Blogs, Ontwikkeling
Je roept je kind en uit je mond ontsnapt de naam van je andere kind(eren) of geliefde. Soms passeren zelfs allen de revue voordat je de juiste naam te pakken hebt. Mij overkomt dit regelmatig. Ook kan ik je bekennen dat ik soms zelfs de namen verwar, als ik met anderen over mijn kinderen praat. Hoe komt het dat we namen verwarren?
In mijn gezin nemen ze het over het algemeen voor lief, maar soms kan het ook ongemakkelijk zijn. Best begrijpelijk, zo ervaar ik het zelf ook wel eens als verwarrend. Het lijkt zomaar te gebeuren, want ik doe het echt niet bewust.
Misschien herken jij dit ook en ben je net als ik ook benieuwd naar het hoe en waarom dit gebeurt?
Cognitieve verwarring
Met mijn nieuwsgierige blik, al surfend op het web, stuitte ik op een zeer uitgebreid onderzoek.
Zo ontdekte ik dat het een heel normale cognitieve verwarring is! Het heeft dus niets te maken met een slecht geheugen of het ouder wordende breinš
Mapjes
Ons brein organiseert informatie in verwante groepen met een mentaal archiefsysteem dat het semantische netwerk wordt genoemd. Zie het als verschillende mapjes waar namen van familie en vrienden in worden opgeslagen. Het semantische netwerkĀ groepeertĀ deze informatieĀ samenĀ om het in ons geheugen vast te leggen, zodat we het op een later tijdstip kunnen terugvinden.
Namen verwarren vanuit liefde
Wanneer wij dus als ouder de verkeerde naam van ons kind gebruiken, zit de naam die wordt gebruikt ‘in overweldigende mate’ in dezelfde categorie. Het zit dan in dezelfde (I love my family) map.
Als we ƩƩn naam uit deze map moeten halen, zijn we geneigd langs alle namen te gaan. Dus, de volgende keer dat we de namen van onze kinderen verwarren, weten we dat het vanuit liefde is.
Hoe dichter je bij iemand bent, hoe waarschijnlijker het is dat je hun namen door elkaar haalt.ā„
Extra weetjes
-Moeders verwarren vaker dan vaders
-Het lijkt erop dat honden, als enige huisdier, ook in dezelfde (I love my family) map zitten.
-Ouders zijn meer geneigd om met de verkeerde naam van een kind te komen als ze moe, gefrustreerd of boos zijn.
Stella KinderJeugdCoach heeft ook een Facebook pagina. Hier vind je verschillende artikelen, columns van Stella, tips, leuke en handige weetjes…en meer…
Blauwe bessen, Blogs, Ontwikkeling
Schaterlachen van plezier, huilen van verdriet of schreeuwen van woede het zijn uitingen van emoties. Emoties die elk jong kind van nature zonder enige schaamte in al zijn puurheid laten zien.
Emotionele uitbarstingen, het hoort erbij. Juist tijdens het opgroeien. Het gaat gepaard met vallen en weer opstaan. Zo kunnen kinderen rond twee jaar dagelijks korte woedeaanvallen hebben, maar meestal groeien kinderen er rond drie of vier jaar vanzelf overheen. Kinderen krijgen vanaf ongeveer zeven jaar al meer controle over hun emoties. Ze kunnen steeds beter met hun emoties omgaan en deze onder woorden brengen.
Fijne en minder fijne emoties
Als volwassenen praten we vaak over āpositieveā en ānegatieveā emoties en handelen hier dikwijls naar. Als in; āNegatieve emoties zijn niet goed, die mogen er niet zijn!ā Alsof je alleen maar positieve emoties moet ervaren. Weet je, het leven is af en toe onzeker, spannend, heftig en intens. Heus niet alleen maar leuk, lief en zacht. Er bestaat eigenlijk niet zoiets als ānegatieveā emoties. Mooi als volwassenen dit anders benaderen en het goede voorbeeld geven. Als in; āEmoties mogen er zijn, allemaal en allemaal worden geuit!ā Emoties komen en gaan⦠het is niet wie je bent.
Wanneer een kind overspoeld raakt door boze, verdrietige of angstige emoties kan hij gedrag vertonen dat door volwassenen om hem heen en door henzelf niet meer word begrepen .
Voelen en beleven
Emoties kunnen ingewikkeld aanvoelen. Dit brengt ongemak en maakt ons kwetsbaar. Ook jouw kind! Kinderen hebben een veilige omgeving nodig om onplezierige emoties te kunnen uiten. Echt te laten zijn, in dit moment. Geen directe oplossing of wegpraten. Maar door je kind te laten ervaren dat deze emoties er mogen zijn, ervaart hij ook dat het een opluchting kan zijn wanneer deze weer āechtā helemaal weg is.
