Onze  kinderen hebben astma want oma rookt

Onze kinderen hebben astma want oma rookt

Dat roken slecht en ongezond is moet tegenwoordig – hopelijk- niet meer gezegd worden. Mensen die toch nog het tegendeel beweren, geloven waarschijnlijk ook dat het niet uitmaakt of je rijdt met of zonder autogordel. Misschien is volgens hen de aarde plat?

Jammerlijke diagnose

Onze zoon en ons dochtertje hebben allebei problemen met de luchtwegen. Onze zoon heeft lichte astma. We leefden op hoop dat ons dochtertje gespaard zou blijven van inhalator (‘puffer’) en andere medicatie. Natuurlijk hadden we al gemerkt dat ze erg vaak last had van een verstopt neusje en vaak moest hoesten, maar dezelfde diagnose als broer? Dat liever niet.

Enkele dagen geleden heeft de kinderarts met zekerheid vastgesteld dat we die hoop mogen opbergen. En dezelfde medicatie die grote broer dagelijks gebruikt, moeten bovenhalen. En dat zal niet makkelijk zijn. Ons dochtertje slikt alleen dingen die eetbaar zijn. Dat hebben we haar zo aangeleerd. Over uitzonderingen, zoals vieze pilletjes, hadden we niet gesproken.

Rook voor velen

Samen met de diagnose kwam spoedig deze vraag: “Roken jullie of iemand anders in de familie?” Met evenveel overtuiging zeiden we dat wij een afkeer hebben van nicotine en teer. We steken de straat over als voor ons iemand voor ons zijn stinkstok uitlaat. Maar helaas denkt niet iedereen zo. Een van de oma’s is verstokt roker. “Dat is nefast. Uit onderzoek is gebleken dat roken in de eerste plaats uiteraard de roker zelf treft. Maar ook sporen nalaat bij de kinderen, en in grote mate bij de kleinkinderen.”

Toen de arts dat vertelde, werd onze afkeer voor de sigaret alleen maar groter. En als oma op bezoek komt, staat de asbak in de tuin. Helaas loopt ons dochtertje wel eens naar haar toe. Weet zij veel dat die rokende dingen schadelijk zijn. Wat ze wel weet: “Dat stinkt!” Misschien helpt dat om uit de buurt te blijven?

Gezond leefmilieu is een erfenis

We weten ook wel dat vervuiling de dag van vandaag overal is. In de lucht, het water en vaak ook in voedsel. Ook op dat vlak zijn er    trouwens mensen die overtuigd ontkennen. Een tijd geleden werd op televisie over fijnstof gesproken. En ondanks overduidelijke feiten geloofde een jongeman er niets van. “Fijnstof? Volgens mij is dat onzin. Ik heb het nog nooit zien vliegen.”

Als het om dergelijke vervuiling gaat, is het vaak vechten tegen de bierkaai. Wat niet wil zeggen dat er niet gevochten mag worden. Vele kleintjes maken een groot. Ik ben overtuigd ecologist, ben actief lid van een groene partij. Een gezond leefmilieu, een leefbare aarde zijn we aan onze kinderen en kleinkinderen verschuldigd. Tegenwoordig zijn er haast geen scholen te vinden zonder kinderen met problemen aan de luchtwegen. En dat is exact wat ik bedoel.

Verbod op vergiftiging

En net daarom ben ik hevig anti roken. Deze schadelijke invloed hebben we letterlijk in de hand. Ik heb al ouders gezien die met de stinkstok in de hand, gebogen stonden over de kinderwagen. Dan krijg ik rillingen over de rug. Of ouders die lustig roken in de auto terwijl de kroost op de achterbank zit. Het is verboden om te telefoneren achter het stuur. Om te rijden zonder autogordel. Wanneer komt dit soort vergiftiging een verbod?

Tot slot

Iemands recht op roken, begint waar het gezicht van iemand anders begint.
Auteur onbekend

Roken is hier toegelaten, uitblazen niet.
Auteur onbekend

Een verwoed roker, een verwoeder roker, een verwoest roker.
Gerrit Komrij

Mijn mama is een oma

Mijn mama is een oma

In Spanje is afgelopen week een 64-jarige vrouw bevallen, uiteraard met een vruchtbaarheidsbehandeling, van een gezonde tweeling. Daarover zijn volgens mij toch een aantal bedenkingen te maken. Moet alles kunnen wat kan? Wat medisch mogelijk is?

