Jasper Valentijn Foundation

Jasper Valentijn Foundation

Lieve Jasper,

Ik wou dat ik je kon uitleggen hoe ontzettend trots ik ben. Op jou, op je ouders, en je broertjes. Een klein jaar voor het verschrikkelijke nieuws vorige week landelijk onder de aandacht kwam wisten we hier in Willemstad in kleine kring al hoe oneerlijk het leven voor je is. Onmacht en woede hebben mijn gevoelens vaak beheerst. Hoe kan het mogelijk zijn dat 1 op de miljoen kindjes de nog ongeneeslijke ziekte van Seitelberger krijgt, dat het voor de farmaceutische industrie gewoon niet interessant is om er onderzoek naar te doen, gewoonweg omdat er zo weinig kindjes met Seitelberger zijn. En dat jij er eentje van bent…

Trots ben ik op je ouders, dat ze de moed hebben gehad om jouw verhaal op de landelijke televisie te vertellen. Ik moet bekennen dat ik niet naar RTL Late Night heb gekeken, maar dat ik het later heel stilletjes in het hoekje van de bank heb teruggekeken toen ik alleen thuis was. Eén doos tissues was niet genoeg, en dat wist ik bij voorbaat. Wat maakten je ouders een indruk op me, waar haalden ze de moed vandaan terwijl ze zó machteloos zijn maar anderzijds ook niet lijdzaam toe willen zien hoe je achteruit gaat…

Woorden zijn slechts een beperkte taal, lieve Jasper…
Met geen blog is te beschrijven hoe knap het is dat je ouders de Jasper Valentijn Foundation hebben opgericht met als doel geld te genereren voor onderzoek naar iets dat jij waarschijnlijk niet zal overleven. Hoe dapper zijn zij, om er voor te zorgen dat er in de toekomst misschien wél een behandelingsmethode of een medicijn kan komen. Het enige dat ik kan doen is bekendheid geven aan je stichting, in de hoop dat lezers een donatie willen doen. Twee ton is er nodig voor de eerste onderzoeken. Twee ton, dat is veel maar met alle kleine beetjes komt dat bedrag er wel. Daar ben ik van overtuigd.

http://jaspervalentijnfoundation.nl/

Liefs,

De mama van Jolijn.

Hoe laat mag een kind naar bed?

Vandaag kwam er heuse luchtpost voor mij. Niet afgeleverd door de brievenbus maar letterlijk lúchtpost.

Tijdens een kopje thee in het zonnetje in mijn achtertuin werd er vanuit het slaapkamerraam een papieren vliegtuigje opgelaten en het landde precies voor mijn voeten. Een boodschap van mijn jongste. Toen ik het vliegtuigje openvouwde las ik de boodschap. ‘Ik ben het beu dat ik om acht uur naar bed moet. Dan kijken jullie soms een film en hoor ik dat jullie chips pakken. Dat vind ik kei-gemeen. Mag ik alsjeblieft ook wat later naar bed?’
Ach, mijn kleintje heeft het zwaar. Met twee zussen en een broer boven haar, die al op de middelbare school zitten –en dus later naar bed gaan- voelt ze zich zwaar achtergesteld. We drinken samen een kopje thee. Ik leg haar uit dat de oudsten, toen ze net zo jong waren als zij nu is, ook gewoon om acht uur naar bed gingen. Sterker nog, zij gingen om half acht. Ze hadden het ook echt nodig op die leeftijd. Gingen er niet over in discussie. Maar dit dametje gaat stevig in debat. ‘Ik kan dan gewoon nog niet slapen’. Tja, daar heeft ze een punt want met regelmaat tref ik haar rechtovereind verscholen achter een boek aan in haar bed. Eigen schuld, want ik zeg altijd ‘dan lees je nog maar eventjes’. Maar dat eventjes is al snel een half uur, of zelfs een uur. De boekenwurm kan nooit stoppen met lezen. Iets dat ik enerzijds wil koesteren maar anderzijds zijn er ook grenzen. Ik beloof haar dat zij vanavond een film mag kiezen en dat ik een zak chips zal kopen. Maar ze neemt er geen genoegen mee. ‘Ja duhhhh, het is vrijdagavond dan mag ik altijd wat langer opblijven dus daar win ik niets mee’. Het leven van deze moeder gaat vandaag niet over rozen.
–Daar wín ik niets mee-, wat een onderhandelaar! Natuurlijk weet ik ook wel dat het vrijdag is, maar ik hoopte er mee weg te komen en dat dit punt weer van de agenda zou verdwijnen. Maar niets is minder waar. Ik besluit andere ouders eens te polsen. De meeste kinderen gaan rond half negen naar bed, na GTST…

Ik moet even slikken. Mijn meisje amuseert zich nog met series al ‘Het verborgen eiland’. Omwille daarvan eet ik om 17.30 zodat ze om 18.00 uur lekker kan bankhangen en tv kan kijken. Maar GTST voor een achtjarige?! Kennelijk ben ik héél ouderwets…
Een andere moeder zei: ‘Gaat ze nog om ácht uur naar bed, jéétje, kom jij daar nog mee weg?’
Ik vraag me af hoe lang moeders wil nog wet is.