- Voelen: Plaats de hand van je kind (bij boosheid) eens ter hoogte van het hart. Of laat eens het vocht van eigen tranen voelen. Ontdek samenā¦..wat verteld je gevoel?
- Herkennen: Hoe is het om verdrietig te zijn? Hoe voelt het om blij te zijn? Zo leert je kind dat er verschillende emoties zijn en dat je daar ook weer uit kunt stappen.
- Benoemen: Wat is er gebeurt, wat ging eraan vooraf? Nodig je kind uit te vertellen over wat hij/zij voelt, en accepteer dat als waarheid. Oordeel niet! Daarna is er altijd nog ruimte om je kind het anders te laten zien, mocht dat nodig zijn. Voor nu hoeft het gevoel alleen maar te worden gevoeld!
- Uiten: Een kind mag boos zijn! Laat je kind eens op een kussen slaan. Houdt in gedachten dat er vaak nog veel meer boosheid onder zit. Boosheid is immers ook een hulpmiddel om voor jezelf op te komen. Andere manieren om gevoelens te uiten is beweging: rennen, zingen, dansen. Toelaten of zelfs uitnodigen tot huilen is ook belangrijk!
Met deze stappen ontstaat er beweging en bewegingen stralen altijd uitā¦
Onplezierige emoties zijn niet leuk om te ervaren, maar we kunnen er iets belangrijks mee winnen als we āeerstā leren om erbij stil te staan
Gevoelens van emoties niet onder(dƩ)-drukken(pressie)
Stella KinderJeugdCoach heeft ook een Facebook pagina. Hier vind je verschillende artikelen, columns van Stella, tips, leuke en handige weetjesā¦en meerā¦
Blogs, Hooggevoeligheid
Steeds meer leerkrachten zijn bekend met hoog sensitiviteit, maar voor vele is het nog lastig om hiermee om te gaan. Omdat het belangrijk is kinderen met een Hoog Sensitief karakter op een juiste wijze te ondersteunen, gaat deze blog in op de belangrijkste eigenschappen van Hoog Sensitiviteit. En hoe kunnen leerkrachten en ouders het beste om kunnen met hoog sensitiviteit op school
Diep nadenken
Hoog sensitieve kinderen stellen vaak diepzinnige vragen. Ze zijn wijs voor hun leeftijd en hebben een sterk rechtvaardigheidsgevoel en zijn erg gewetensvol.
Beter dat de leraar een hoog sensitief kind bij gedragsproblemen niet in de groep aanspreekt, maar deze achteraf even apart neemt en hem/haar helpt in een rustig gesprek, zonder boos te worden en te veroordelen. Luisteren naar mogelijke oorzaken van het ontstane gedrag maakt vaak veel duidelijk. Indien nodig, op een rustige wijze herinneren aan de gemaakte afspraken die gelden in de klas.
Verandering
Hoog sensitieve kinderen vinden plotselinge veranderingen en onverwachte gebeurtenissen niet fijn.
Kondig ruim van tevoren bijzondere gebeurtenissen, veranderingen in de klas, het lesrooster etc. aan. Een hoog sensitief kind is erg gebaat met een vast dagprogramma. Wanneer er een vast dagprogramma is, kan dit bijvoorbeeld zichtbaar in de klas opgehangen worden.
Angst en falen
Hoog sensitieve kinderen zijn bang om iets verkeerd te doen (perfectionistisch). Kunnen erg gefrustreerd reageren als iets niet lukt. Ze zijn gevoelig voor negatief commentaar. Schrikken bijvoorbeeld snel van harde stemmen/geluiden.
Het is belangrijk dat de leerkracht zich bewust is van zijn taalgebruik en gezichtsuitdrukking en een vriendelijke, geduldige basishouding aanneemt. Een hoog sensitief kind is makkelijk met zijn aandacht naar binnen gekeerd en kan intens verbonden zijn met datgene waar ze op dat moment mee bezig zijn, waardoor deze vaak meer tijd nodig heeft.
Emoties en gevoelens
Hoog sensitieve kinderen lijken gedachten te kunnen lezen. Voelen emoties en stemmingen van anderen. Ze vinden veel mensen in een ruimte vaak niet fijn.