Egoïstisch?

Hoewel iedereen in principe recht heeft op kinderen, zijn er in zulke gevallen toch enkele dingen die men zich kan afvragen. De opvoeding en opvang zal misschien niet van een leien dakje lopen. En je kan je net zo zeer de vraag stellen of de kinderen geen recht hebben om op te groeien in een goede familiale context. Hier wordt de opvoeding behoorlijk uit haar context getrokken.

Kinderen hebben net zozeer het recht om in een warm nest op te groeien. En een dergelijk nest is misschien wel warm, maar de houdbaarheidsdatum is allang overschreden. Wanneer de kinderen 10 jaar worden, is mama 74. Ik weet niet of kinderen mee mogen inwonen in een rusthuis.

Fysisch en psychisch in staat?

Het gaat niet zozeer om de vraag of het een alleenstaande moeder zou zijn, wel om de vraag of de moeder fysisch en psychisch in staat is om de kinderen een goede thuis te bieden. De moeder zal er in elk geval geen last van hebben. Zij heeft ervoor gekozen. Meer dan waarschijnlijk was vooral het eigenbelang van belang.

Niet alleen de vitaliteit neemt af, maar ook het hormonenstelsel dat nodig is om kinderen op te voeden. Wordt het moederinstinct met de jaren eerder een oma-instinct? Tikkertje of verstoppertje spelen in de tuin? Het nodige geduld en de aangeboren knowhow om slaapproblemen op te lossen? Ik betwijfel het.

In verband met de psychische competentie worden misschien wat wenkbrauwen gefronst. “Wat heeft dat ermee te maken?” Korte verduidelijking: kan de omamoeder zich hechten? Is ze een moedertype? Als dat zo is, dat wens ik vooral de kinderen toe, waarom heeft ze dan niet vroeger voor kinderen gekozen? In het ergste geval is het moederschap vooral een ‘stunt’. In dat geval heeft ze haar doel wel bereikt. Het nieuws ging de wereld rond. En misschien wordt de moeder vereeuwigd in het guinness book of records.

Geen vergelijking

Er is ook erg weinig vergelijkingsmateriaal om na te gaan wat de impact op de kinderen en hun opvoeding is. Simpelweg omdat dat soort moeders in feite niet bestaat. Het is misschien een uitdaging om de natuur te slim af te zijn, maar de vraag is of dat slim is.

Ethisch onverantwoord?

In dit geval is de arts natuurlijk ook verantwoordelijk. En je kan je afvragen waarom een dokter instemt met zo’n vruchtbaarheidsbehandeling. De vrouw in kwestie had de arts gevonden in de Verenigde Staten. Meer dan waarschijnlijk in een klein centrum. Voor een groot bedrag.

Wat het ethisch aspect betreft. De arts, een arts zonder scrupules?, draagt een grote morele verantwoordelijkheid. En vooral voor de kinderen. Zij zijn in de eerste plaats het mogelijke slachtoffer. Ik vind het persoonlijk een slag in het gezicht van de vele jonge moeders die al geruime tijd vruchteloos proberen zwanger te worden. Niet over de financiële middelen beschikken voor medische hulp.

Tot slot

Bij het nalezen van deze tekst viel me op dat ik veel vraagtekens heb geplaatst. En terecht.

Fantasy killers

Fantasy killers

Dit weekend hebben mijn echtgenote en ik een moeilijke en ondankbare mededeling moeten doen. “Sinterklaas bestaat niet, jongen. Wij doen dat.” De boodschap was iets meer ingekleed en genuanceerd. Maar hoe dan ook, dat maakte zijn gezicht niet minder triest en teleurgesteld.