Rotterdam(n)!!!

Mijn zoon wordt elke dag wakker in de vijfde versnelling, zo kan ik hem het beste omschrijven. Het begon al bij zijn geboorte,

hij zag het levenslicht in de lift van het ziekenhuis dus dat verklaart een hoop. Als een rasechter Rotterdammer(t) lag hij amper een uur oud al in een Feijenoord pyjamaatje en vanuit mijn kraambed had ik zicht op De Kuip, of ik dat nu wilde of niet… Stiekem droomde ik er toen al van dat hij later een groot voetballer zou worden. Ik moet zeggen dat hij nu, veertien jaar later, aardig op weg is als keeper in de Hoofdklasse. Rotterdam werd zijn stad. In eerste instantie omdat hij daar veelvuldig in het ziekenhuis is behandeld aan een kwaadaardige darmaandoening. Hij kende als kleuter de route door het centrum van 010 al uit zijn hoofd. Later kwamen daar het stadion, de dierentuin en de koopgoot als geliefde locaties bij. Toen de kleuterjuf op een dag een moslima uitnodigde in de klas – wij wonen op het platteland met geen enkele allochtoon in de buurt- vroeg de juf:’Wie weet waar deze mevrouw vandaan komt?’ Jop kon niet op zijn beurt wachten, stak z’n vinger niet op en riep door de klas ‘Uit Rotterdam’… Kon ik na schooltijd uit gaan leggen dat hij er niets lelijks mee bedoelde maar dat zijn leefwereld en belevingswereld door zijn vele ziekenhuisbezoekjes dichter bij elkaar lagen dan me op dat moment lief was en dat zijn antwoord gebaseerd was op pure kleuterlogica.
Sinds kort woont een van zijn beste vrienden parttime in Rotterdam. Het komt dan nogal eens voor dat onze zoon daar een weekendje vertoeft om met hem te voetballen op een nabij gelegen trapveldje. Zo ook afgelopen weekend. Nadat ik eindelijk de bodem van de wasmand weer kon zien plofte ik op de bank. Dochters en echtgenoot keken naar Moordvrouw.

Toen Wendy van Dijk in haar rol als Fenna Kremer een pistool trok zei Daan: ‘Oh ja, ik moet je nog wat vertellen’.

Ik verslikte me in mijn slok thee en keek hem met Argusogen aan. ‘Wat doet het zien van een pistool jou aanzetten tot zo’n openingszin?!’ ‘Onze zoon is vandaag door een gestoorde gek aangezien als vuurwapen-gevaarlijk en hij is gehoord door de politie’… Dat vereiste nadere uitleg en mijn mond viel open. De man, met het verstand van een kind zo bleek pas later, had inderdaad de politie gebeld met een vaag bericht over een schietpartij. Tussen zijn  melding en het arriveren van twee arrestatie teams, twee politiewagens en politie in burger werd mijn zoon door de beste man geschopt en geslagen. Hij was namelijk op de man afgestapt om te vragen waarom hij zo lelijk stond te schreeuwen. Toen de politie arriveerde kon mijn kanjer hen te woord staan en als snel bleek dat het om een gigantisch misverstand ging. De melder, een bekende van de politie, werd naar huis gebracht en mijn zoon moest zijn gegevens achterlaten voor het geval er blijvend letsel aan zijn bezeerde enkel zou zijn. Vandaag de politie maar even gebeld. ‘Mag het ook letsel aan mijn moederhart zijn?! Ik voel me namelijk veel Rotter, dam(n)!!

Opvoeden en het gebruik van scheldwoorden

Opvoeden en het gebruik van scheldwoorden

Social Media barstte uit haar voegen vandaag. De reden? De ouders van een negenjarige jongen hebben hun zoontje tien cent als ‘boete’ laten overmaken aan COC Nederland, de belangenvereniging voor homoseksuelen. Hoe ga je om met het gebruik van scheldwoorden?

Het knaapje had het woord ‘homo’ als scheldwoord gebruikt, en dat vonden de ouders niet oké. Een didactische aanpak die ik enorm kan waarderen. Ouders met ballen. Zoon lief denkt hopelijk nu beter na over het gebruik van scheldwoorden.
Met drie pubers en een nakomertje vliegen de nodige kreten hier ook met enige regelmaat door het huis. Van aangeklede nageboorte, tot dromedarisruftverzamelaar en alles wat daar tussen zit.
Mijn vocabulaire groeit met de dag sinds ik pubers heb. Schelden met serieuze taal wordt doorgaans niet in mijn buurt gebezigd want dat wordt beloond met een enkeltje eerste verdieping. De discussie daarover ga ik niet eens aan. Wat natuurlijk niet wegneemt dat ik niet weet welke woorden ze buiten mijn afwezigheid bezigen. Ik kan alleen maar hopen dat mijn opvoeding niet faalt.

