Hoe werkt een dyslectisch brein?

Hoe werkt een dyslectisch brein?

Wanneer je niet dyslectisch bent is het moeilijk om je voor te stellen wat het inhoud. Om te begrijpen op welke manier je er last van kan hebben en op hoeveel verschillende vlakken dit doorwerkt. Door beter te begrijpen wat het is, kun je kinderen met dyslexie beter in hun kracht zetten.

Waar hebben kinderen met dyslexie moeite mee?

Bij dyslexie denken we vaak aan kinderen die moeite hebben met lezen en schrijven, die de b en d omdraaien of de p en q. Daar hebben veel dyslectici inderdaad moeite mee, maar dyslexie is meer dan dat.
Kinderen met dyslexie verwerken informatie in hun hersenen anders dan de meeste mensen.

Kinderen met dyslexie denken anders. De meerderheid van de mensen denkt vooral met de linker hersenhelft, dyslectici denken vooral met hun rechter hersenhelft. Dat levert een andere denkwijze en leerstijl op, die vaak het conceptuele denken word genoemd.

Denken via vooral de rechterhersenhelft

Bij dyslectici is de rechterhersenhelft in het denken, in het verwerken van informatie, dominant. Dat betekent dat er een sterke voorkeur bestaat voor het denken via deze rechter-hersenhelft. Een kind met dyslexie, heeft vervolgens een zwakte voor het verwerken van taal. Net zoals andere kinderen bijvoorbeeld moeite hebben met tekenen, muziek of rekenen. Alleen valt dat vaak minder op in onze talige maatschappij.

Lees meer over de linker een rechterhersenhelft

Conceptueel denken

Wanneer iemand voor één van beide hersenhelften dominant is in het denken, ‘bepalen’ de eigenschappen van die hersenhelft de manier van informatie verwerken en de manier van leren.

Dominantie van de linkerhersenhelft in het denken, noemen wij lijndenken of lineair denken. Dominantie van de rechterhersenhelft in het denken, noemen wij conceptueel denken. Dit wordt ook wel beelddenken genoemd. Niet alle conceptueel denkers zijn dyslectisch, andersom geldt dat wel. Alle dyslectici zijn conceptueel denkers.  Veel conceptuele denkers zijn eveneens hooggevoelig.

Dit betekent overigens niet dat conceptueel denkers niet logisch kunnen denken, maar hun logica is wel anders.

Kinderen met dyslexie vaker linkshandig!

Dyslectici zijn rechts dominant in het denken, net zoals velen ook met hun hand, voet, oog en oor rechts dominant zijn.
Linkshandigheid komt onder dyslectici echter vaker voor dan bij niet-dyslectici.

Een andere organisatie van de hersenen

Wanneer de hersenen van dyslectici worden onderzocht, wordt vaak gefocust op wat er in de linker hersenhelft anders gaat. En specifiek waarom drie gebiedjes niet in dezelfde mate geactiveerd worden zoals bij niet-dyslecticus. Het brein van dyslectici werkt gewoon anders.

Dyslectische hersenen bevatten allemaal ver uit elkaar liggende neuronen en veroorzaken zo fysiek grotere hersencircuits. Zij zien daardoor het grotere geheel, zien sneller ongebruikelijke of verre verbanden, plaatsen dingen in de context van situaties. Ze herkennen sneller de essentie van dingen, maar zijn dus veel zwakker in de verwerking van fijne details en minder efficiënt in routinetaken.

bron: werkendyslexie

 

Conceptueel denken: talenten die nodig zijn in de maatschappij!

Conceptueel denken: talenten die nodig zijn in de maatschappij!

Komt je kind niet zo lekker mee op school, maar is hij best een slim mensje. Blijf hem positief stimuleren want het komt allemaal goed. Wellicht verwerkt hij informatie op een andere manier, ook wel conceptueel denken genoemd. 

Wat is conceptueel denken?

Conceptueel denken is vooral denken via de rechter hersenhelft. Ze hebben een “andere manier” van denken en informatie verwerken. Vaak hebben deze kinderen het label AD(H)D, hoogbegaafdheid, dyslexie, dyscalculie en autisme gekregen. Al zijn er ook conceptueel denkers die onbekend zijn met een van deze diagnoses of labels.