Herkenning

Vage herinneringen kwamen plots weer boven. Zowel voor mijn echtgenote als voor mezelf. Ook voor ons was het lang geleden een ontnuchtering. En dat is waarschijnlijk zo voor heel wat kinderen. Fantasie moet plaats ruimen voor logica. Want, inderdaad, als je er over nadenkt: hoe kan een stokoude vent op zo’n korte tijd iedereen ‘bedienen’? En hoe komt een paard op een spekglad dak? En als het daar dan wonderbaarlijk is beland. Hoe kan de schimmel dan zijn evenwicht bewaren?  Zodra de puzzelstukjes in elkaar vallen, voel je jezelf stom. Voor mij is de ontnuchtering blijkbaar in mijn geheugen gegrift. Want als puber heb ik er een gedicht over geschreven.

Ik weet nog            
dat ik op die dag                                                                                                                                                     gespannen                                                                                                                                                             lang te wroeten lag                                                                                                                                               enkel naar het dak kon staren                                                                                                                                                                  hoopte op een glimp                                                                                                                                               van zwart vel en witte haren
ik weet nog
dat ik minder sliep
en bloednerveus
de trap afliep
om de oogst te inspecteren
om me ziek te consumeren                                                                                                                                     terwijl ik op m’n ouders riep

Nu lach ik erom
krijg pakjes zomaar en van hen
wat nu gelabeld koopwaar is
waarbij ik fantasie wat mis k
inderen worden groot ratio moet er zijn
want alle Sint gaat dood

Vertwijfeld gezicht

Hoewel onze zoon zei dat hij een vermoeden had en tevreden was nu zeker te zijn, vertelde zijn gezicht helemaal wat anders. Het leek wel alsof hij plots uit de kindertijd was getrapt. Het is alsof iemand die niet al te best kan zwemmen en een hekel heeft aan koud water, onverwacht in een zwembad wordt geduwd. Hij moest er even van bekomen. Het moest even doordringen, dat koude water.

Je kon zien dat hij liever aan de kant was blijven staan. Aan de kant waar kinderlijke dromen zijn toegestaan. Op enkele minuten tijd was hij in een andere levensfase beland. In een zwembad waar kleine kinderen niet zijn toegelaten. En je mee moet drijven op een serieuze stroming. Een stroming die in rechte lijn leidt naar volwassenheid. En de Sint kan niet zwemmen. Wist hij dat dan nog niet? Dom!

Stilaan tijd

Het is net die ‘bespotting’ die we hem wilden besparen. Hij is nu 10 en, voor zover wij weten, een van de weinigen die het nog niet wisten. Die nog niet in de serieuze stroming was terechtgekomen. Natuurlijk wil je als ouder niet dat er met je kind zou gelachen worden. En je wil evenmin dat hij het van een klasgenoot te weten zou komen. Die zou de mededeling ongetwijfeld heel wat minder voorzichtig en ingekleed gebracht hebben. En dat is ook niet leuk.

Daarnaast speelde ook wel een zekere vorm van opportunisme een rol. Nu hij het weet, nu hij weet dat het speelgoed niet kosteloos vanuit Spanje wordt geleverd, kan ook wel eens gesproken worden over de prijs. Hij krijgt nog altijd iets – het zou anders niet eerlijk zijn, want zijn jongere zusje blijft nog wel even ‘Sint believer’-, maar hij ziet nu wel in dat december vaak een dure maand is. En dat zijn brief (die maakt hij nog opdat zijn zusje geen vragen zou stellen) geen collage moet zijn van het duurste speelgoed. Vroeger kwam het immers uit een bodemloze put, de zak van Sinterklaas.

Binnenkort nieuwe zwemlessen?

De ernstige boodschap moeten we dus nog eens brengen, voor zijn zus. Maar we hebben nu dus al eens kunnen oefenen. En we vermoeden dat onze dochter sneller zal meezwemmen en al zeker niet van de kant geduwd moet worden. Ze is iets nuchterder. Misschien in die mate dat zij zelf haar conclusies zal trekken. Dat zou het voor ons alleszins makkelijker maken. Want het is echt niet leuk om de Sint te moeten ontmaskeren.

Zwarte vegen dan maar?