Zoonlief kreeg vanmiddag een mailtje van zijn mentrix.

Ze was zo trots op hem dat hij na een periode keihard werken over is gegaan naar de derde klas. Ze hadden een weddenschap. Als hij bleef zitten moest hij een reep chocolade aan haar geven, als hij over ging kreeg hij een reep van haar. Na het lezen van de mail vloog hij de deur uit en kwam even later terug met een reep chocola. ‘Die geef ik morgen alsnog aan mijn mentrix om haar te bedanken voor haar support’, legde hij me uit. Nog voor ik er iets lovends over kon zeggen kwam er een koppie boven de Donald Duck uit. ‘Sexy hoor’, zei m’n acht-jarige dochter. Ik kon een schaterlach niet bedwingen. Pedagogisch niet erg verantwoord maar je hebt wel eens van die zwakke momenten. Waar ze die uitdrukking vandaan heeft laat zich raden; met twee grote zussen en een grote broer boven haar pakt ze het nodige op. Gelukkig kon mijn zoon er wel om lachen maar dat gaat natuurlijk niet zonder weerwoord. ‘Zo, vol gescheten palingvel, mama moet om je lachen, heb je het nu voor elkaar?’ Zonder op te kijken en quasi geconcentreerd op haar stripverhaal voert de kleine meid een lik-op-stuk-beleid: ‘Ja, en jij, wil je nu een sticker?’
Pff, opvoedkunstig gezien was het niet mijn sterkste dag vandaag…

Hoe kun je digitaal pesten of cyberpesten tegengaan?

 

Soms is het beter iets moois te verliezen.

‘Beter verliezen dan dat je het nooit hebt gehad’.

Dat is de eerste zin die ik neer tikte toen ik in 2008 het geboorte- en tevens rouwkaartje van mijn zoontje Guus ontwierp. Nu, zes jaar later leg ik de diepe betekenis van die woorden uit aan mijn dochter van acht jaar oud. Want een klasgenootje is overleden. De jonge held heeft zijn strijd niet mogen winnen. Het heeft een enorme impact op de kinderen uit de klas, zo ook op mijn dochter. Leg het maar eens uit, het is zó oneerlijk! Onvermijdelijk gaan de gedachten van mijn meisje terug naar de periode dat we haar broertje, en twee jaar later haar zusje moesten begraven. Als jongste van het stel kreeg ze er in die tijd -ze was twee en later vier jaar- niet bewust iets van mee. Althans dat dacht ik. In de jaren die voorbij zijn gegaan heeft ze de behoefte ontwikkeld om hun grafjes met regelmaat te bezoeken. Ze horen er binnen ons gezin als broertje en zusje gewoon bij. Het onderwerp is altijd bespreekbaar. Op haar fietsje gaat ze met ons naar de begraafplaats toe en altijd moet er een verse bloem mee. Het is een mooie gedenkplek geworden. Dat ging niet zonder slag of stoot, ik heb het wel drie keer veranderd voordat het naar mijn zin was. Vandaag fietsten we samen naar de begraafplaats. ‘Hoi Guus en Anne, ik kom even praten want er is een vriendje doodgegaan’, zo begint ze haar verhaal en ondertussen plukt ze de uitgebloeide viooltjes weg zoals ik dat altijd doe. Ik aanschouw het vanaf een bankje en laat haar even ‘haar ding’ doen. ‘Vet gemeen he, dat hij dood is, maar mama zegt dat het misschien beter is zo. Net zoals met jullie. Ik kom nog terug vandaag met mijn beste vriend en dan leggen we hier een bloem bij jullie want K* krijgt geen plaatsje hier. Ze gaan dat moeilijke woord doen en dan word je niet begraven maar dat andere. Ik mag nog kiezen of ik er heen ga met de klas maar ik denk dat ik liever bij jullie kom om aan hem te denken, oke? Doei!’ Nog twee handkusjes en ze draait weer om. ‘Zullen we gaan mam?’ Mam moet zichzelf even bij elkaar rapen en pinkt een traantje weg. Ze kijkt me met haar grote blauwe ogen aan. ‘Niet huilen mam. Soms is het beter iets moois te verliezen. Beter verliezen dan dat je het nooit hebt gehad. Dat zeg jij toch altijd?’ Ik knik en aai haar over haar bol, want er komt geen woord over mijn lippen. Maar het is goed zo. Op zulke momenten zijn woorden immers slechts een beperkte taal…