Er zijn diverse wetenschappers die een toekomstbeeld van onze maatschappij neerzetten waarin conceptueel denkers in het voordeel zijn op lijndenkers.
Met de toename van welvaart, technologie en globalisering, zijn de veranderingen in onze maatschappij de laatste 150 jaar super snel gegaan. 150 jaar geleden waren we nog een agrarische samenleving, maar met de komst van machines en fabrieken wordt steeds meer arbeid van de mens overgenomen.
De opkomst van computers heeft dit verder versneld. We leven tegenwoordig in een informatietijdperk met een kenniseconomie.

Er wordt vooral een appél gedaan op hoe wij omgaan met informatie, hoe we analyses maken en het logische denken. Het lijndenken is daarin dominant. Maar met alle ontwikkelingen die gaande zijn, staan we op de rand van het conceptuele tijdperk. Een tijdperk wat een beroep doet op onze creativiteit, op ons beeldend vermogen. Op organisatorische vaardigheden, inlevingsvermogen en innovatief vermogen. Een nieuw en ander tijdperk wat ontzettend veel kansen biedt aan conceptuele denkers.

Lees meer over de linker en rechterhersenhelft en denkwijzen

Problemen van conceptueel denkers

Een probleem waar conceptueel denkers tegen aanlopen is dat hun manier van denken niet past in het huidige schoolsysteem. Een voelt zich veelal onbegrepen of niet gezien. Ze werken hard, maar dit levert niet het gewenste resultaat op, met alle frustraties van dien. Dit stop vaak niet na de school en studie periode, ook tijdens iemands werk carrière. Dan wordt het vaak aan het karakter of de capaciteiten toegeschreven dat iemand niet goed presteert: “hij is niet zo ambitieus, eigenlijk een beetje lui”, of “hij is niet zo’n doorzetter”.

Conceptueel denkers hebben regelmatig moeite met nauwkeurig lezen. Ze zien gemakkelijk details over het hoofd. Zowel mondeling als schriftelijk hebben ze moeite met het structureren van hun verhaal, het vertellen van begin naar einde.

Als gevolg van dergelijke problemen ontwikkelen veel conceptueel denkers faalangst in de vorm van bijvoorbeeld perfectionisme, uitstelgedrag, onderpresteren of prestatiedrang. Door spanning vertraagt de niet-dominante hersenhelft, de linker hersenhelft bij conceptueel denkers. De linker hersenhelft heb je nodig voor het verwerken van taal, om stappen van klein naar groot of van begin naar einde te maken. Onder te veel spanning of stress worden bij conceptueel denkers dus de lijn, de details, de routinematigheid uitgeschakeld, waardoor het conceptuele denken verandert in chaos.

Conceptueel denken is zeker geen stoornis. Conceptueel denkers hebben vaak wel een label gekregen omdat ze tot een minderheid behoren
Een minderheid, net als linkshandigen of roodharigen. Een minderheid die anders denkt en kijkt en daardoor een heel andere blik op de wereld werpt! Een andere blik die hard nodig is in deze tijd.

 

Waarom hebben beelddenkers een zwakke concentratie in de klas?

Waarom hebben beelddenkers een zwakke concentratie in de klas?

Beelddenkers leren anders. Ze verwerven informatie anders, maar ook de verwerking verloopt anders dan bij de kinderen die meer taal georiënteerd zijn. Beelddenkers verwerken informatie voornamelijk visueel, zij willen informatie ‘zien’ en verwerken informatie associërend. Deze kinderen hebben daarom snel een zwakke concentratie in de klas.

Een beelddenker neemt 1500 prikkels per minuut waar. Een kind kijkt naar de leerkracht die voor het bord staat om uitleg te geven over een spellingregel. De leerkracht noemt als voorbeeld het werkwoord spelen. Het kind hoort het woord ‘spelen’ en krijgt meteen associatie-beelden als: plein met het voetbaldoel > hierop volgt associatie > zijn voetbalwedstrijd van maandagavond > hierop volgt associatie > eten bij oma > hierop volgt associatie > vakantie met opa en oma > hierop volgt associatie > zwemmen in het zwembad.