Tot slot wou ik nog even iets zeggen over de heisa van tegenwoordig rond de helper van de Sint. In het gedicht heb ik het over ‘een glimp van zwart vel’. Toen was dat nog geen probleem, was er geen haan die er naar kraaide. Persoonlijk vind ik het fel overdreven. Er is denk ik niet een kind dat de allusie met racisme maakt. Voor de meeste kinderen is Zwarte Piet de evenwaardige helper van Sinterklaas en geen onderdanige knecht. Met helpen is niks mis.

In eigen land is er een compromis gemaakt: zijn rechterhand verschijnt met roetvegen op het gelaat. En dat is perfect uit te leggen aan een kind. Dat komt immers door de schoorsteen. Wat moet je zeggen als een gele, oranje of blauwe Piet op straat verschijnt? Er is een of ander giftig chemisch product verbrand? Mensen die het er echt moeilijk mee hebben, zijn jammer genoeg hun kindertijd vergeten, denk ik. De paashaas is toch je reinste seksisme. Hoe kan een haas eieren leggen? Vervang dat beest eens door het Paaskonijn! Waarom is de Sint trouwens blank en heeft hij geen getaande huidskleur? Want oorspronkelijk komt hij uit Myra (Turkije).

 

 

.

 

Akelig dichtbij – wat zeg je de kinderen?

Het valt me op dat het de voorbije dagen opvallend stil is in de straten. Lang niet iedereen zal het toegeven, maar toch zijn de mensen wat schichtig. Misschien wat achterdochtig? Parijs was al dicht bij maar Brussel is van waar wij wonen nog geen halfuur verwijderd. En heel wat plaatsen zijn herkenbaar of gekend. Mijn echtgenote nam de geviseerde metro vroeger vaak. En Zaventem is sowieso bekend.

Als het regent in Parijs druppelt het in Brussel

Om het even over de feiten te hebben. Na de arrestatie van Abdeslam (die was nog op de loop na de aanslagen in Parijs) zijn enkele kompanen van hem in actie geschoten. Met de gekende gevolgen. De aanslag in Zaventem was de eerste grote  aanslag in een Europese luchthaven. En het is momenteel nog tamelijk onduidelijk wanneer die weer normaal zal kunnen functioneren.

De aanslag in de metro was misschien nog angstaanjagender. Waar moet je heen? Er zijn heel wat beelden van vluchtende mensen op de sporen. Gillend, rennend in het donker, de rook en de stank. En je hoort de meest aangrijpende getuigenissen. Een man vertelde hoe hij op de een of andere manier is buiten geraakt. En onderweg, kermend op de grond, een vrouw zag wiens benen waren afgerukt. Dat blijft de man voor de rest van zijn leven bij.

De daders zijn vanuit Schaarbeek vertrokken met een taxi richting luchthaven. De taxichauffeur vertelde hoe ze zich kwaad maakten. De taxi was te klein. Niet alle koffers met bompakketten konden in de auto. Indien er een grotere wagen was gekomen, had het dus nog erger kunnen zijn.

In de luchthaven zijn drie verdachten gefilmd. Twee daarvan bliezen zichzelf op in de vertrekhal. De derde is nog niet gekend en op de vlucht. Hij heeft zijn zware bompakket achtergelaten. Dat is wat later onschadelijk gemaakt. In de metro blies nog een vierde persoon zich op. Hij was de broer van een van de zelfmoordterroristen in Zaventem die zijn gekend. Tot nu toe zijn 32 personen overleden en nog een aantal in kritieke toestand.

Nog niet het leven van alledag

Net omdat er dus nog wat onduidelijkheid en risico is, is het terreurniveau voor het hele land 4 op een schaal van 4. En dat is aan den lijve te ondervinden. De school van onze kinderen heeft twee ingangen. De ene wordt hermetisch gesloten en voor de andere staat een militair. Gelukkig is er voor gezorgd dat de kinderen alleen de gesloten poort te zien krijgen.

Maar natuurlijk, kinderen vangen wel het een en ander op. In de klassen worden onder begeleiding eventuele vragen beantwoord. En iedereen mag ook zijn of haar verhaal doen. Op scholen in het Brusselse zelf zijn traumapsychologen aanwezig. En op andere scholen draaien de zorgleerkrachten overuren.