Fijn wanneer de leerkracht een hoog sensitief kind betrekt bij plaatsing in de klas. Deze zal snel kiezen voor een rustige plek ergens aan de zijkant/achteraan in de klas, met een muur achter de rug. Vooraan plaatsen kan zorgen voor onrust, dit omdat er veel gebeurt achter een kind waardoor het afgeleid kan raken. Ook ontstaat mogelijk het gevoel dat het door de leraar op de vingers wordt gekeken waardoor het zenuwachtig zal worden en minder zal presteren. Ook belangrijk om een hoog sensitief kind niet naast een druk kind te laten zitten. Naast dat dit zal afleiden kan het kind ondergesneeuwd worden en zich in zichzelf keren, ook kan het zijn dat het kind helemaal mee gaat in het drukke gedrag. Bij beide vindt overprikkeling plaats, wat invloed heeft op het gedrag.
Harmonie
Zien de schoonheid van dingen. Stellen behoeftes van anderen voorop eigen behoeftes en kunnen moeite hebben voor zichzelf op te komen.
Hoog sensitieve kinderen zijn een makkelijk slachtoffer en zullen niet snel voor zichzelf opkomen en terugvechten omdat dit indruist tegen hun invoelend en gewetensvol karakter. Pesten gebeurt vaak buiten het gezichtsveld van de leerkracht! Wanneer een hoog sensitief kind zich hierover al durft uit te spreken, neem dit dan heel serieus, want liegen zit gewoon niet in hun karakter.
Veel opmerken
Hoog sensitieve kinderen nemen subtiele veranderingen waar. Ook fysiek; Labels in kleding, strakke kleding, natte kleding worden vaak moeilijk verdragen.
Een norse blik, een harde stem of zelfs straf zijn funest voor het zelfvertrouwen. Zelfs als het niet op hen gericht is, maar op een klasgenootje of als de leerkracht gewoon even niet lekker in zijn vel zit die dag, zal het hoog sensitieve kind dikwijls denken dat dit met hem/haar te maken heeft. Dit kan stress veroorzaken, hetgeen kan leiden tot vage klachten als buikpijn, hoofdpijn, niet meer naar school willen etc.
Slim en creatief
Hoog sensitieve kinderen kunnen āvanuit stilteā met verrassende oplossingen/ideeĆ«n komen.
Vraag als leerkracht eens naar waar het kind zijn interesse ligt, ook op creatief gebied. Sport, muziek of tekenen. Laat het kind hier (groep 5) bijvoorbeeld een spreekbeurt over houden. Het kan soms fijn zijn als een hoog sensitief kind zowel individueel als in een groep bezig kan zijn waarbij het zijn creativiteit en verbeelding mag gebruiken (zelfstandig tekenen bijv.). Wanneer het kind aangeeft even alleen te willen zijn, om bijvoorbeeld tot zichzelf te komen, geef deze dan ook even die ruimte.
meer blogs van Stella Nagtegaal of volg haar op facebook
Blogs, Opvoeden
Veel ouders ervaren de druk van het ouderschap als een steeds grotere uitdaging. Mede door het teveel moeten organiseren, keuzestress, hoge verwachtingen (ook van buitenaf), de combinatie tussen werk en zorg kunnen heel gemakkelijk gevoelens van onzekerheid en schuldgevoel ontstaan. Tel daar onze prestatiemaatschappij en het groenere gras van de buren (wat overigens vaak alleen maar groener lijkt) bij op en je snapt dat de druk bij ouders oploopt. Ouders maken zich zorgen over de opvoeding.
De druk die je als ouder voelt heeft vervolgens weer effect op je kind. Er vindt als het ware een overdracht plaats. Als je druk voelt, ontstaat er vaak stress en dit heeft ook invloed op bijvoorbeeld jouw reactie op het gedrag van je kind. Je kind reageert hierop met een tegenreactie en jij als ouder geeft hier ook weer een gevolg aan. Voordat je het weet zit je onbedoeld samen āvastā in een cirkel die niet wenselijk is. En die druk..?..die loopt alleen maar op.
Zorgen voor je kind.
Met gevoelens van onzekerheid en dikwijls angst om te falen, wenden ouders zich vaak tot internet en boeken. Je vindt veel informatie en boeken voorzien van allerlei overtuigende titels en tips. Dikwijls met een bedoeling jouw handvatten te geven je kind zo perfect en zorgeloos mogelijk op te voeden. Maar, zeg nou zelf, een kind perfect en zorgeloos opvoeden, bestaat dat? Ik denk het niet! Het gevoel van je verantwoordelijk voelen voor je kind ontstaat eigenlijk al op het moment van de zwangerschap. Denk maar eens aan je voeding, rust, controles in deze periode. Deze verantwoordelijkheid is niet los te koppelen van zorg en zorgen. Elke daaropvolgende fase binnen de ontwikkeling van je kind vraagt weer andere ondersteuning en zorg van jou als ouder en hier komen ook steeds weer andere zorgen bij.