De eerste uitleg van de spellingregels heeft een kind nu al gemist!
Een kind kijkt naar de leerkracht en ziet een hele hoop. Kijken de ogen van de leerkracht blij of boos – mooie krullen in het haar – rode jurk – de poster naast het bord. Maar tegelijk neemt een kind ook waar wat er naast hem gebeurt. Het kind neemt ook waar vanuit de ooghoeken en krijgt impulsen als: jan die op een pen kauwt – Mary heeft vandaag een gebloemde legging aan – de deur van het lokaal is niet helemaal dicht, enz.
In tegenstelling tot de 1500 prikkels van visuele waarnemingen, kan een persoon maar 200 woorden in een minuut uitspreken of denken. In het hoofd van een beelddenker is het dus best druk op zijn tijd!

De zwakke concentratie van een beelddenker is vooral toe te schrijven aan de associatieve informatieverwerking en het feit dat de ogen eerst informatie willen zien!

De concentratie van een kind, bepaalt hoe intensief en hoe lang hij zijn aandacht ergens op kan richten.

Hoelang kan een kind werkelijk met een taak bezig zijn? Niet elke taak vraagt dezelfde concentratie. Voor tafeltennis heb je bijvoorbeeld een snellere, flitsender concentratie nodig dan voor schaken. Hiervoor heb je juist een rustige, analytische vorm nodig.
De verschillende vormen van concentratie zie je terug op school. Zelf actief bezig zijn vraagt een andere vorm van concentratie dan alleen luisteren. Ook vragen korte taken een andere vorm van concentratie dan taken die lang duren. Op school is vaak sprake van een gedwongen concentratie, een kind moet zich concentreren. Thuis met Playmobil spelen is een vrijwillige concentratie.

Bij beelddenkers zien je ook vaak concentratieproblemen als het voor hen niet duidelijk is waar ze mee bezig zijn. Daardoor zijn ze minder gemotiveerd en dus sneller afgeleid.

Wat helpt voor een betere concentratie in de klas?

Een effectieve concentratie oefening is Doodling of droedelen
Doodling is zonder na te denken tekeningetjes, bepaalde vormen, krullen enz. krabbelen terwijl je luistert naar iemand. Je bent doelloos aan het tekenen, krabbelen, terwijl je aandacht bij de leraar is. Het voorkomt dat je wegdroomt.

bron: beelendbrein en bestkids

 

12 manieren voor meer focus en aandacht, ook met een ADHD brein!

12 manieren voor meer focus en aandacht, ook met een ADHD brein!

Hoe graag een kind zich ook wil concentreren, goede voornemen en goede bedoelingen zijn geen garantie dat concentratie er ook daadwerkelijk voldoende is. Vooral niet als een taak saai of moeilijk is. Deze 12 strategieën zijn ontworpen voor ADHD-hersenen en helpen de spieren te ontwikkelen voor echte, aanhoudende aandacht.  De focus en aandacht van een kind verbeteren!

Waarom ontbreekt focus en aandacht?

De opdracht is duidelijk, alle spullen liggen klaar, een kind weet wat hij moet doen. En toch, als het tijd is om de taken daadwerkelijk af te ronden, dwalen de hersenen af.
Waarom is focus – zowel het vinden als vasthouden daarvan –  zo moeilijk voor kinderen met een ADHD brein. Het antwoord ligt in de hersenchemie: ADHD-hersenen bevatten van nature weinig dopamine en noradrenaline, die de opwinding en aandacht van de hersenen regelen. Andere zullen misschien ontdekken dat ze, wanneer de situatie daarom vraagt, zich kunnen ‘buigen’ en hun hersenen kunnen dwingen zich te concentreren. Voor  kinderen ADHD is het advies om ‘gewoon te focussen’ waanzinnig; het lukt vaak gewoon niet.

Je kunt focus niet forceren , maar je kunt een ideale omgeving creëren – zowel fysiek als mentaal – om het te laten gedijen. De oplossing zit hem in het met het ADHD brein te werken, niet er tegen. 12 tips die hierbij kunnen helpen.

