Een tijdje geleden, ik stond net rustig onder de douche, werd er beneden luidkeels gehuild: de kleuter. Aangezien haar vader ook beneden was, maakte ik me niet al te veel zorgen. Even later ging de badkamerdeur open en het nog altijd krijsende kind verschool zich achter haar vader.

Schokschouderend van het huilen kon zij geen antwoord geven op de vraag wat er gebeurd was. Dus vader vertelde dat hij, nadat hij even koffie had gemaakt, op de bank de iPad vond, in gebarsten toestand. Hij vroeg zich hardop af of de dreumes dat had gedaan, waarop de kleuter begon te brullen en vertelde dat ze er met haar knie op was gaan zitten.

Wat had haar er toe bewogen om het niet direct te vertellen? Dat het zou uitkomen, was een ding dat vaststaat. Dus waarom uitstellen van het onvermijdelijke? Wat gebeurde er in haar hoofd? Was het schaamte, of zou ze ook echt bang zijn geweest voor zijn reactie? Het was namelijk de tweede keer in zes maanden dat het scherm brak, door haar toedoen. Ze had deze keer makkelijk haar vijf jaar jongere zusje de schuld kunnen geven. Zou ze het hebben overwogen? En waarom deed ze het dan niet?

Ik vind het kinderbrein fascinerend. De stappen die een kind maakt in bijvoorbeeld het ontwikkelen van empathie of het verzinnen van leugens gaan langzaam maar zijn mooi om van dichtbij mee te maken. Zo snapt zij steeds beter wat haar gedrag bij iemand anders kan teweeg brengen. Dus dat het niet zo handig is om tegen beste schoolvriendin S. te zeggen dat buurmeisje J. je allerbeste vriendin ever is. En dat het voor de ander niet zo leuk is als je afspraken niet na komt. Hoewel ik vind dat ik, als opvoeder, een belangrijke rol speel in de ontwikkeling van dit gedrag, lijkt het er ook op dat het opgroeiende kind het ‘vanzelf’ leert.

Helaas wacht ik al zes jaar op haar besef van wederkerigheid: ik doe iets voor jou, jij doet iets voor mij. Afgaande op mijn eigen geschiedenis, leert ze deze les als ze zelf moeder wordt. Nog zo’n 25 jaar wachten dus.

(En de iPad? Die doet het nog, ook met barst. We werden niet boos. Wel zijn er nieuwe afspraken over het gebruik en met name over het opruimen ná gebruik.)