verkeerd of negatief zelfbeeld. Een kind ervaart dat het niet aan de verwachtingen voldoet. Hij voelt zich een kneus of mislukkeling, omdat hij anderen teleurstelt. Als het zelfbeeld niet verbetert kan een kind depressief, angstig of faalangstig worden.
Wat te doen bij een vermoeden van onderpresteren.
De basis voor de oplossing is een goede relatie tussen ouder, kind en leerkracht. Zorg ervoor dat een kind zich gewaardeerd voelt, voelt dat hij er mag zijn en dat hij er toe doet. Zowel thuis als op school.
Leg uit waarom hij iets moeten leren;
Bied een kind verrijkingsstof aan. Dit kan een vreemde taal zijn. Een kind moet (weer) leren leren;
Leer een kind denken, bijvoorbeeld door iets van denksport of programmeer les;
De emotionele intensiteit en de overweldigende energie van hoogbegaafde kinderen is groot. Ze hebben een speciale manier waarop zij de wereld beschouwen, kwalitatief, kwantitatief of allebei tegelijk. Ook verwerken ze ervaringen anders. Dit maakt hoogbegaafde kinderen vaak intenser, sensitiever. Ze schieten makkelijk in extreme gemoedstoestanden van heel erg gelukkig tot vol wanhoop. Deze kenmerken van hoogbegaafdheid zijn vaak minder bekend bij mensen.
Kenmerken van hoogbegaafdheid
Het gedrag van hoogbegaafde kinderen wijkt vaak af van “de norm”, dit kan ook op veel onbegrip rekenen. Hun opwinding wordt gezien als excessief, hun niet stil kunnen zitten van opwinding wordt gezien als ADHD gedrag. Het eeuwig doorvragen wordt gezien als zeuren of als ondermijnen van de autoriteit. Hun verbeeldingskracht wordt gezien als gebrek aan realiteitszin. De passie wordt gezien als obsessief gedrag of syndroom van Asperger. De sterke emoties worden gezien als kinderachtig. En hun creatieve eigenzinnigheid wordt gezien als tegendraads. Hoogbegaafden maken veelal een ontwikkeling door die sterk afwijkt van de ‘normale’ ontwikkeling van kinderen.
Bijna elk hoogbegaafd kind is op één of meerdere vlakken zeer prikkelgevoelig. Deze gevoeligheid is een van de kenmerken van hoogbegaafdheid die niet altijd even bekend zijn. Hoe gevoeliger een kind is hoe meer problemen er ontstaan in de omgeving. Ze sluiten op onbegrip en kunnen moeilijk aansluiting vinden.
Lichamelijk
Hoogbegaafde kinderen hebben vaak een hoog energieniveau wat zich uit in een grote beweeglijkheid, opgewondenheid en snel praten. Maar ook lichamelijke onrust, bezig willen zijn, gedrevenheid en competitiviteit. Het gaat hierbij om de capaciteit actief en energiek te zijn. Bij emotionele spanningen kan deze prikkelgevoeligheid zich uiten door overdreven veel praten, impulsieve acties, zenuwachtig gedrag (nagelbijten of trommelen) of ‘de clown uithangen’.
Zintuiglijk gevoelig vermogen
Kinderen genieten intens van zintuiglijke waarnemingen, zoals schoonheid, beeldende kunst, literatuur en muziek. Het kan zich tevens uiten door een drang naar comfort, luxe en behoefte aan bewondering en aandacht. Maar ook de gevoeligheid voor labels aan kleren of de naden van sokken zijn moeilijk te verdragen. Kinderen met deze prikkelgevoeligheid hebben over het algemeen plezier in zien, ruiken, proeven, aanraken en horen. Ze worden blij van mooie woorden, muziek, vormen, kleuren, harmonie en evenwicht. Bij emotionele spanning kan deze hoge prikkelgevoeligheid leiden tot veel en lekker eten, al jong seksueel gretig zijn en een grote behoefde aan aandacht hebben.
Intellectueel, intense activiteit van de geest
Hoogbegaafde kinderen hebben veelal de neiging diepzinnige vragen te stellen, problemen op te lossen en te zoeken naar de waarheid. Dit kan zich uiten door van alles te willen analyseren, door logica en theoretische problemen, scherp observatievermogen. Kritisch zijn, symbolisch denken, ontwikkelen van nieuwe ideeën en concepten en denken over het eigen denken. Hierdoor ontstaat als het ware een intellectuele honger. Ze zijn onverzadigbaar nieuwsgierig, geconcentreerd, vaak gretige lezers. Ze kunnen scherp observeren, zich dingen gedetailleerd herinneren, gedetailleerde plannen maken en hebben het vermogen tot aanhoudende intellectuele inspanning. Bij emotionele spanning kan deze prikkelgevoeligheid zich uiten door te kritisch zijn naar zichzelf en anderen, perfectionisme en betweterigheid. Tevens kan de focus op morele vraagstukken een kind tot wanhoop drijven door zijn hulpeloosheid.