Bedenk dat moeilijke periodes die een fase binnen de ontwikkeling van je kind met zich mee brengen, ook uitdagend en lastigĀ kunnen zijn voor je kind.
Niet beheersen maar verbonden zijn
Zo stelt Steven Pont (Ontwikkelingspsycholoog / gezinstherapeut) dat ouders vaak te gericht bezig zijn met het kind te beheersen. āTanden poetsen, jas aan, nu je huiswerk makenā, zijn hier voorbeelden van. Natuurlijk hoort dat erbij, maar zeg nou zelf, het is het minst leuke van opvoeden. Veel interessanter is het deel dat hoort bij de ontwikkeling, waarbij je je verdiept in wat er in de ander leeft en probeert daarmee contact te maken. Zeg bijvoorbeeld niet tegen je verdrietige kind: āhuil maar nietā, maar vraag: āwat maakt je zo verdrietig?ā. Dan kom je te weten wat er in je kind omgaat en maak je verbinding. We moeten oppassen dat we opvoeding niet zien als een stapeltje opdrachten die we moeten volbrengen. Opvoeden is boeiend, zelfs als het niet leuk is. Een mooie uitspraak van Steven pont is ook dat wij als opvoeders de klei geven. Voor de finesses van het beeld dat een kind ervan kneedt, is het belangrijk dat jij als ouder op een gegeven moment niet meer te veel mee kneed. Juist dat op tijd loslaten is een grote blijk van verbinding. Maar je kunt pas iets loslaten als je het eerst goed hebt vastgehouden! Dus niet denken dat loslaten toch het uiteindelijke doel is en er daarom maar vast mee beginnen. Eerst goed vasthouden en verbinden, dan je kind op een mooie manier laten invoegen met alles wat daarbij komt kijken en uiteindelijk je kind laten uitvoegen naar zijn eigen levenspad.
Bedenk dat kinderen net als jij mens zijn. Alleen hebben ze nog minder kennis en beheersen ze hun impulsen minder goed.
Ouders leggen dikwijls de lat erg hoog voor zichzelf.
Eigenlijk hebben alle ouders wel eens vragen en zorgen over de opvoeding. Het gaat dan meestal om tijdelijke zorgen, bijvoorbeeld over emotionele problemen, gedragsproblemen, of de schoolprestaties. Ook het stellen van grenzen, regels en hoe consequent te blijven wordt vaak als lastig ervaren. Het gaat eigenlijk om alledaagse, herkenbare problemen; een kind dat moeilijk in slaap komt, erg verlegen is, een kind dat op school moeite heeft met de concentratieā¦. Ook al zijn het geen zware problemen, ouders kunnen hier best wat meer ondersteuning bij gebruiken. Ondersteuning die er dan volgens mij op gericht zou moeten zijn om het vertrouwen in de eigen ouderlijke vermogens te vergroten of herstellen. Jou als ouder helpen inzicht te krijgen in angsten en zorgen en je te laten vertrouwen op je eigen oordeelā„
Stella KinderJeugdCoach heeft ook een Facebook pagina. Hier vind je verschillende artikelen, columns van Stella, tips, leuke en handige weetjesā¦en meerā¦
Dyslexie
Mijn dochters hebben beiden dyslexie. Toen er bij mijn oudste dochter een leesachterstand werd geconstateerd, heb ik ondanks het duidelijk maken van mijn vermoedens, veel zelf uit moeten zoeken. Terugdenkend waren dit ervaringen met niet al te mooie randjes.Ā Ā Wat te doen bij vermoeden van dyslexie bij kinderen
Deze ervaringen hebben mij wel gereedschappen gegeven, waarmee ik bij mijn jongste dochter wist waarop ik moest letten en welke wegen ik moest bewandelen.Ā Ervaringen op het gebied van ondersteuning gebruik ik nu natuurlijk in mijn praktijk āStella KinderJeugdCoachā.Ā Graag deel ik wat informatie en iets van mijn bevindingen.
Wat zijn mogelijke signalen?Ā
Wanneer je kind een leesachterstand heeft, dan hoeft dit niet direct te betekenen dat je kind dyslexie heeft.
Kinderen ondergaan de fases binnen hun ontwikkeling op geheel eigen en unieke wijze. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat jouw kind volop binnen de fase van het ontwikkelen van zijn/haar sociale cognities bevindt, waarbij de cognities die nodig zijn op het gebied van taal en lezen wat achter kunnen blijven.