1. Het Zeigarnik-effect

Het Zeigarnik-effect is dat onafgemaakte taken beter onthouden worden dan voltooide taken. Dit betekent dat het starten van een opgave – zelfs als je er maar 10 minuten aan werkt – het voor de  hersenen moeilijker zal maken om het te vergeten of te negeren. Als een kind een dagdromer is in plaats van aan de slag te gaan, stel dan een timer in op 5 minuten. Laat een kind gedurende die tijd doen waar hij zin in heeft.  Als hij daarna begint aan de taak, verandert deze in een onafgemaakte taak – wat betekent dat het brein er meer toe gezet is deze taak af te ronden.

2. Gebruik een ‘dagelijkse focuslijst’

Schrijf aan het begin van elke dag de belangrijkste prioriteiten op. Dit is een geweldige manier om vervelende afleidingen buiten de deur te houden en de aandacht regelmatig te heroriënteren. Een dagelijkse focuslijst is niet zomaar een takenlijst, met actie punten. Het is meer een hulpmiddel om de aandacht bij belangrijke dingen te houden. Voor jonge kinderen zal dit minder helpen, aangezien ze op school gewoon de lessen moeten volgen. Maar op de middelbare school, kan het een goed hulpmiddel bij het maken van huiswerk zijn.

3. Maak een ‘parkeerplaats’

Met alle prikkels om een kind heen en snelle gedachten maken dat ADHD-hersenen gemakkelijk afdwalen. Door deze gedachten even te parkeren kan een kind zich weer beter focussen. Met een ‘parkeerplaats’, kan een kind op een ander moment verder met deze dingen. De parkeerplaats kan een notitieboekje of een mandje waar spulletjes in bewaard worden zijn. Het bespaard een kind stress en vergroot de focus.

4. Herken de “overweldigende” triggers

Wanneer het ADHD-brein gestrest raakt, springt het in de vecht- of vluchtmodus. Dit lijkt op een gebrek aan motivatie, een kind maakt zijn taak niet af en gaat iets anders doen. Probeer deze cyclus te doorbreken. Door de triggers te herkennen die maken dat een kind overweldigd wordt.  Voor sommigen is het honger, voor anderen kinderen te veel taken die ze moeten doen.
Het herkennen helpt niet gelijk om het te voorkomen, maar is wel de eerste stap om hier beter mee om te kunnen gaan.

Stress bij kinderen met leerproblemen

5. Luister naar je hersenen

ADHD gaat samen met een hoop superkrachten (zoals hyperfocus ), maar je kunt niet altijd voorspellen wanneer ze zullen optreden. Respecteer je hersenen! Help een kind herkennen wanneer hij zich ‘in de zone‘ bevindt en taken kan uitvoeren die aandacht en focus vereisen. Even belangrijk is te leren herkennen wanneer je hersenen even niet willen. Kijk dan of het mogelijk is om dingen te doen die minder aandacht vragen.

6. Zorg voor ‘positieve afleidingen’

Afleiding is niet verkeert, het helpt om op de lange termijn meer gedaan te krijgen. Een goede afleiding is bewegen.  Even rennen, wandelen of lekker buitenspelen. Fysieke activiteit stimuleert de hersenen en helpen een kind om daarna weer efficiënter aan het werk te gaan.  Zoek de “positieve afleidingen” die voor een kind werken. Bijvoorbeeld een korte danspauze of een creatief kunstproject.  Als je bang bent dat een kind de tijd vergeet zet dan een timer.

7. Vergeet perfectie

Hyperfocus is niet altijd een positieve kracht. Soms kan het ertoe leiden dat kinderen met ADHD geobsedeerd raken door kleine, onbelangrijke details – en daarbij hun echte productiviteit tenietdoen. Werk eraan om perfectionisme los te laten en genoegen te nemen met ‘goed genoeg’. Als een kind heel perfectionistisch is zal dit niet van de een op de andere dag verdwijnen, maar het zal wel het angst gevoel doen afnemen. Een kind bouwt hierdoor meer zelfrespect op en zijn productiviteit zal gaandeweg verbeteren.

