3 tot 5% van de kinderen in Nederland is dyslectisch. Veel kinderen en ouders van dyslectische kinderen worden gecontroleerd met vervellend vooroorden. Als dyslectisch kind ook moeite heeft met lezen en spellen, komen deze vervelende, soms betweterige, uitspraken je misschien bekend voor…
1 “Je kind moet meer boeken gaan lezen”
Het is voor iedereen goed om voldoende te lezen. Door veel te lezen leer vergroot je je woordenschat en algemene kennis. Het is alleen geen oplossing voor dyslexie. Zelfs de grootste boekenwurmen kunnen evengoed dyslectisch zijn…
2. ‘Is dit niet gewoon gebrek aan motivatie of luiheid?’
Is dit niet gewoon een gebrek aan inzet? Het gaat bij dyslexie niet om onwil, maar om hersenen die anders werken. De hersengebieden die letters en klanken aan elkaar koppelen, werken namelijk anders goed samen. Door dit probleem moeten dyslectici op school tien keer zo hard aan de bak, dus ze zijn echt allesbehalve lui.
3. ‘Tja, niet iedereen kan een uitblinker zijn’
Een dyslectisch kind is niet minder intelligent dan een ander kind zonder dyslexie. Deze dingen hebben niets met elkaar te maken. De hersenen van dyslectici hebben misschien iets meer moeite met woorden, maar voor de rest werken ze geweldig! En vaak boven gemiddeld. Albert Einstein en Leonardo da Vinci zijn bekende dyslecten. En dat waren aardige uitblinkers!
4. ‘Het is eigenlijk een beetje valsspelen’
Extra tijd, voorleessoftware of leeshulp: een dyslectisch kind kan hier veel baat bij hebben. Het is ontzettend fijn dat deze hulpmiddelen een kind de kans geven om zijn of haar leerprestaties in overeenstemming te brengen met zijn of haar cognitieve mogelijkheden. En tóch is er altijd wel iemand die het ‘oneerlijk’ vindt tegenover de rest van de klas…
5. ‘Ziet je dyslectisch kind dan alles in spiegelbeeld?’
Dyslexie heeft te maken met taalverwerking en niet met zicht, dus een dyslectisch kind ziet de wereld zoals ieder ander mens. Een kind met dyslexie kan af en toe de neiging hebben om letters en/of woorden te spiegelen (‘b’ of ‘d’), maar dat ligt niet aan zijn of haar ogen.