Verbeelding
Dit kan zich uiten door frequent gebruik van beelden en metaforen in de taal, poëtisch woordgebruik, sterk vermogen tot gedetailleerde en levendige visualisaties, inventiviteit fantasievolheid, het snel wegdromen bij verveling, imaginaire vriendjes hebben, het leven dramatiseren. Verbeelding kan zorgen voor vreugde en creativiteit in het dagelijks leven en helpt bij de ontwikkeling van intellectuele gaven. Zoals Einstein zei: ‘’Verbeeldingskracht is belangrijker dan kennis’’. Bij emotionele spanning kan deze prikkelgevoeligheid zich uiten door fantasie en werkelijkheid niet meer kunnen scheiden, leven in een schijnwereld, heftige dromen en zich dingen verbeelden.
Emotioneel
De hoge prikkelgevoeligheid voor emoties is vaak de eerste van de prikkelgevoeligheden die ouders opmerken. Kinderen voelen de emoties van andere sterk aan en kunnen zich hiermee identificeren. Deze kinderen kunnen erg verlegen zijn en zijn zich sterk bewust van hun eigen gevoelens en hoe ze veranderen. Bij emotionele spanning kan deze prikkelgevoeligheid zich uiten door klachten als buikpijn, hoofdpijn, slecht slapen of blozen. Kinderen zijn soms veel bezig zijn met de dood. Ze zijn angstig of hebben last van depressie. Hun mededogen en bezorgdheid voor anderen, hun focus de verbinding met anderen en de intensiteit van hun gevoelens zal regelmatig lastig zijn. Het kan irritatie opwekken bij mensen die deze prikkelgevoeligheid niet begrijpen.
Veel mensen denken dat dyslexie betekent dat je niet of moeilijk kunt lezen. Gedeeltelijk is dit waar, maar dyslexie is meer dan dat. Iemand die dyslectisch is, is vaak een beelddenker. Een beelddenker neemt de wereld anders waar dan een woorddenker. Waar loopt een kind tegen aan als hij begaafd en dyslectisch is?
Het beeld
Een beelddenker is in staat om met zijn blik uit zijn hoofd te treden en een voorwerp van alle kanten te bekijken. Hierdoor is zijn waarneming veel intenser dan van een woorddenker. Dit geldt voor alles, dus ook voor letters. Een stoel is voor een klein kind een stoel. Of je de stoel nu rechtop of op-z’n-kop zet dat maakt niet uit: het blijft een stoel. Dit geldt ook voor beelddenkers. Een b kan net zo gemakkelijk een d zijn of een p of een q. Als je ze draait blijft het hetzelfde. Dit geldt ook voor de u en de n. Hier begint het probleem. Al die letters zijn hetzelfde, maar noem je steeds anders. Als de beelddenker of dyslect, dan de letters ontcijferd heeft, dan kan hij er een woord van maken. Dit woord wordt in zijn hoofd direct omgezet in een plaatje.
Door elkaar
Het kan ook zijn dat een beelddenker de letters allemaal leest, maar dan in zijn hoofd worden die door elkaar gehusseld en ontstaat er spontaan een ander woord. Bord kan zo brood worden of Mik wordt Kim.
Radend lezen
Of het woord wordt wel goed gelezen, maar in het hoofd wordt er een plaatje van gemaakt en dat plaatje wordt dan benoemd maar is dan toch anders dan er stond. Een kasteel wordt dan een paleis. Radend lezen wordt dit genoemd.
Woorden met meerdere betekenissen zijn daardoor voor dyslecten een groot struikelblok.
(Hoog) begaafd
Een kind wat hoog begaafd en dyslectisch is weet een heleboel van deze problemen zelf te omzeilen. Ze leren wel lezen maar het niveau ontstijgt vaak niet het gemiddelde niveau. Hierdoor weet men wel dat er een probleem is, maar er wordt vaak niet aan dyslexie gedacht. Ook met rekenen weten ze te verbloemen dat ze de tafels niet uit hun hoofd kennen. Ze kunnen namelijk wel erg snel rekenen. Op deze manier is de kans groot dat het hoogbegaafde kind een negatief zelfbeeld, en zelfs faalangst, ontwikkeld. Vanwege hun hoogbegaafdheid zijn ze vaak erg gevoelig voor kritiek en leggen voor zichzelf de lat heel hoog.
Wat kan een begaafd en dyslectisch kind helpen?
Voor een hoogbegaafd dyslectisch kind is het lastig om gemotiveerd te blijven, de talige wijze waarop onderwijs veelal wordt gegeven, maken dat hij niet optimaal gebruik kan maken van zijn capaciteiten.
Een methode die kan helpen is de “Ik leer anders”
Deze methode gaat uit van het creatieve vermogen van beelddenkers om in hun hoofd dingen te creëren. Ze gaan “kasten” of “kamers” maken in hun hoofd waarin ze alles netjes geordend op kunnen slaan en waardoor het terug te vinden is. Van alle woorden maken we woordbeelden zodat het een tastbaar iets wordt in plaats van allemaal letters. Hierdoor kan de spelling wel onthouden worden. De training kun je als ouder samen met je kind doen. Tijdens de cursus wordt er een methode aangeleerd waarmee de een kind zelf aan de slag kan en moet gaan. De cursus bestaat uit 4 of 5 sessies. Hierin komen aan de orde: Alfabet en woorden, Lezen, Rekenen en Klokkijken