8. Vier successen

Stel samen met een kind doelen en prioriteiten op. Dingen die een kind graag wil leren of doen. Breng de voortgang in kaart en vier samen successen. Iedereen en vooral iemand met ADHD, gedijt op de mogelijkheid om te kunnen zeggen: “Ja, ik heb het gedaan.”  Deze positieve ervaringen zorgen dat het zelfvertrouwen van een kind groeit.

9. Meer focus en aandacht door time management

Gebrek aan planning is één van de grootste aandachtspunten. Het is moeilijk om in de zone te blijven als je niet precies weet wat je moet doen! Zorg dat een kind niet alleen een planning maakt wanneer huiswerk af moet zijn, maar ook wanneer hij het gaat doen en hoelang hij denkt hiermee bezig te zijn.

Huiswerk goed plannen? Hoe doe je dat?

10. Zoek duidelijkheid

Hoe groter de duidelijkheid, hoe gemakkelijker het is om gefocust te blijven en dingen voor elkaar te krijgen.  Op school kan het helpen om aan het begin van elk onderwerp of hoofdstuk stil te staan bij de leerdoelen. Wat moet ik weten na dit hoofdstuk.  Als een kind meer grip krijgt op wat van hem wordt verwacht, wordt het gemakkelijker om afleidingen te negeren en een positieve instelling te behouden.

11. Stel deadlines in, voor meer focus en aandacht

Je ooit afgevraagd waarom je kind alles op het laatste moment doet? Het komt omdat deadlines eigenlijk neurologisch nuttig zijn voor het ADHD-brein. Ze elimineren concurrerende prioriteiten en stimuleren de adrenaline, waardoor het gemakkelijker wordt om in hyperfocus te duiken en een taak uit te voeren. Niet elke taak heeft echter een duidelijke deadline, dus help een kind om eigen deadlines te maken. Plaats de deadlines op een prominente plaats en stel regelmatig herinneringen in, ze vergroten de kans dat een kind ze kan nakomen.

12. Erken – en verwerp – negatieve gedachten

Piekeren is de vijand van focus. Een kind dat in gedachte nog bezig is met de ruzie met een vriendje in de pauze, waardoor het zich niet kan concentreren in de les.  Negatieve gedachten volledig proberen buiten te sluiten, werkt echter meestal averechts. Geef een kind kort oprecht aandacht en plan een tijdstip waarop hij hier weer aandacht voor mag hebben.
Een kind kan dit dan gemakkelijker naast zich neerleggen en zich concentreren op de les.

bron: additudemag.com

Foto door Marta Wave via Pexels

De toekomst heeft dyslectische denkers nodig! Wat zijn deze dyslectische vaardigheden?

De toekomst heeft dyslectische denkers nodig! Wat zijn deze dyslectische vaardigheden?

Vier op de vijf mensen met dyslexie schrijven hun succes toe aan hun dyslectisch denken. Meerdere Value of Dyslexia rapporten laten zien dat dyslectisch denken een cruciale rol zal spelen in de toekomst. Wat is dyslectisch denken? En wat zijn dyslectische vaardigheden?

Out of de box denken

Dyslectische geesten zien de wereld anders. Ze verwerken informatie op uiteenlopende en creatieve manieren.  Het zijn game-changers, disruptors van de industrie. Ze vragen altijd “wat als?” en “waarom niet?”. Hierdoor veranderen ze de wereld en zijn ze enorm van toegevoegde waarde.

Maar onderwijssystemen zijn niet ontworpen voor dyslectisch denken. Ze meten succes doorgaans door te beoordelen hoe nauwkeurig kinderen de feiten kunnen onthouden en reproduceren in een toets.
In de klas hebben dyslectische kinderen echt een kans nodig om te schitteren met hun verbeeldingskracht en creativiteit. Dyslectische kinderen doen het goed als er een beroep gedaan wordt op het gebruik van meerdere zintuigen te gelijk. Taken waarmee ze onderwerpen vanuit alle hoeken kunnen verkennen. Het zijn nieuwsgierige leerlingen en daarnaast geweldige verhalenvertellers.

