Zelfbeeld is het idee dat je hebt over je eigen mogelijkheden, uiterlijk en persoonlijkheid. Ouders spelen een belangrijke rol bij het ontwikkelen van het zelfbeeld van kinderen. De eerste en meeste ervaringen die kinderen hebben zijn met de ouders. Omdat de relatie met de ouders heel intensief is en heel belangrijk voor een kind.
Kinderen kunnen een positief zelfbeeld ontwikkelen als ze vertrouwen hebben in hun eigen kunnen. Successen, mislukkingen en reacties van volwassenen daarop zijn een belangrijke indicator van het zelfbeeld van kinderen.

Wat is het zelfbeeld van kinderen?

Het zelfbeeld hangt nauw samen met de termen zelfvertrouwen en eigenwaarde, deze worden vaak als synoniemen gebruikt.
Ieder mens bouwt een beeld van zichzelf op, hoe dit er precies uitziet is natuurlijk heel persoonlijk.
Een zelfbeeld is subjectief en bestaat uit twee delen: zelfkennis en zelfvertrouwen. Zelfkennis gaat over wat iemand weet van zichzelf, bijvoorbeeld zijn competenties en karakter. Het zelfvertrouwen gaat over het algehele gevoel dat iemand over zichzelf heeft. Hoe iemand over zichzelf denkt, kun je beïnvloeden.
Het zelfbeeld van kinderen bestaat voornamelijk uit de gedragsreflectie van volwassenen en de basiservaringen die in artikel noemen.

Hoe kunnen kinderen een positief zelfbeeld ontwikkelen?

Het zelfbeeld heeft op veel manieren invloed op het gedrag van een kind. Een kind met een positief zelfbeeld vertrouwt op zijn capaciteiten en kan met meer zelfvertrouwen omgaan met uitdagingen en nieuwe ervaringen. Met deze vier tips kun je het zelfbeeld van kinderen positief stimuleren.

1. De liefde niet voorwaardelijk maken

Ouderlijke liefde moet onvoorwaardelijk zijn. Dit is super belangrijk voor het creëren van zogenaamd basisvertrouwen. Een kind dat ervaart dat er voor zichzelf van hem wordt gehouden zonder aan enige voorwaarden te voldoen, heeft een goede start in het leven.
Veiligheid, geborgenheid en de warmte van de ouders jegens hun kind worden ook als niet-onderhandelbaar beschouwd. Wat er ook gebeurt, een kind moet altijd het gevoel hebben dat het een plek heeft waar hij veilig is en gewenst.

Basiservaring: “Ik ben geliefd.”

2. Geef opbouwende en duidelijke feedback

Een kind moet zoveel mogelijk feedback krijgen over zijn acties en capaciteiten. Lof en bekrachtiging hebben een directe invloed op het zelfbeeld.
Een kind leert dat het goed is en dat hij vertrouwen in zichzelf kan hebben. Op deze manier geeft een kind niet meteen op bij onzekerheden en moeilijkheden, maar vertrouwt het op het vinden van een oplossing.

In plaats van een algemene uitspraak als ‘Dat heb je goed gedaan’, zou je de feedback meer gedifferentieerd moeten maken. Wat deed een kind precies goed? Wat voor moeite heeft een kind moeten doen om het resultaat te krijgen?

Niet alleen het resultaat telt, maar ook de manier om daar te komen. Alleen op deze manier kunnen kinderen een positief zelfbeeld ontwikkelen. Maar prijs een kind alleen als er echt een reden voor is.  Te veel lof en voor elk klein ding leidt ertoe dat jouw waardering niet langer serieus wordt genomen.

Basiservaring: “Ik ben ergens goed in en krijg er erkenning voor.”

Meer zelfvertrouwen door de juiste feedback

3. Voorkom devaluaties in het dagelijks leven

Net zoals je positief gedrag versterkt, is het belangrijk om negatief gedrag te ‘verzwakken’. Kinderen hebben regels nodig en moeten leren grip te krijgen op hun negatieve emoties. Anders zullen ze later in het leven en in de samenleving tegen problemen aanlopen. Maar ook hier hangt het af van de weg. Kritiek is prima, zolang het niet overdreven negatief is geformuleerd.

Zinnen als:  “Wees niet altijd zo dom”,  “Kun je iets goed doen! ” en “Het is toch niet zo moeilijk”  zijn kwetsend en diep gegrift in het geheugen van een kind. Dergelijke emotionele schokken in de kindertijd kunnen doorgaan tot in de volwassenheid.
Voortdurende vergelijkingen met andere kinderen of het voorwaardelijke maken van liefde hebben een negatief effect op het zelfbeeld van kinderen.

Geef in plaats daarvan eerst positieve feedback, over wat een kind goed heeft gedaan. Vervolgens kun je een ​​suggestie geven om het ongewenste gedrag te verbeteren.
Voor een positief zelfbeeld is het belangrijk om niet de hele persoon te bekritiseren, maar alleen een bepaald gedrag. Je kunt dit doen door een kind toch het gevoel te geven dat het iets goed heeft gedaan.

Basiservaring: “Ik maak fouten, maar daarom ben ik niet slecht.”

4. Ethische principes als referentiepunt

Een belangrijke opvoedtaak is het overbrengen van normen en waarden aan een kind, waarop het zich kan oriënteren. Deze helpen hem om nu en vooral later zijn weg te vinden in de wereld.

Met alle beproevingen in het leven hebben we allemaal een anker en soms begeleiding nodig. Daarnaast zijn regels en normen significant betrokken bij de gewetensvorming, wat natuurlijk ook bijdraagt ​​aan een positief zelfbeeld van kinderen.

Ze kunnen worden geholpen door hun morele vaardigheden te trainen. Dit betekent in staat zijn om goed van kwaad te onderscheiden en vervolgens een moreel oordeel te vellen. Een populaire oefening is bijvoorbeeld het kind voor een moreel dilemma te stellen en met het kind een oplossing te bespreken.

Basiservaring: “Ik ken normen en waarden die mij oriëntatie bieden”.

7 tips om te bouwen aan meer zelfvertrouwen

bron: netpapa.de