Vanaf groep 3 leert je kind lezen. Vaststellen van een vermoeden van dyslexie bij kinderen kan (op zijn vroegst) vanaf 1 tot anderhalf jaar leesonderwijs.
Je kunt jezelf als ouder de volgende vragen stellen:
- Kent mijn kind de letters van het alfabet?
- Kan mijn kind namen van kleuren, dagen van de week, cijfers of reeksen onthouden?
- Constateerden het consultatiebureau of de schoolarts, hoorproblemen of spraak-/taalproblemen?
- Hoe verliep de ogentest?
- Heeft mijn kind het naar zijn zin op school?
- Zoekt mijn kind uitvluchten om naar school te gaan?
- Heeft mijn kind vaak lichamelijke problemen? Denk aan hoofdpijn en/of buikpijn.
- Zijn er gedragsproblemen?
- Komt dyslexie in de familie voor?
Wanneer je iets opvalt bij de taal- of leesontwikkeling van je kind, wanneer je vindt dat je kind een leesachterstand heeft, bespreek dit dan met de leerkracht.
Je kunt de volgende vragen stellen:
- Herkent de leerkracht dat wat jou bij je kind opvalt?
- Heeft de leerkracht signalen van leesachterstand opgepikt bij het leren lezen van je kind?
- Welke toetsen/observatielijsten gebruikt de school om de (taal-/lees) ontwikkeling van je kind te volgen?
- Wat zijn de resultaten van je kind?
- Werkt de school volgens het Protocol Leesproblemen en Dyslexie? Waaruit blijkt dat?
- Wat biedt de school aan (extra) begeleiding?
- Is er een remedial teacher of leesspecialist binnen de school?
- Wordt de begeleiding vastgelegd in een handelingsplan? (Vraag naar dit plan!)
- Is onderzoek door een deskundige buiten de school (al) nodig?
De leerkracht kan mede door drukte tekortschieten in de communicatie naar ouders. Houd contact, maak afspraken! Onthoud in je communicatie met de leerkracht dat hij/zij en de school ook het beste voor je kind willen. Zo zorg je er ‘mede’ als ouder(s) voor dat jullie niet tegenover elkaar staan, maar naast elkaar. Het beste voor jouw kind!
Bij vermoeden van dyslexie
Om een kind te kunnen aanmelden voor diagnose en behandeling dyslexie, moet de school een leerling dossier (leesdossier) aanleveren.
Het is belangrijk dat het leerling dossier goed op orde is. Er zijn instanties die alleen maar dit dossier te zien krijgen en niet de leerling zelf. Als ouder heb je recht op inzage in het leerling dossier van je kind. Het is goed om te bekijken of het dossier geen onvolledige, onjuiste, overbodige of suggestieve informatie over je kind en jou bevat.
Voor meer informatie betreffende het leerling dossier: https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/nl/onderwerpen/onderwijs/leerlingdossiers
Men gaat er vanuit dat kinderen met niet al te ernstige dyslexie voldoende geholpen kunnen worden op school.Ā Ouders kunnen aanspraak maken op vergoeding van diagnostiek en behandeling bij ernstige dyslexie. De schoolĀ moet het leerling dossier aanleveren waarmee het vermoeden van (ernstige) dyslexie wordt onderbouwd.
De basisschool heeft een beperkt budget om leerlingen te laten testen. Ze zal ervoor kiezen dit te besteden aan de leerlingen waarvoor een onderzoek het meest nodig is. Als jouw kind niet tot die groep behoort, maar je wilt toch een onderzoek, dan kun je je kind op eigen kosten laten onderzoeken op dyslexie.
Dyslexie in het basisonderwijs
Kinderen krijgen met leesproblemen gerichte ondersteuning. Bijna alle scholen hebben een dyslexieprotocol waarin staat hoe zij omgaan met dyslexie. In het zorgplan van de basisschool staat welke methoden en hulpmiddelen de school gebruikt voor dyslectische leerlingen.
Dyslexie in het voortgezet onderwijs
Een middelbare school kan op verschillende manieren rekening houden met dyslectische leerlingen.
De school kan diverse specifieke hulpmiddelen en faciliteiten toestaan uit het deskundigenrapport die vermeld staan op de dyslexieverklaring. De faciliteiten worden vermeld op een dyslexiepas of dyslexiekaart.
Vanaf 1 januari 2015 is de vergoede dyslexiezorg overgeheveld naar de gemeenten. Transitie jeugdzorg.
Meer over hoe een dyslectisch brein werkt.Ā
Bron: Masterplan dyslexie; Steunpunt Dyslexie; Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW); Autoriteit persoonsgegevens.