De toekomst heeft dyslectische denkers nodig

De wereld verandert snel. We weten niet welke banen er in de toekomst zullen zijn, maar we weten welke capaciteiten er nodig zullen zijn.  Zoals het World Economic Forum het stelt, zullen “menselijke” vaardigheden zoals creativiteit, originaliteit en initiatief, kritisch denken, overtuigen en onderhandelen van belang blijven. Waarschijnlijk neemt dit belang alleen maar toe. Dit geldt ook voor aandacht voor detail, veerkracht, flexibiliteit en complexe probleemoplossing.

Dyslectici beschikken over de vaardigheden en denkwijzen die nodig zijn voor beroepen van de toekomst. Het is dus nog nooit zo belangrijk geweest om deze waardevolle manieren van denken te kunnen herkennen en ondersteunen.

Dyslectische denkvaardigheden uitgelegd

Er zijn 6 gebieden met dyslectische denkvaardigheden te onderscheiden. Hoewel geen twee dyslectici hetzelfde zijn, zullen ze allemaal een combinatie van een aantal van deze vaardigheden hebben.  De vaardigheden zijn onderverdeeld in twee gebieden. Specifieke vaardigheden, deze hebben betrekking op de beroepen die vaak de voorkeur hebben. En algemene vaardigheden, die betrekking hebben op de meeste soorten onderwijs, activiteiten en carrières.

Specifieke dyslectische vaardigheden

Visualiseren:  interactie met ruimte, zintuigen, fysieke ideeën en nieuwe concepten.

  • Bewegen:  fysieke interpretatie en gameplay (danser, muzikant of sportspeler).
  • Maken:  visualiseren, plannen & maken (ingenieur, architect, ambachtsman, programmeur, ontwerper, chef-kok of tuinman).
  • Uitvinden:  mogelijkheden verkennen, verbanden leggen & uitvinden (wetenschapper, technoloog of ondernemer).

Verbeelden:  een origineel werk creëren of ideeën een nieuwe draai geven

  • Creëren:  vanuit je verbeelding volledig origineel werk maken (ontwerpers, artiesten, componisten of schrijvers).
  • Tolken:  verbeeldingskracht gebruiken om ideeën een nieuwe draai te geven, of een nieuwe invalshoek naar voren te brengen (acteur, adverteerder,  regisseur of fotograaf).

Communiceren: het maken  en overbrengen van duidelijke en boeiende berichten.

  • Uitleggen:  situaties / informatie beoordelen en duidelijk uitleggen aan andere mensen ( journalist, marketeer, politicus, docent, campagnevoerder).
  • Verhalen vertellen:  levendige en boeiende ervaringen creëren in woorden, afbeeldingen of andere media (auteur, schrijver, spelontwikkelaar, songwriter, filmmaker).

Waarom dyslectici goed kunnen communiceren

Algemene dyslectische vaardigheden

Redeneren:  Patronen begrijpen, mogelijkheden evalueren en beslissingen nemen.

  • Vereenvoudigen:  complexe ideeën en concepten begrijpen. Ze uit elkaar halen en vereenvoudigen.
  • Analyseren:  logica gebruiken om te beslissen over de sterkte van een argument of waar de waarheid ligt.
  • Beslissen:  patronen en situaties interpreteren om toekomstige gebeurtenissen te voorspellen en beslissingen te nemen.
  • Visionair: details uit  het verleden zien om een ​​strategisch groot beeld te krijgen van een onderwerp of probleem.

Verbinding:  Zelf begrijpen; anderen verbinden, inleven en beïnvloeden.

  • Zelf begrijpen: eigen gevoelens herkennen en beheren en begrijpen hoe deze het eigen gedrag en dat van anderen beïnvloeden.
  • Anderen  begrijpen : de verbale, fysieke en emotionele reacties van andere mensen begrijpen en interpreteren.
  • Beïnvloeden: beïnvloeden en inspireren van constructieve emoties bij andere mensen.
  • Empathie: voelen, begrijpen en reageren op hoe mensen zich voelen.

Ontdekken:  nieuwsgierig zijn en ideeën op een constante en energieke manier verkennen.