Woede en angst

Onze dochter van vier is gelukkig nog jong en onbezorgd. Maar haar broer van negen wordt ook wel gewaar dat er wat aan de hand is. Hij heeft al wat flarden van het journaal opgevangen. En ziet dan ook wel dat het niet normaal is dat in de hoofdstad hoofdstraten hermetisch zijn afgesloten. Dat de Europese wijk min of meer belegerd is en mensen massaal pleinen vullen. Hij hoort dan ook wel beangstigende verhalen. We beantwoorden de vragen die hij heeft zonder in detail te treden. Hij geeft zelf wel aan wat hij wil weten. En wat liever niet. Ik heb de indruk dat het hele gebeuren hem momenteel boos maakt. Dat woede opborrelt maar dat hij niet goed weet hoe ze te ventileren. “Die stomme idioten! Het zijn smeerlappen!”

Het maakt onze zoon ook bang. Hij is hypersensitief en dat speelt hem nu wel parten. Gisteren kon hij niet in slaap geraken. Hij is als een spons. Hij neemt heel wat dingen op en houdt die vast. In zijn hoofd worden sommige dingen dan gereconstrueerd en andere dingen krijgen een eigen invulling en interpretatie. Ik heb al besloten om naar het journaal te kijken aan de computer. Die staat niet in de woonkamer. Ik weet wel, we kunnen hem niet volledig afschermen. Maar wel ‘censureren’ waar het kan.

Zijn angst en woede zijn begrijpelijk. Zelfs wij als ouder weten niet goed wat te denken of wat kan en niet kan. Dit weekend was een bezoekje aan het natuurhistorisch museum gepland. In Brussel. Met de trein en een stuk met de metro. Aan de ene kant denk je dan “We laten ons leven niet door hen bepalen” maar aan de andere kant… Beter voorkomen dan genezen?

Leugentjes om bestwil?

Onze zoon worstelt duidelijk met een heleboel vragen. Waar zijn ze, wie zijn ze, wat willen ze? En is het nu afgelopen? Is het veilig? Wij antwoorden dan dat er genoeg mensen zijn om alles in het oog te houden. Om alles te bewaken en ons te beveiligen. En dan lijkt hij ietwat gerustgesteld. Maar te oordelen naar zijn slaapproblemen: schijn bedriegt.

We voelen ons dan als ouder een beetje schuldig. Omdat we ook wel weten dat wat we zeggen niet helemaal klopt. En we weten ook nog niet hoe we hem zullen duidelijk maken dat de uitstap naar Brussel niet doorgaat. Misschien voel ik me niet lekker? Misschien is het museum toevallig gesloten die dag? Ach, welk ballonnetje we ook oplaten. Hij is intelligent genoeg om het te doorprikken.

beeld elzevier

Hoogsensitiviteit en hoogbegaafdheid

Hoogsensitiviteit en hoogbegaafdheid

Een persoonlijke blog van Bert over Hoogsensitiviteit en hoogbegaafdheid. Zijn zoon van negen is hoogbegaafd. Hij heeft zichzelf leren lezen toen hij net vijf was. Hij knutselt dingen in elkaar zonder handleiding. “Ik doe het wel op mijn manier. Dat gaat heel wat sneller!” Soms helpt hij ons met de constructie van een of ander gebruiksvoorwerp. Bert staat erbij en kijkt ernaar.  “Zoals hij het doet is inderdaad logischer”. Ze zijn absoluut geen dwazen, maar soms wat onhandig. Zelfkennis is het begin van alle wijsheid. Toch?

Intelligentie is niet altijd zaligmakend

Natuurlijk zijn we trots op hem. Nog nooit heeft hij op school minder dan 80% gescoord. Ik vermoed dat de leerkracht zich soms moet afvragen ‘wat kan ik hier over zeggen?’ Het commentaar is dan vaak ook het zelfde. Prima, prachtig, goed en alle mogelijke superlatieven. Uiteraard verveelt hij zich regelmatig in de klas. Terwijl de andere leerlingen zich nog het hoofd breken over een moeilijke oefening, tuurt hij al werkloos in het rond. Hij heeft onlangs de toestemming gekregen om dan klasgenootjes te helpen. En dat doet hij met veel plezier en voldoening.

En toch is hij soms bloednerveus voor een test. Kan hij moeilijk slapen of eten. Weet hij zich geen houding te geven. Spoken heel wat vragen door zijn hoofd. ‘Wat zal de juf vragen? Zal ik geen fouten maken?’ ‘Waar zal ik zitten?’ En al dat piekeren maakt hem soms misselijk. Hij wordt dan bleker naarmate schooltijd nadert. Soms is hij totaal overstuur moeten thuisblijven.

En op veel begrip kunnen we niet altijd rekenen. ‘Waarom is hij zenuwachtig? Hij is toch slim genoeg?’

Hoogbegaafd of hoog intelligent wat is het verschil?

Het onderwijs in Vlaanderen wordt vaak geprezen omwille van zijn kwaliteiten.
Op alle niveaus. Heel wat Nederlanders vinden dan ook de weg naar middelbare scholen, hogescholen of universiteiten. Maar zoals bovenstaande struisvogelpolitiek illustreert: alles kan altijd beter.

Hoogsensitiviteit is ook een deel van wie hij is

We hebben de hoogsensitiviteit al ervaren toen hij kleuter was. Onverwachte of ongeplande gebeurtenissen maakten hem overstuur.  De kleinste details merkte hij op.

Hij nam dingen waar die anderen niet zagen. Hij kon de kleinste verschillen ruiken of proeven. Hij zou een prima kok zijn. Maar wat dat laatste betreft: indien we hem een opleiding voor kok laten volgen, ontketenen we een kleine familie-oorlog.

‘Dat is absoluut beneden zijn capaciteiten! Hij kan met gemak ingenieur of arts worden!’
Kan best zijn, maar wij denken vooral aan zijn geluk. Hij moet doen wat hij graag wil doen.
Heel wat mensen hebben vooral oog voor zijn intelligentie, zijn IQ zouden ze misschien graag op zijn voorhoofd schrijven. 140. In een zeer opvallende kleur. Dat IQ is niet meer dan een cijfertje. Een momentopname. En vooral: onze zoon is niet zijn IQ. Hij is heel wat meer dan dat, onder andere hoogsensitief. Maar dat wordt vaak flauw genoemd of gewoon niet meer dan een karaktertrek die er verder niets toe doet.

Een kind moet kind kunnen zijn

Toen we hem enkele jaren geleden hebben laten testen, hadden wij beter alleen gesproken over de hoogsensitiviteit die uit de testen is gebleken. En het resultaat van de IQ-test verzwegen. Want de reacties daarop hebben ons al zo vaak geërgerd.

“Je moet hem naar een schaakclub sturen. Of hem vreemde talen laten leren. Chinees bijvoorbeeld! Dat IQ moet je voeden!’
Onlangs is hij op een feest als volgt voorgesteld: “Dit is Jasper. Hij heeft een IQ van 140.” Meer was niet van belang. Misschien wil hij wel gewoon ravotten? En dat mag.

Binnenkort krijgt hij professionele psychologische begeleiding. Want hij staat bij wijze van spreken momenteel op ontploffen. Om de overdaad aan prikkels die hij te verwerken heeft te kanaliseren, is hij op dit moment een verzameling tics. En als we hem vragen waarom hij doet wat hij de hele dag door haast mechanisch doet, antwoordt hij, net niet huilend: “Dat weet ik niet.  Ik kan het niet laten, het moet gewoon…”

Dan ben je als ouder even het noorden kwijt. Dan kan dat overschatte IQ je gestolen worden. En wat zijn we blij dat voor die psychologische begeleiding amper een wachttijd was. Want je kind wil je helpen met zijn hoogsensitiviteit en hoogbegaafdheid.

Tot slot
Ik weet dat ik niets weet. Dat maakt van mij de slimste mens van de wereld.
Socrates

De onbekende kenmerken van hoogbegaafheid

Hoogsensitiviteit en  hoogbegaafdheid