  • Leren:  nieuwsgierig zijn naar nieuwe dingen ontdekken en nieuwe vaardigheden leren.
  • Graven:  dingen onderzoeken op een manier die inhoudt dat het meeste wordt geleerd of ontdekt.
  • Energiek: zo gepassioneerd zijn over iets dat het een enorme drive en vasthoudendheid geeft om ergens mee bezig te zijn of over te leren.
  • Doen:  nieuwe kennis gebruiken om een ​​betere en vaak verrassend resultaat te bereiken.

Download de factsheet Dyslectic Thinking Skills Explained  van made by dyslexia (bron)

Succesvol dankzij of ondanks dyslexie

Motivatieproblemen veroorzaakt door ADHD

Motivatieproblemen veroorzaakt door ADHD

Motivatieproblemen zijn vaak een uitdaging voor kinderen met een ADHD brein. ADHD kan van invloed zijn op verschillende aspecten van het dagelijks functioneren, waaronder motivatie en aandacht.
Wat moet je weten van motivatieproblemen door ADHD en hoe kun je hier mee omgaan.

Motivatieproblemen door ADHD

Hier zijn enkele manieren waarop een ADHD brein motivatieproblemen kan veroorzaken:

  1. Dopamine-regulatie: Kinderen met ADHD hebben vaak moeite met de regulatie van dopamine, een neurotransmitter die een rol speelt bij beloning en motivatie. Hierdoor kunnen ze minder gevoelig zijn voor beloningen en positieve feedback. Waardoor het weer moeilijker kan zijn om gemotiveerd te blijven voor taken die geen onmiddellijke bevrediging bieden.
  2. Uitstelgedrag: Kinderen met ADHD kunnen moeite hebben met het plannen en organiseren van taken. Ze stellen taken uit of hebben moeite met het starten ervan. Dit uitstelgedrag kan voortkomen uit moeilijkheden bij het inschatten van tijd en het prioriteren van taken.
  3. Aandachtsproblemen: Aandachtsproblemen zijn een kernsymptoom van ADHD. Kinderen met ADHD kunnen moeite hebben om hun aandacht langdurig op één taak te richten. Vooral als de taak repetitief, saai of uitdagend is. Dit gebrek aan focus kan het moeilijk maken om betrokken te blijven en de motivatie hoog te houden.
  4. Snel afgeleid: Externe prikkels kunnen snel de aandacht trekken van kinderen met ADHD, zelfs als ze zich proberen te concentreren op een bepaalde taak. Dit kan leiden tot onderbrekingen in hun werk en hun motivatie verminderen.
  5. Emotionele regulatie: Kinderen met ADHD kunnen ook moeite hebben met het reguleren van hun emoties. Wanneer ze gefrustreerd raken door het niet kunnen voltooien van een taak of het ervaren van tegenslagen, kan dit hun motivatie verder ondermijnen.
  6. Langdurige taken: Taken die langdurige inspanning vereisen zonder onmiddellijke beloning kunnen bijzonder uitdagend zijn voor kinderen met ADHD. Ze kunnen moeite hebben om hun motivatie vast te houden gedurende de tijd die nodig is om de taak af te ronden.

Omgaan met motivatieproblemen door ADHD

Om met motivatieproblemen veroorzaakt door ADHD om te gaan, kunnen de volgende strategieën helpen:

  • Structuur en routine: Het volgen van een vaste routine en het gebruik van planningstools kan helpen bij het organiseren van taken en het verminderen van uitstelgedrag.
  • Kleine stappen: Het opsplitsen van taken in kleinere, behapbare stappen helpet om de taak minder overweldigend te maken en de motivatie hoog te houden.
  • Beloningssysteem: Het inbouwen van kleine beloningen voor het voltooien van taken kan helpen om de dopamine-aanmaak te stimuleren en de motivatie te vergroten.
  • Omgevingsaanpassingen: Het creëren van een rustige en prikkelarme omgeving helpt om afleiding te verminderen en de focus te verbeteren.
  • Hulp en ondersteuning: Het werken met een coach, therapeut of ondersteuningsgroep kan helpen bij het ontwikkelen van copingstrategieën en het aanpakken van motivatieproblemen.

Vergeet niet de mooie kant van ADHD